Plan: | De Streek, Oude Rijksweg 565 te Rouveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0180.2112014010-VS01 |
Op de locatie Oude Rijksweg 565 te Rouveen is een voormalige agrarische boerderij gesitueerd. Initiatiefnemer is voornemens om deze voormalige agrarische boerderij (een monumentaal pand) te splitsen ten behoeve van dubbele bewoning.
In het geldende bestemmingsplan heeft de locatie de bestemming 'Wonen - 1'. Op de locatie is één woning toegestaan. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van woningsplitsing, waarmee een extra woning in het hoofdgebouw mag worden gerealiseerd.
Met het voorliggende wijzigingsplan wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het bestemmingsplan te wijzigen waardoor dubbele woning wordt toegestaan.
Het geldende bestemmingsplan is het bestemmingsplan 'De Streek' dat op 11 juni 2013 is vastgesteld door de gemeenteraad (hierna ook wel: moederplan). Dit plan blijft onverkort van toepassing, behalve ten aanzien van het aantal woningen op de locatie Oude Rijksweg 565 te Rouveen.
Het wijzigingsplan 'De Streek, Oude Rijksweg 565 te Rouveen' bestaat uit de volgende stukken:
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied gelegen gronden aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. De toelichting heeft geen rechtskracht. In de toelichting zijn de aan het plan ten grondslag liggende onderzoeken en een planbeschrijving opgenomen.
Huidige situatie
Plangebied
De locatie Oude Rijksweg 565 te Rouveen betreft een voormalige agrarische boerderij. Er is geen sprake meer van agrarische bedrijfsactiviteiten. Het hoofdgebouw is een monumentaal pand. Op de locatie is één woning toegestaan. De globale ligging van het plangebied is op de volgende afbeelding weergegeven.
Afbeelding: Globale ligging plangebied
De Streek
De Streek is een 12 kilometer lang, langgerekt bebouwingslint tussen Halfweg en Lichtmis en is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.
De Streek kent een zeer groot aantal monumentale en karakteristieke panden. In De Streek is sprake van een afnemende agrarische functie. Veel boeren hebben de laatste jaren gekozen voor bedrijfsbeëindiging of verplaatsing naar het buitengebied, met als gevolg leegstaande boerderijen aan De Streek.
Het gemeentelijk beleid is er op gericht om grote boerderijen te behouden. Om de leegstand en verval van boerderijen tegen te gaan, worden de boerderijen veelal gesplitst in meerdere wooneenheden. Op deze manier blijft het beeld van Staphorst en Rouveen intact.
De gemeente wil de belangrijke cultuurhistorische en ruimtelijke karakteristieken (waaronder de monumentale en karakteristieke boerderijen en de stegen) behouden, zoals bedoeld in het kader van een beschermd dorpsgezicht. Daarom is in het geldende bestemmingsplan 'De Streek' voor een gedetailleerde wijze van bestemmen gekozen, maar met veel mogelijkheden. De monumentale en karakteristieke panden zijn als karakteristiek op de verbeelding aangeduid. In de regels zijn nadere regels opgenomen ten aanzien van de bescherming. Om voormalige agrarische boerderijen te behouden, is een ontwikkelingsregeling opgenomen met betrekking tot het splitsen van boerderijen. Deze regeling biedt de mogelijkheid om door middel van een wijzigingsbevoegdheid de bestemming van de voormalige boerderij te wijzigen, waardoor dubbele bewoning is toegestaan.
Toekomstige situatie
Het voornemen is om de voormalige agrarische boerderij op de locatie Oude Rijksweg 565 te splitsen ten behoeve van dubbele bewoning. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt medewerking verleend aan de splitsing van deze voormalige agrarische boerderij.
Bij de woningsplitsing blijft de bestaande karakteristiek van het hoofdgebouw behouden. Ten behoeve van de woningsplitsing is een erfinrichtingsplan opgesteld. Dit plan is als Bijlage 1 toegevoegd en voldoet aan de uitgangspunten van de Nota Belvedère: Staphorst een eigen wereld. Op het erfinrichtingsplan is aangegeven waar ruimte is voor bijgebouwen en parkeergelegenheid.
Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Overijssel
In de Omgevingsvisie Overijssel heeft de provincie het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving aangegeven, voor de ontwikkeling van Overijssel tot 2020 en verder. De hoofdambitie van de Omgevingsvisie is 'een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden'. Leidend voor de beleidskeuzes die op dit gebied worden gemaakt, zijn de thema's duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.
