direct naar inhoud van 3.2 Milieuaspecten
Plan: Enter, partiële herziening Freriksweg 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000044-0003

3.2 Milieuaspecten

In deze paragraaf wordt in gegaan op de milieuaspecten die van toepassing zijn op het perceel aan de Freriksweg 1 te Enter.

Bodem

Door middel van bodemonderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in kaart gebracht (kenmerk R001-4729668VJM-cmn-V01-NL; d.d. 21 juli 2010).

Uit de onderzoekresultaten blijkt dat er geen milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn voor de bouw van de woning op de hoek Freriksweg – Zuidermaatweg.

Geluid

Er is akoestisch onderzoek (kenmerk: R001-4729668JEA-V01) uitgevoerd naar de bouw van de nieuwe woning. Het onderzoek heeft als doel:

  • 1. Het inzichtelijk maken van de geluidbelasting vanwege de rijksweg A1 en het onderzoeken van de voorwaarden waaronder gebouwd kan worden vanuit de eisen met betrekking tot de Wet geluidhinder;
  • 2. Het inzichtelijk maken van de geluidsituatie met betrekking tot het bedrijf Wolters kunststoffen dat op korte afstand van het plangebied is gelegen

Op basis van het akoestisch onderzoek worden de volgende conclusies getrokken:

  • 1. Vanuit de Wet geluidhinder gelden geen beperkingen voor de bouw van een extra woning op het perceel bij Freriksweg 1;
  • 2. Om knelpunten met de milieuvergunning van Wolters kunststoffen te voorkomen dienen de zuid- en westgevels van de slaapvertrekken uitgevoerd te worden met een gevelwering van tenminste 25 dB(A). Dit is een goed haalbare bouweis, die vaak al standaard gehaald wordt voor een goed geïsoleerde nieuwbouwwoning. Deze geluidwerende maatregelen zullen vastgelegd moeten worden in de omgevingsvergunning die nodig is voor het bouwen van de nieuwe woning.

Luchtkwaliteit

Op 15 november is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. Dit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wettelijke regels geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend

Veel projecten in de gemeente Wierden vallen onder de regeling NIBM. In deze regeling staan de getalsmatige grenzen van projecten die ´niet in betekenende mate´(NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Van de overige projecten moet worden aangetoond dat de concentratietoename beneden de 1% ligt, hetgeen voor fijn stof (PM10) en NO2 overeenkomt met 0,4 mg/m³. Er zijn dus twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:

  • a. Aantonen dat een project binnen de grenzen van een categorie zoals bepaald in artikel 4 lid 1 van de Ministeriële regeling NIBM valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig. Voor woningbouw is een ondergrens van 1.500 woningen opgenomen. Voor projecten of plannen met minder woningen is geenluchtkwaliteitsonderzoek noodzakelijk.
  • b. Op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het 1% (later 3%) criterium. Hiervoor kunnen berekeningen nodig zijn.

Dit bestemmingsplan maakt één nieuwe woning mogelijk. Hierdoor blijft dit plan zeer ruim onder de genoemde NIBM-grens van 1.500 woningen, is luchtkwaliteitsonderzoek niet noodzakelijk en voldoet het plan aan de wettelijke regeling.

Bedrijven en milieuzonering

Om de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen moet gestreefd worden naar een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving en van gevoelige functies nabij bedrijven. Een belangrijke factor voor het behouden en verbeteren van die kwaliteit is een juiste afstemming tussen bedrijvigheid en wonen.

In de nabijheid van het plangebied bevindt zich Wolters kunststoffen. Op grond van de VNG-brochure Bedrijven- en milieuzonering moet voor een dergelijk bedrijf in beginsel een indicatieve afstand ten opzichte van woningen aangehouden worden van 50 meter. Door de situering van positionering het bouwblok in het bestemmingsplan komt de woning op ongeveer 50 meter van het bedrijf te liggen. Uit het hiervoor beschreven uitkomsten van het akoestisch onderzoek blijkt dat het bedrijf vanuit geluidstechnisch oogpunt geen belemmeringen vormt voor het realiseren van de woning, mits geluidswerende voorzieningen worden getroffen aan de nieuwe woning.

Daarnaast zorgt de nieuwe woning niet voor inperking van de bedrijfsmogelijkheden van Wolters kunststoffen. Reden hiervoor is dat de nieuwe woning in vergelijking met de al aanwezige woningen aan de Freriksweg 1 verder af komt te liggen van Wolters kunststoffen. Hierdoor is deze al aanwezige woning maatgevend voor de milieuhygiënische mogelijkheden van de bedrijf en zorgt de nieuwe woning (zoals gezegd) niet voor inperking van de mogelijkheden van het bedrijf.

Externe veiligheid

Er is voor het voorliggend plan gekeken naar mogelijke risico´s ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg en van buisleidingen en bedrijven. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen mogelijke risicobronnen. Hierdoor voldoet dit bestemmingsplan aan de relevante externe veiligheidsregelgeving.