direct naar inhoud van 3.2 Beleid
Plan: bestemmingsplan Aerdt, Aerdtsedijk 49 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0196.BP6913Adijk492010-0001

3.2 Beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. Het rijksbeleid dient ruimtelijk bij te dragen aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn.

In de Nota Ruimte zijn alleen uitspraken opgenomen die een specifiek nationaal ruimtelijk belang dienen of die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewoners van Nederland. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opgave om in voldoende mate te voorzien in ruimte voor wonen en werken en de daarbij behorende voorzieningen.

Een voorelevante beleidsdoelstelling uit de nota is het streven naar een optimale benutting van de bestaande bebouwing in het landelijke gebied.

Nota Belvedère

Deze nota is geschreven met het oog op de integratie van cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening. In dat kader wordt onder andere gepleit wordt het behoud van gebouwde elementen die het verhaal van de geschiedenis van een gebied vertellen.

Het voorliggende bestemmingsplan biedt het kader voor de functiewijziging van een voormalig dijkmagazijn in een kantoor en informatiecentrum van een heemkundevereniging. Het dijkmagazijn heeft een erkende cultuurhistorische waarde. Dit plan voor functiewijziging past in het bovenstaande beschreven beleid dat erop gericht is om de bestaande cultuurhistorisch waardevolle bebouwing op een verantwoorde manier te behouden en geschikt te maken voor hergebruik.

3.2.2 Provinciaal beleid

Structuurvisie Gelderland 2005

Het Gelders Streekplan 2005 is door Provinciale Staten van Gelderland op 29 juni 2005 vastgesteld. Op grond van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening wordt een streekplan, dat onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening tot stand is gekomen, gelijkgesteld aan een structuurvisie onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro).

In de provinciale Structuurvisie Gelderland 2005 is beleid opgenomen voor de functiewijziging van vrijkomende bebouwing. De doelstellingen van dit beleid kunnen in de volgende termen worden samengevat.

Functieverandering van vrijkomende gebouwen in het buitengebied moet bijdragen aan een impuls voor de leefbaarheid, de vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Deze bijdrage kan bestaan uit het feit dat de nieuwe functie het behoud van een karakteristiek, cultuurhistorisch waardevol, gebouw mogelijk maakt. Daarvan is bij het dijkmagazijn sprake.

In de structuurvisie is verder vastgelegd welke randvoorwaarden gehanteerd moeten worden bij de beoordeling van initiatieven tot functiewijziging van bestaande gebouwen. Belangrijke randvoorwaarden zijn dat de functiewijziging niet mag leiden tot een belemmering van de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving en dat de functiewijziging landschappelijk goed kan worden ingepast. Verder mag de ontwikkeling niet leiden tot verkeersproblemen. Tenslotte mogen belangrijke natuurwaarden en landschappelijke waarden niet worden aangetast.

Het voormalige dijkmagazijn ligt niet op een locatie met een grote natuurwaarde, maar ligt wel in een 'waardevol landschap'. Dat brengt de eis met zich mee dat de nieuwe functie de bestaande landschappelijke kwaliteit niet mag aantasten. daarvan is geen sprake (zie onder Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen).

In het bestemmingsplan wordt aangetoond dat de nieuwe functie van het dijkmagazijn past binnen de bovenvermelde provinciale randvoorwaarden voor functiewijziging.

Het streekplan biedt de regio's de mogelijkheid om eigen regelingen te maken voor functiewijziging van vrijkomende bebouwing. Na goedkeuring door de provincie treden deze regelingen in plaats van die welke is opgenomen in de provinciale structuurvisie.

De Stadsregio Arnhem Nijmegen, waar de gemeente Rijnwaarden deel van uitmaakt, heeft ook een dergelijke regeling opgesteld (zie paragraaf 3.2.3. Regionaal beleid). Gedeputeerde Staten hebben deze regeling echter niet goedgekeurd. Dat heeft tot gevolg dat Gedeputeerde Staten de ruimtelijke initiatieven in de regio die haar ter beoordeling worden voorgelegd zal blijven toetsen aan de hand van de randvoorwaarden uit de provinciale structuurvisie.

Streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen

Het gehele gemeentelijke gebied maakt volgens de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen' deel uit van het Waardevolle landschap 'Ooijpolder en Rijnstrangen'. De landschappelijke inpassing van het initiatief mag de landschappelijke kwaliteiten die in de streekplanuitwerking worden vermeld niet aantasten.

Volgens de streekplanuitwerking zijn de belangrijkste kwaliteiten van dit gebied de volgende:

  • gave overgangen tussen komgronden, oeverwallen, uiterwaarden en de rivier;
  • overwegend open landschap met in de kommen een afwisseling van weidebouw, oude strangen en kleiputten met ooibos; de oeverwallen vertonen een afwisseling tussen openheid en kleinschalige beslotenheid (met onder andere elementen als boomgaarden);
  • vrij uitzicht vanaf de dijken op de binnendijkse gebieden en de stuwwallen van Nijmegen en Montferland;
  • cultuurhistorische kwaliteiten verweven met het landschap (zoals historische boerderijen op pollen of vliedbergen).

Het initiatief bestaat uit het hergebruik van een bestaand gebouw dat in zijn bestaande vorm wordt gehandhaafd. Ook de directe omgeving van het gebouw ondergaat geen wijzigingen. Het initiatief heeft geen gevolgen voor de te beschermen en te behouden kwaliteiten van het Waardevolle landschap 'Ooijpolder en Rijnstrangen'.

3.2.3 Regionaal beleid

Notitie functieverandering buitengebied van de Stadsregio Arnhem Nijmegen

Gedeputeerde Staten hebben de regionale regeling niet goedgekeurd. Dat heeft tot gevolg dat Gedeputeerde Staten de ruimtelijke initiatieven in de regio die haar ter beoordeling worden voorgelegd zal blijven toetsen aan de hand van de randvoorwaarden uit de provinciale structuurvisie. Dat geldt met name voor die initiatieven waarbij de bescherming van het Groenblauwe raamwerk, het behoud van waardevolle landschappen en afspraken in het kader van het kwalitatieve woonprogramma in het geding zijn.

Het dijkmagazijn ligt in het waardevol landschap 'Ooijpolder en Rijnstrangen' (zie paragraaf 3.2.2). Daarom raakt dit plan niet alleen een lokaal belang, maar ook een provinciaal belang. Zoals boven aangegeven tast de functiewijziging van het dijkmagazijn de waarde van dit landschap niet aan.

3.2.4 Gemeentelijk beleid

Bestemmingsplan Buitengebied Rijnwaarden 2008

Op 19 mei 2009 is het bestemmingsplan Buitengebied Rijnwaarden 2008 vastgesteld. Dit plan is sinds 12 augustus 2009 van kracht. Het bestemmingsplan bevat een regeling voor de wijziging van het bedrijfstype van een niet-agrarisch bedrijf. Deze wijziging is mogelijk middels een planwijziging ex art. 3.6 Wro.

Het dijkmagazijn kan beschouwd worden als een niet-agrarisch bedrijf dat in het kader van dit plan wijzigt in een andersoortig niet-agrarisch bedrijf. Deze wijziging past echter niet in de bovenvermelde wijzigingsbevoegdheid omdat het dijkmagazijn in het vigerende bestemmingsplan niet de bestemming heeft van 'Niet agrarisch bedrijf'. Indien de locatie reeds nu als niet agrarisch bedrijf bestemd was zou dit initiatief met gebruik making van de wijzigingsregels binnen het bestemmingsplan passen.

'Beleef het landschap' landschapsontwikkelingsplan Rijnwaarden

Volgens het landschapsontwikkelingsplan (vastgesteld in april 2005) is het ruimtelijke beleid van de gemeente er op gericht om de objecten die getuigen van de wordingsgeschiedenis van het landschap te behouden. Deze objecten hebben om die reden een belangrijke cultuurhistorische waarde. Dijkmagazijnen, zoals het onderhavige magazijn, behoren daarbij.