Ontwikkelingsperspectief stedelijke omgeving
Het plangebied ligt binnen het bestaande bebouwde gebied van Rouveen. Voor steden, dorpen en de hoofdinfrastructuur is het 'Ontwikkelingsperspectief stedelijke omgeving' opgesteld. De provincie stelt dat het in de stedelijke omgeving een uitdaging is om de economische centra bereikbaar te houden en dat door herstructurering de kwaliteit van woonomgevingen en bedrijfslocaties wordt vergroot. Dorpen kunnen vanwege hun specifieke karakteristieken een bijdrage leveren aan de ambitie om een breed spectrum aan mixmilieus van wonen en werken te creëren. De eigenheid van dorpen kan worden versterkt door de karakteristieke opbouw trouw te blijven en de verbinding met het omliggende landschap of historische structuren expliciet te maken. De actuele praktijk van de monofunctionele en monotone dorpsuitleg (die wijken en terreinen oplevert die 'overal' zouden kunnen liggen) verschuift. De nadruk komt steeds meer te liggen op het creëren van een breed spectrum aan gemengde milieus van woningen, werkruimtes, bedrijven, voorzieningen en recreatieve mogelijkheden die voortbouwen op de karakteristieke opbouw van dorp of kern. Hierbij kan het omliggende landschap beter bereikbaar worden gemaakt door open en zorgvuldig ingerichte dorpsranden.
Woningbouw wordt geconcentreerd in stedelijke netwerken en streekcentra. Daarbuiten mag alleen voor de lokale behoefte en bijzondere doelgroepen worden gebouwd, tenzij sprake is van bovenlokale afspraken.
Bij nieuwbouw gaat de provincie uit van de zogenaamde 'SER-ladder'. Deze methode gaat ervan uit dat eerst het gebruik van de ruimte wordt geoptimaliseerd, dan de mogelijkheid van meervoudig ruimtegebruik wordt onderzocht en dan pas de mogelijkheid om het ruimtegebruik uit te breiden wordt bekeken. Dit betekent dat de woningbouwopgave eerst door herstructurering, transformatie of inbreiding moet worden gerealiseerd. Pas als dit onvoldoende blijkt voor het aantal woningen en de kwaliteit van de woonomgeving kan uitbreiding van het stedelijk gebied plaatsvinden. Nieuwbouw is in het kader van het voorliggend plan niet aan de orde. Wel wordt bij het voorliggende plan een extra woning mogelijk gemaakt door middel van woningsplitsing binnen bestaand stedelijk gebied.
Cultureel erfgoed
De provincie beschouwt haar cultureel erfgoed als een belangrijke drager voor de identiteit van Overijssel. De uitdaging ligt in het behouden van cultuurhistorische waarden door ze te verbinden met actuele en toekomstige (ruimtelijke) ontwikkelingen. In steden en dorpen gaat het daarbij onder andere om archeologisch erfgoed en om gebouwde monumenten en in bijzondere gevallen om beschermde stads- en dorpsgezichten.
Overijssel kent een relatief groot aantal cultuurhistorisch waardevolle kernen en buurtschappen, waaronder De Streek (Staphorst / Rouveen). Specifiek wordt in de omgevingsvisie aangegeven dat de karakteristiek van het laagveenslagenlandschap (kleinschalige, fijnmazige landschapsstructuur en open doorzichten) van Staphorst en Rouveen dient te worden behouden. Daarbij merkt de provincie op dat de aanwijzing tot beschermd stads- of dorpsgezicht niet automatisch betekent dat een dynamische ontwikkeling onmogelijk wordt. In een op te stellen bestemmingsplan zal moeten worden bezien welke randvoorwaarden uit een oogpunt van bescherming van het dorpsgezicht nodig zijn. Middels de gedetailleerde wijze van bestemmen, maar met veel mogelijkheden, wordt hieraan invulling gegeven.
Conclusie
De woningsplitsing voorziet in een lokale behoefte. Het betreft bestaande bebouwing, er is geen sprake van nieuwbouw. Met het voorliggende plan worden de cultuurhistorische waarden behouden.
