direct naar inhoud van 4.2 Milieuaspecten
Plan: 3e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Hexelseweg 70b
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.WB2010000003-0003

4.2 Milieuaspecten

4.2.1 Bodem

Er is sprake van functieverandering van het bestaande gebouw. Het uitvoeren van een bodemonderzoek is bij een functiewijziging niet noodzakelijk. Dit is nodig wanneer het huidige pand zou worden gesloopt, en er een nieuwe woning wordt gebouwd. Dit is momenteel niet aan de orde.

4.2.2 Geluid

De locatie ligt aan de Hexelseweg. Voor het initiatief is in oktober 2010 door Aveco de Bondt een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de maximale geluidbelasting 55 dB (inclusief aftrek 5 dB artikel 110 Wgh) bedraagt. Dit komt door de ligging aan de Hexelseweg. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt hiermee overschreden. Er moet daarom een hogere grenswaarde worden aangevraagd. De maximale ontheffingswaarde van 68 dB wordt niet overschreden. De geluidbelasting als gevolg van de Sliepersdijk bedraagt maximaal 38 dB (inclusief aftrek van 5 dB ex artikel 110 Wgh). De voorkeurswaarde van 48 dB wordt niet overschreden.

Aangezien bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk zijn, moet door de gemeente Wierden een hogere grenswaarde verleend worden bij gebruik van het gebouw als burgerwoning.

De gecumuleerde geluidbelasting als gevolg van het wegverkeerslawaai bedraagt maximaal 60 dB (exclusief aftrek 5 dB artikel 110 lid g Wgh). Deze geluidbelasting dient aangehouden te worden bij het bepalen van de benodigde geluidwerende voorzieningen. Wanneer de functie van het gebouw gewijzigd wordt naar wonen, dan zal ten aanzien van de geluidwering van de gevels zodanig maatregelen getroffen dienen te worden, dat er voor zorg gedragen wordt dat de geluidbelasting binnen de verblijfsgebieden bij gesloten ramen niet meer bedraagt dan 33 dB.

4.2.3 Externe veiligheid

In of nabij het plangebied is geen sprake van inrichtingen als bedoeld in het Bevi dan wel andere risico's of gevaarbronnen. Ook zijn er geen routes gevaarlijke stoffen (over de weg, het spoor of het water) en buisleidingen in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig. Nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid is daarom niet aan de orde.

4.2.4 Luchtkwaliteit

Op 15 november is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. Dit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wettelijke regels geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt
  • een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend

Veel projecten in de gemeente Wierden vallen onder de regeling NIBM. In deze regeling staan de getalsmatige grenzen van projecten die ´niet in betekenende mate´(NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Van de overige projecten moet worden aangetoond dat de concentratietoename beneden de 1% ligt, hetgeen voor fijn stof (PM10) en NO2 overeenkomt met 0,4 mg/m³. Er zijn dus twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:

  • a. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie zoals bepaald in artikel 4 lid 1 van de Ministeriële regeling NIBM valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig. Voor woningbouw is een ondergrens van 1.500 woningen opgenomen. Voor projecten of plannen met minder woningen is geen luchtkwaliteitsonderzoek noodzakelijk.
  • b. Op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 1% (later 3%) criterium. Hiervoor kunnen berekeningen nodig zijn.

Het omzetten van het gebouw in een woonbestemming betreft een zodanig kleinschalige ontwikkeling dat duidelijk is dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit brengt geen belemmeringen met zich mee.

4.2.5 Hinder

De projectlocatie is in het Reconstructieplan aangewezen als verwevingsgebied. In het kader van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient een minimale afstand van 50 meter tussen dit bouwblok en een agrarisch bouwblok van derden te liggen.

Aan deze afstand wordt voldaan. In de buurt van het plangebied liggen geen niet-agrarische bedrijven.

4.2.6 Verkeer

Het perceel wordt ontsloten via de Hexelseweg. Voor een burgerwoning op het perceel kan gebruik gemaakt worden van de bestaande inrit. Op het perceel is voldoende ruimte voor parkeren. In vergelijking met het vorige gebruik van het gebouw als gemeenschapsruimte zal het aantal verkeersbewegingen naar het perceel afnemen.