Plan: | Buitengebied 2009, herziening verbreding van de Regge, deelgebieden De Grimbergen en Zuna |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2012000014-VA01 |
Waterbeheerplan 2010- 2015
Waterschap Regge en Dinkel is verantwoordelijk voor een optimaal waterbeheer en voor de instandhouding van het voor Twente karakteristieke bekensysteem. Dat betekent dat het waterschap ervoor zorgt dat het oppervlakte- en grondwater kwalitatief en kwantitatief aansluit bij het maatschappelijk gebruik van de grond. Het waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft hoe het waterschap deze doelstellingen wil realiseren. Het waterbeheerplan 2010-2015 is samen met andere waterschappen opgesteld.
Ecologische doelstellingen
Het waterbeheerplan sluit aan bij de functie die gebieden in het provinciale omgevingsplan toegekend hebben gekregen. Voor natuurgebieden geldt dat de natuurfunctie leidt tot een natuurgerichte waterhuishouding.
Op basis van de Kaderrichtlijn Water zijn voor de grotere waterlopen de ambitieniveaus voor de waterlopen vastgesteld. Voor de Regge geldt het watertype R6 en het ambitieniveau "midden". De Regge is ook opgenomen op de kaart 'netwerk ecololgisch waardevolle wateren" Voor deze wateren wordt naast een natuurgerichte waterhuishouding en een beekdalbrede natuurlijke inrichting, als extra doel de realisatie van goede bereikbaarheid en passeerbaarheid voor planten en dieren. In een aantal gevallen wordt gestreefd naar
herstel van het oorspronkelijke stroomgebied door heraankoppeling van bovenlopen.
Gewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime (GGOR)
Het toekomstige waterkwantiteitsbeheer wordt gebaseerd op het ‘gewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime’ (GGOR). In de benadering van Regge en Dinkel heeft het GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime) betrekking op normale en extremere beheersituaties. In normale beheersituaties is vooral het grondwater van belang; in extremere situaties kan bijvoorbeeld het oppervlaktewater over het maaiveld uitstromen. Grond- en oppervlaktewater hangen samen en beïnvloeden elkaar. Dit komt ook tot uiting in het gebiedsproces waarin Regge en Dinkel samen met betrokkenen wil komen tot het GGOR. In principe kunnen alle relevante water- en bodemaspecten daarbij een plaats krijgen, zoals de realisatie van ecologische doelen (o.a. implementatie van de Kaderrichtlijn Water). Voor het realiseren van ecologische doelen in het oppervlaktewater is een adequate watervoering van groot belang, dat wil voor stromende wateren zeggen dat er altijd, zowel ’s winters als ’s zomers, sprake is van stroming. In extreem natte situaties mag waterleven niet massaal wegspoelen door te hoge stroomsnelheden en in extreem droge situaties is droogval ongewenst. Bij de bodemaspecten betreft het o.a. de bodemkartering, de grondwatertrappen en de geo(morfo)logische en geohydrologische situatie.
Inrichting, beheer en onderhoud
De uitgangspunten uit het verleden passen niet meer bij de eisen van de KaderRichtlijn Wwater en Waterbeheer in de 21e eeuw. De waterschappen leggen bij herinrichtingsprojecten steeds meer de nadruk op het vasthouden van water in een duurzaam watersysteem. In de praktijk worden de watergangen hierdoor vaak breder en minder diep. De natuurvriendelijke oevers die hierdoor mogelijk worden, bieden kansen aan planten en dieren in en om het water en dragen zo bij aan de ecologische doelstellingen. In herinrichtingsprojecten wordt een duurzame aanpak toegepast. Afhankelijk van verschillende factoren, zoals bodem, grondgebruik, functie van de watergang en type, worden herinrichtingsplannen op maat ontwikkeld voor een gebied. Bij de uitvoering worden verschillende maatregelen geïntegreerd (werk-met-werk maken).
Keur
In Wierden is de keur van het Waterschap Regge & Dinkel van belang. De keur is een verordening van het waterschap met specifieke regelgeving voor het waterschapsgebied. De keur bevat gebods- en verbodsbepalingen ter bescherming van de functies van de waterlopen en waterkeringen in het beheergebied van het waterschap. Hierbij wordt ook rekening gehouden met andere dan waterstaatkundige functies en streefbeelden, zoals landschap, natuur en recreatie ("brede kijk").
Artikel 26 van de keur geeft aan dat het bestuur van de in deze keur gestelde gebods- en verbodsbepalingen ontheffing kan verlenen. Aan een ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften verbonden worden ter bescherming van de belangen verbonden aan het voldoen aan de doelstellingen behorend bij de waterhuishoudkundige functie van die wateren. De beperkingen en voorschriften kunnen mede strekken ter bescherming van de aan de waterhuishoudkundige functie verbonden andere belangen, indien en voor zover daarin niet is voorzien door een andere wettelijke regeling.
Conclusie
Het waterschap stemt haar waterbeheer af op het natuurontwikkeling in de EHS gebieden, zoals in dit geval het beekdal van de Regge.