direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - Garage
Plan: De Vrolijkheid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09015-0006

Artikel 3 Bedrijf - Garage

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Garage' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. het onderhoud, schadeherstel en de verkoop van auto's, trucks, motorfietsen, bromfietsen en fietsen;
    • 2. de verkoop van bij 1 behorende accessoires;
    • 3. de verkoop van motorbrandstoffen met uitzondering van lpg en met uitzondering van de verkoop van motorbrandstoffen aan het doorgaande verkeer;
    • 4. een autorijschool is toegestaan binnen de functieaanduiding (sb-ag), afwijkend gebruik toegestaan.

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. geluidwerende voorzieningen;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. infrastructurele voorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • h. terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot-, en bouwhoogte in meters van een gebouw per bouwkavel niet meer dan de op de plankaart aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen en mag het bebouwingspercentage per bouwperceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
    • 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 15 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de volgende aspecten.

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. een goede milieusituatie;
  • f. de bescherming van de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere detailhandel dan de detailhandel, welke in artikel 3.1 onder a is aangeduid als toelaatbaar binnen deze bestemming;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere bedrijfsvormen dan welke in artikel 3.1onder a zijn aangeduid als toelaatbaar binnen deze bestemming;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een autorijschool tenzij ter plaatse van de aanduiding de specieke vorm van afwijkend gebruik is toegestaan;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
  • g. kantoren die horen bij en gebonden zijn aan een bedrijf als bedoeld in artikel 3.1, die meer dan het maximum van 30% van het brutovloeroppervlakte van het bedrijf beslaan, waardoor de bedrijfsfunctie minder dan 70% van het vloeroppervlakte beslaat. Een showroom wordt nadrukkelijk onder de bedrijfsfunctie gerekend.
    Onder kantoor worden die onderdelen van het gebouw gerekend die worden gebruik ten behoeve van:
      • zakelijke ontvangst van externen, vergaderingen/presentaties ondergeschikt aan de hoofdfunctie van de onderneming;
      • entree en receptiehal, voor zover deze geen onderdeel uitmaken van de showroom;
      • interne en externe opleidingen, workshops, seminars en congressen in zaalruimten in het gebouw van een onderneming;
      • multifunctionele zaalruimte waarvan het gebruik wisselend kan worden ingezet;
      • functies binnen een kantoorhoudend bedrijf die behoren bij het normale kantorengebruik zoals een postkamer, interne serverruimte en interne archiefruimte.

Algemene ruimten, zoals kantineruimte, lilften/traphuizen, toilietgroepen/sanitaire voorzieningen worden gerekend tot algemene ruimten die ten dienste staan aan zowel het kantoor als de bedrijfsruimten en mogen voor de berekening buiten beschouwing worden gelaten.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Bedrijf - Garage' wijzigen in die zin dat de bestemming Gemengd - 1 is toegestaan als bedoeld in artikel 5 met het oog op het voorkomen van langdurige leegstand van minimaal één jaar, met dien verstande dat

a. geen onevenredige aantasting mag plaatvinden van:

1.het stedenbouwkundig beeld;
2. het hoofdontsluitingspatroon van de wegen van het bedrijventerrein;
3. de bereikbaarheid van de rest van het bedrijventerrein;
4. de verkeersveiligheid;
5. de sociale veiligheid
6. de milieusituatie;
7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

b. én mits voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.