Gemeentelijk beleid
Woonvisie 2011+
Het woonbeleid van de gemeente Staphorst is opgenomen in de Woonvisie 2011+. Aan deze visie ligt een onderzoek naar de bevolkingsontwikkeling en woningbehoefte ten grondslag. In de visie worden beleidslijnen uitgezet met extra aandacht voor de huisvesting van starters en jonge huishoudens, goede afstemming van wonen-welzijn-zorg, de huursector: inspelen op veranderende doelgroepen, nieuwbouwproductie afstemmen op de behoefte en de gemeente als regisseur.
Het gemeentelijke beleid staat splitsing in meerdere woningen toe bij karakteristieke / monumentale voormalige boerderijen. Bij splitsing van een karakteristiek / monumentale voormalige boerderij in twee wooneenheden geldt een minimale inhoud van de bestaande boerderij van 800 m3. In het woningbouwprogramma is rekening gehouden met boerderijsplitsing in De Streek.
In dit geval is bij de woningsplitsing sprake van een particulier initiatief, waarbij de aanvrager inspeelt op eigen behoefte.
Nota Belvedère: Staphorst een eigen wereld
De gemeente Staphorst heeft in 2004 in samenwerking met de provincie Overijssel en Het Oversticht het rapport 'Staphorst een eigen wereld' opgesteld.
In het rapport is nadere aandacht besteed aan de wijze waarop meer afgewogen keuzes voor de toekomstige ontwikkeling van De Streek kunnen worden gemaakt. Er is voor het lint als geheel aangegeven hoe De Streek zich als zodanig kan ontwikkelingen met behoud van de cultuurhistorische waarden van het gebied. Tevens wordt een leidraad geboden voor het omgaan met functieveranderingen van boerderijen en uitbreiding van woningbouw in het lint. Het rapport is als onderlegger gebruikt voor het gemeentelijk beleid, zoals boerderijsplitsing, omgaan met open plekken, behoud van de elzensingels, behoud van de stegen, functiewijzigingen, monumenten et cetera.
De uitgangspunten van het rapport 'Staphorst een eigen wereld' en de nadere beleidsuitwerkingen, zoals ook hierna verwoord, zijn daar waar mogelijk vertaald in de regels en de verbeelding van dit bestemmingsplan.
Geurgebiedsvisie Gemeente Staphorst en Geurverordening
De gemeente Staphorst heeft in 2009 de Geurgebiedsvisie en de Geurverordening vastgesteld. De Wet geurhinder en veehouderij biedt gemeenten de mogelijkheid om hun eigen geurbeleid te voeren. De gemeente kan andere waarden voor geurbelasting of afstanden vaststellen in een gemeentelijke verordening, die de wettelijke waarden en afstanden uit de artikelen 3 en 4 van de Wet geurhinder en veehouderij vervangen. De 'nieuwe waarden' worden toegepast bij vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer.
De woonbebouwing, de agrarische bedrijfsbebouwing en de 'anders dan agrarische' bedrijfsbebouwing zijn in De Streek dicht op elkaar gesitueerd. Dit heeft tot gevolg dat (bedrijfs)woningen veelal zijn gelegen binnen de (geur)hindercirkels van omliggende (agrarische) bedrijven. Functieveranderingen die gepaard gaan met bestemmingsplanwijzigingen zijn nagenoeg niet mogelijk. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor de ontwikkeling van de agrarische bedrijven beperkt.
Om de situatie ten aanzien van (geur)hindercirkels van de aanwezige bedrijven en de gevolgen, dan wel de (ruimtelijke) beperkingen hiervan concreet in beeld te brengen, is een quickscan uitgevoerd. De gemeente Staphorst heeft op basis van de bevindingen uit de quickscan besloten een (geur)gebiedsvisie op te stellen. Voor De Streek betekent dat onder andere de volgende punten uit deze gebiedsvisie in de geurverordening zijn opgenomen:
Vervolgens is de Aanvulling Geurgebiedsvisie Staphorst 2012 opgesteld omdat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen werden belemmerd door de wettelijke norm voor geurbelasting van dieren met een emissiefactor. De knelpunten deden zich met name voor in de bebouwde omgeving.
Om de beperkte groei van veehouderijen mogelijk te maken, is een verruiming van de voorgrondbelasting naar 3 odeur voldoende geacht. De contour van 3 odeur van de voorgrondbelasting ligt in de orde van omvang van de contour van de achtergrondbelasting van 4 odeur.
