Plan: | Buitengebied 2009, herziening Erve Kleilutte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000010-VA02 |
De omgeving van het plangebied bestond tot de 19e eeuw grotendeels uit ‘droge woeste gronden’ (verstoven heiden en voedselarme heidevelden) die collectief gebruikt werden door markegenootschappen. Grote delen van die woeste gronden zijn pas ontgonnen toen in de 19e en 20e eeuw een goede ontwatering mogelijk werd en de kunstmest haar intrede deed. Hierdoor werden de markegenootschappen ontbonden en werden naast de agrarische ontginningen tevens landgoederen op deze woeste gronden gerealiseerd.
Afbeelding 2.1 Historische en topografische kaarten omgeving plangebied (bron: Ontwerpburo Herbert Oldehinkel)
De jonge ontginningen kenmerken zich door hun (relatief) grotere schaal, meer rechte (beplante) wegen en een regelmatige verkaveling. Tevens wordt zij gekenmerkt door verspreid staande bebouwing. De erven zijn merendeels naar de weg gericht en kennen een rationele opbouw in de opstallen en de beplanting. De minder vruchtbare heidevelden werden bebost voor de mijnbouw (stuthout) en later gebruikt voor recreatie. De vlakke gebieden tussen de heuveltoppen bestonden vroeger uit heidevelden. Deze gebieden zijn nu nog herkenbaar aan hun ‘veld’-naam.
Er is een verschil tussen enerzijds de vlakke gebieden tussen de hogere delen en de gordeldekzandruggen en anderzijds de overige vlakke gebieden. De eerste groep zoals de Lage Egge, het Lage Veld en het Zuiderveld zijn vlak, maar liggen enigszins onder een helling. De tweede groep zoals de Zunasche Heide, het Wierdense Veld en het Huurnerveld zijn volledig vlak. De meeste van deze heidevelden zijn in deze eeuw ontgonnen en omgevormd tot akkers. Alleen de natste delen werden vaak overgeslagen en vormen nu vaak stukjes bos, meestal ingevuld met dennen.
De gemeente Wierden hecht grote waarde aan een goede en duurzame ontwikkeling van het buitengebied. Daarom is in 2008 het landschapsontwikkelingsplan Wierden opgesteld. Hierin staan de belangrijkste landschapskenmerken benoemd in verschillende deelgebieden. Het plangebied valt binnen de zogenaamde Stuwwal van Enter (zie ook paragraaf 3.3.2).
Al op oude kaarten staat de naam Suikerveld wat later als Zoekerveld en uiteindelijk als Zuiderveld is benoemd. Het gebied was onderdeel van het essencomplex Zuideresch. Het vormt een kleinschalige veldontginning waarop van oorsprong de schapen werden geweid. Rond 1900 is het gebied ontgonnen. De belangrijkste opgave in het gebied Zuiderveld vormt het behoud en de versterking van de landschapskenmerken. (kleinschalig bebouwd en bebost).