direct naar inhoud van 4.2 Milieuaspecten
Plan: 4e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Schaddenbeltsweg 2a
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.WB2010000004-0003

4.2 Milieuaspecten

Bodem

Voor de herbouw van de woning moet een bodemonderzoek worden uitgevoerd. Dit dient te gebeuren voor aanvraag van de omgevingsvergunning.

Geluid

De locatie ligt in landelijk gebied (60 km/h). De Schaddenbeltsweg is een verkeersluwe weg. De nieuwe woning wordt op enige afstand van deze weg gerealiseerd. Op basis hiervan is geen hoge geluidsbelasting te verwachten. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.

Externe veiligheid

In of nabij het plangebied is geen sprake van inrichtingen als bedoeld in het Bevi dan wel andere risico's of gevaarbronnen. Ook zijn er geen routes gevaarlijke stoffen (over de weg, het spoor of het water) en buisleidingen in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig. Nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid is daarom niet aan de orde.

Luchtkwaliteit

Op 15 november is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. Dit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wettelijke regels geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • a. er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • b. een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • c. een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • d. een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend.

 

Veel projecten in de gemeente Wierden vallen onder de regeling NIBM. In deze regeling staan de getalsmatige grenzen van projecten die ´niet in betekenende mate´(NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Van de overige projecten moet worden aangetoond dat de concentratietoename beneden de 1% ligt, hetgeen voor fijn stof (PM10) en NO2 overeenkomt met 0,4 mg/m³. Er zijn dus twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:

  • a. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie zoals bepaald in artikel 4 lid 1 van de Ministeriële regeling NIBM valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig. Voor woningbouw is een ondergrens van 1.500 woningen opgenomen. Voor projecten of plannen met minder woningen is geen luchtkwaliteitsonderzoek noodzakelijk.
  • b. Op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 1% (later 3%) criterium. Hiervoor kunnen berekeningen nodig zijn.

 

De herbouw van een bestaande woning behelst een zodanig kleinschalige ontwikkeling dat duidelijk is dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit brengt geen belemmeringen met zich mee.

 

Hinder

Voor het perceel aan de Schaddenbeltsweg 2a is een milieuvergunning aanwezig voor 55 vleesvarkens en 10 stuks jongvee. Deze milieuvergunning moet door aanvrager worden ingetrokken.

 

In de directe omgeving van het perceel Schaddenbeltsweg 2a liggen enkele agrarische bedrijven. Vanuit de Wet geurhinder en veehouderij dient een afstand van 50 meter aangehouden te worden tussen de woning aan de Schaddenbeltsweg 2a en een agrarisch bedrijf. De afstand tot het agrarisch bedrijf aan de Schaddenbeltsweg 4 bedraagt 50 meter.

De afstand tot het agrarisch bedrijf aan de Schaddenbeltsweg 1 bedraagt minder dan 50 meter. Gezien de ligging van de gebouwen van dit bedrijf levert dit echter geen problemen op. De uitbreiding van bestaande gebouwen blijft mogelijk, aangezien deze op een grotere afstand dan 50 meter liggen en slechts beperkt uitgebreid mogen worden. Voor de oprichting van nieuwe gebouwen geldt reeds een aan te houden afstand van 50 meter ten opzichte van een woning van derden. Deze afstand wijzigt niet.