direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen - 1
Plan: Buitengebied Aalten 2007, Vellegendijk 2a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00062-OH01

Artikel 3 Wonen - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal 1 woning per bestemmingsvlak;
  • b. de uitoefening van nevenactiviteiten als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van nevenactiviteiten dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in Bijlage 1, met dien verstande dat:
    • 1. het hiervoor gebruikte oppervlak maximaal 50 % van de op grond van deze regels toegestane bebouwing, tot een absoluut maximum van 350 m² mag bedragen;
    • 2. de nevenactiviteiten uitsluitend binnen bestaande bebouwing zijn toegestaan en voor zover het activiteiten betreft op het gebied van dagrecreatie en zorg de activiteiten ook in de openlucht mogen worden uitgeoefend en het hiervoor gebruikte oppervlak maximaal 100 m² mag bedragen;
    • 3. ondergeschikte horeca uitsluitend is toegestaan ten dienste van de nevenactiviteit;
    • 4. lichte horeca als nevenactiviteit is toegestaan, waarbij zware horeca niet is toegestaan;
  • c. bij de woning behorende bebouwing en voorzieningen zoals tuinen, weiden voor het (hobbymatig) houden van vee, erven, vijvers, boomgaarden en houtopstanden en ontsluitingsvoorzieningen;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:

3.2.1 Woningen

Voor woningen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9,0 m.
3.2.2 Bijgebouwen bij woningen

Voor bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend op minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning worden gesitueerd;
  • b. de afstand van bijgebouwen tot de woning mag niet meer bedragen dan 25 m, met dien verstande dat voorzover de bestaande afstand meer bedraagt deze afstand als maximum geldt;
  • c. een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 150 m² per bestemmingsvlak, met dien verstande dat voorzover de bestaande oppervlakte meer bedraagt deze oppervlakte als maximum geldt;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,0 m;
  • e. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bestaande hoogte van het hoofdgebouw minus 1 meter tot een maximum hoogte van 7 meter.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de in de onderstaande tabel opgenomen maatvoerings- en situeringseisen:

  erfafscheidingen   vlaggenmasten en antennes   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
vóór de naar de weg gekeerde gevel of gevels en het verlengde daarvan, voor zover die gevels zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 40 m van een weg   1 m   6 m   1 m  
achter de naar de weg gekeerde gevels en het verlengde daarvan   2 m   6 m   1 m  

3.2.4 Herbouw woning

Onverminderd het bepaalde in 3.2 is herbouw van een woning uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Herbouw woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.4 voor de herbouw van een woning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de woning dient op maximaal 25 m van de bestaande (voormalige) woning te worden gebouwd, waarbij burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen omtrent de situering;
  • b. de belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden worden niet in onevenredige mate geschaad;
  • c. er kan worden voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Wet geluidhinder (voorkeursgrenswaarde, eventueel verleende hogere waarde);
  • d. de herbouw dient ruimtelijk gezien een betere situatie op te leveren;
  • e. de herbouw dient qua verschijningsvorm aan te sluiten sluit op de bouwvorm van de streekeigen bebouwing en op het landelijk karakter van het gebied;
  • f. vast dient te staan, dat de bestaande woning wordt gesloopt binnen drie maanden na de datum van gereedmelding van de nieuwe woning;
  • g. het bepaalde in artikel 3.2 dient voor het overige in acht te worden genomen.
3.3.2 Goothoogte woningen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 voor het verhogen van de maximale goothoogte van de woning tot een goothoogte van maximaal 6,5 m.

3.3.3 Paardenbak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 1.000 m²;
  • b. erf- en terreinafscheidingen zijn tot een bouwhoogte van maximaal 1,75 m toegestaan;
  • c. de paardenbak wordt minimaal 30 m uit de as van de weg en minimaal 30 m vanaf woningen van derden gesitueerd;
  • d. er worden geen lichtmasten opgericht.