direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen - 2
Plan: Buitengebied Aalten 2007, Vellegendijk 2a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00062-OH01

Artikel 4 Wonen - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-gebonden-beroepen en/of -bedrijven, met inachtneming van het bepaalde in 4.4.1;

met behorende bebouwing en voorzieningen zoals tuinen, weiden voor het (hobbymatig) houden van vee, erven, vijvers, boomgaarden en houtopstanden en ontsluitingsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:

4.2.1 Woningen

Voor woningen gelden de volgende regels:

  • a. een woning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9,0 m;
  • d. binnen het bouwvlak mogen ofwel maximaal twee halfvrijstaande woningen worden gebouwd ofwel maximaal één vrijstaande woning, met inachtneming van het volgende:
    • 1. indien twee halfvrijstaande woningen worden gebouwd mag de inhoud per woning niet meer bedragen dan 750 m³ en mag de oppervlakte aan bijgebouwen per woning maximaal 150 m² bedragen;
    • 2. indien één vrijstaande woning wordt gebouwd geldt dat de inhoud van de woning niet meer mag bedragen dan 1200 m³ en de oppervlakte aan bijgebouwen niet meer dan 150 m², met dien verstande dat:
      • in afwijking van het voorgaande geldt dat indien de inhoud van de woning maximaal 750 m³ bedraagt een bijgebouw met een oppervlakte van maximaal 350 m² is toegestaan.
4.2.2 Bijgebouwen bij woningen

Voor bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend op minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gesitueerd;
  • b. de afstand van bijgebouwen tot de woning mag niet meer bedragen dan 25 m;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bestaande hoogte van het hoofdgebouw minus 1 meter tot een maximum hoogte van 7 meter.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de in de onderstaande tabel opgenomen maatvoerings- en situeringseisen:

  erfafscheidingen   vlaggenmasten en antennes   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
vóór de naar de weg gekeerde gevel of gevels en het verlengde daarvan, voor zover die gevels zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 40 m van een weg   1 m   6 m   1 m  
achter de naar de weg gekeerde gevels en het verlengde daarvan   2 m   6 m   1 m  

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Goothoogte woningen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.1 voor het verhogen van de maximale goothoogte van de woning tot een goothoogte van maximaal 6,5 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Aan huis verbonden beroep / bedrijf

Het gebruik van een woning en/of bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt geacht overeenkomstig de bestemming zijn, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de oppervlakte in gebruik voor een aan huis verbonden beroep en/of bedrijf mag niet meer bedragen dan 75 m², met dien verstande dat in afwijking van het voorgaande geldt dat indien binnen de bestemming één woning wordt gerealiseerd met een inhoud van maximaal 750 m³ de oppervlakte maximaal 350 m² mag bedragen;
  • b. degene die de activiteiten in de woning en/of het bijgebouw uitvoert, is tevens de bewoner van de woning.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Paardenbak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 1.000 m²;
  • b. erf- en terreinafscheidingen zijn tot een bouwhoogte van maximaal 1,75 m toegestaan;
  • c. de paardenbak wordt minimaal 30 m uit de as van de weg en minimaal 30 m vanaf woningen van derden gesitueerd;
  • d. er worden geen lichtmasten opgericht.