Plan: | Rondweg Enter 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2010000023-0003 |
De op de plankaart voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarische bedrijf met daarbijbehorende gebouwen (niet zijnde rijhallen), bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
Op de op de plankaart voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor alle bouwwerken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 13 Algemene gebruiksregels wordt in ieder geval gerekend:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 13 Algemene gebruiksregels wordt in ieder geval niet gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
adres | bestaande oppervlakte in m² | maximale oppervlakte in m² |
Rondweg 36/36a | 2980 | 2980 |
nb. bovenstaande oppervlakten zijn inclusief de oppervlakte van de (bedrijfs-)woningen en bijgebouwen. |
Indien toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid, zoals genoemd onder 4.7.1 onder d, dient ter zake een bodemonderzoek, een flora- en faunaonderzoek,en een inrichtingsplan te worden overgelegd.
Bij beoordeling van het inrichtingsplan wordt in ieder geval getoetst op de volgende onderdelen: groen en groensingels, waterberging, verharding en parkeervoorzieningen op eigen terrein.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden, zoals genoemd in 4.7.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden: