Enter, partiële herziening Freriksweg 1

3.3 Waarden

3.3.1 Water

De watertoets dient te worden uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving van ruimtelijke ordening en water. Het betreft het informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van de waterhuishoudkundige aspecten.

Voor dit bestemmingsplan is de watertoets uitgevoerd op de website www.watertoets.nlhttp://www.watertoets.nl. Uit deze toets blijkt dat het plan geen waterschapsbelangen raakt. Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Met de voorgenomen ontwikkeling zijn geen waterbelangen gemoeid. De ontwikkeling heeft geen nieuwe lozingen op oppervlaktewater tot gevolg. In het gebied is geen sprake van (grond)wateroverlast.

Het waterschap Regge en Dinkel heeft dan ook geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is hiermee goed doorlopen.

De Zuidermaatweg heeft ter plaatse van het plangebied een gescheiden gemeentelijk rioleringssysteem. Voor de woning zal een infiltratievoorziening gerealiseerd moeten worden voor regenwater (afkomstig van verharde oppervlakten) met een overstort op de gemeentelijke riolering. Er worden minimale eisen gesteld aan deze infiltratievoorziening. Zo dient de ondergrond geschikt te zijn voor de infiltratie van regenwater. Verder zal in de infiltratievoorziening een minimale berging moeten hebben van ten minste 10 mm.

Archeologie

Volgens de archeologische waardenkaart van de gemeente Wierden heeft het perceel op de hoek Freriksweg – Zuidermaatweg een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Hiervoor geldt een archeologische ondezoeksplicht als het bouwvlak groter is dan 250 m2. Omdat het bouwoppervlak kleiner is dan 250 m2 is afgezien van archeologisch onderzoek.

Ecologie

In het kader van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet is het van belang dat onderzoek wordt gedaan of de geplande ruimtelijke ingreep een bedreiging vormt voor voorkomende dier- en/ of plantensoorten. Naar aanleiding hiervan heeft Tauw onderzoek gedaan de gevolgen van de bouw van de geplande woning op de ecologie (kenmerk N001-4729668HAV-cmn-V01-NL; d.d. 22 juli 2010).

Toetsing van de beoogde ingreep aan de beschermde natuurwaarden laat zien dat er geen soorten of soortgroepen zijn waarvoor een negatief effect verwacht wordt. Nader (veld)onderzoek naar de aanwezigheid en gebruik van de planlocatie door beschermde soorten is daarom niet nodig. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is evenmin nodig. Vanuit de Flora- en faunawet gelden daarom, met uitzondering van de zorgplicht, geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling.

Verkeersaspecten

De nieuwe functie zorgt ten opzichte van de huidige functie niet voor een substantiële verkeerstoename, waardoor ten aanzien van dit aspect geen problemen zijn te verwachten.