direct naar inhoud van 5.3 Natuurwaarden
Plan: Beekbergen Inbreidingslocaties
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1004-vas1

5.3 Natuurwaarden

5.3.1 Algemeen

Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Habitat- en Vogelrichtlijn, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie.

Soortbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 van de wet kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 vastgestelde AmvB gelden enkele ontheffingen van het verbod. Het systeem werkt als volgt:

  • algemene soorten
    Voor de (met name genoemde) algemene soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod.
  • overige soorten
    Voor de overige (met name genoemde) soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen (goedgekeurde) gedragscode is, is voor die soorten een ontheffing nodig; de ontheffingsaanvraag wordt voor deze soorten getoetst aan het criterium "doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort".
  • soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/bijlage 1 AmvB
    Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van de AmvB artikel 75 is voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie criteria:
    • 1. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang (daaronder valt de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling); en
    • 2. er is geen alternatief; en
    • 3. doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.

Voor vogelsoorten bestaat geen ontheffingsmogelijkheid.

Gebiedsbescherming

Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en/of Habitatrichtlijn.

5.3.2 Onderzoeksresultaten

In de rapportage d.d. juli 2010, opgesteld door Staro Natuur en Buitengebied en opgenomen in bijlage 12 van de Bijlagen bij de toelichting, zijn de resultaten van het natuuronderzoek weergegeven voor de locaties Arnhemseweg, Dorpstraat en Holleweg. Voor de locaties Voorste Kerkweg en Wolterbeeklaan is geen nader onderzoek uitgevoerd. Deze locaties zijn volledig gecultiveerd en beschermde flora en fauna wordt daar niet verwacht. De zorgplicht ex art. 2 van de Flora- en faunawet is altijd van toepassing.

Uit het onderzoek blijkt dat er geen negatieve effecten optreden ten aanzien van Natura 2000-gebieden, Beschermde- of Staatsnatuurmonumenten. Het plangebied is niet gelegen in de EHS, maar wel in Nationaal landschap.

(Mogelijk) voorkomende, grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën komen voor op de FFlijst 1. Voor soorten van de FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen.

De verschillende locaties worden mogelijk door vleermuizen (FFlijst 3) gebruikt als foerageergebied. Er treden geen effecten op aan foerageergebieden, dus mitigeren of compenseren is in dit geval niet noodzakelijk.

Indien broedende vogels (FFlijst vogel) aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden als verwijderen van bomen niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Door de bomen vóór het broedseizoen voor vogels te verwijderen wordt voorkomen dat vogels er zullen gaan broeden. Indien zo gehandeld wordt dan treden er geen negatieve effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer werkzaamheden in het geheel plaatsvinden buiten het broedseizoen worden geen nadelige effecten verwacht op vogels.

Het plangebied Dorpstraat maakt deel uit van een vaste rust of verblijfplaats van huismussen. Deze vaste rust en verblijfplaats is jaarrond beschermd. Echter zijn er in de directe omgeving genoeg uitval plaatsen voor de huismus. Mitigeren of compenseren is in dit geval niet noodzakelijk.