Niet alle knelpunten worden opgelost door deze wijziging van de geurnormen. Bedrijven met dieren met een emissiefactor binnen de bebouwde kom blijven hun omgeving op slot zetten. Het verder verhogen van de geurnorm leidt tot ongewenste uitbreidingsmogelijkheden van deze bedrijven, geen verdere ontwikkelingen binnen het uitplaatsingsbeleid en een leefklimaat wat als slecht wordt beoordeeld.
Analoog aan de mogelijkheid van bewoning van, splitsing van, inwoning of verblijven in monumentale of karakteristieke panden binnen de vaste geurafstand is dit ook mogelijk binnen de contour van 4 ouE/m3 (achtergrondbelasting).
Met de aanvulling zijn een aantal ruimtelijke ontwikkelingen binnen de kernen weer mogelijk en is er ruimte voor de individuele ondernemer om eventueel uit te breiden naar een voorgrondbelasting van 3 odeur op geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom.
In het moederplan is in de regels bij de wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van de bovengenoemde punten de relatie gelegd met de Geurverordening. Bij de voorgenomen woningsplitsing wordt hieraan voldaan. Zie paragraaf 2.3.
Geluidsbeleid in het kader van de Wet geluidhinder
De gemeenteraad heeft in 2011 het Geluidsbeleid in het kader van de Wet geluidhinder vastgesteld. De Wet geluidhinder regelt de beheersing van de geluidhinder van het wegverkeer, van het spoorverkeer en van de gezoneerde industrieterreinen. Voor zijn doorwerking is de wet veelal gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dient te worden voldaan aan de geluidsnormen. Het wettelijk regime maakt in het algemeen onderscheid tussen bestaande en nieuwe situaties.
Het beleid heeft betrekking op de ontheffingsmogelijkheden voor zover het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst bevoegd is om ontheffingen te verlenen. Dit betreft weg- en railverkeerslawaai en industrielawaai vanwege het gezoneerde industrieterrein.
In het moederplan is in de regels bij de wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningsplitsing een relatie gelegd met de Wet geluidhinder. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat bij de voorgenomen ontwikkeling wordt voldaan aan de Wet geluidhinder. Zie paragraaf 2.3.
Landschapsplan Staphorst
De gemeenteraad heeft in 2011 het Landschapsplan Staphorst vastgesteld. Het plangebied ligt in de lintbebouwing van het beschermd dorpsgezicht De Streek. Dit betreft het houtsingelgebied. Het houtsingelgebied is een deels gaaf, deels 'gesleten' houtsingellandschap, met eikenlanen. Er is een karakteristiek onderscheid tussen het houtsingellandschap bij Staphorst en bij Rouveen. Het landschap van De Streek heeft een zeer hoge waarde. De bebouwing heeft (veelal) een zeer hoge waarde, met het typische kleurgebruik. Kenmerkend voor de verkaveling is de smalle percelering, tamelijk langgerekt, soms met knikken.
Voor het houtsingelgebied Staphorst en Rouveen wordt gestreefd naar behoud, herstel en versterking vanwege de hoge en bijzondere landschappelijke kwaliteiten en omdat dit gebied in belangrijke mate de identiteit en herkenbaarheid van Staphorst / Rouveen bepaalt. De bouwstenen van het houtsingelgebied zijn elzensingels, sloten, grasland, wegen met laanbeplanting en erven met erfbeplanting. Daarbij wordt aandacht besteed aan het accentueren van de karakteristieke knikken in de verkaveling. Bij behoud, herstel en versterking wordt rekening gehouden met de verschillen tussen beide gebieden (Staphorst en Rouveen) qua maat en schaal van het landschap, structuur van de landschapselementen en soorten.
Naast de singels zijn tevens de erven met erfbeplanting en geriefbosjes belangrijke bouwstenen voor versterking van het houtsingelgebied Staphorst en Rouveen.
In het gemeentelijk beleid worden mogelijkheden voor het investeren in ruimtelijke kwaliteit genoemd, zoals het herstel van karakteristieke waarden van bebouwing of landschapselementen en het nieuw aanleggen van singel- of erfbeplanting.
In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een erfinrichtingsplan opgesteld, zie paragraaf 2.3. Hierbij is ingespeeld op de landschappelijke karakteristieken van het gebied.
Externe veiligheidsvisie gemeente Staphorst
De gemeente heeft het eigen externe veiligheidsbeleid uitgewerkt in de Externe Veiligheidsvisie gemeente Staphorst. Aanleiding hiervoor is dat op landelijk niveau is afgesproken dat elke gemeente zijn eigen externe veiligheidsbeleid dient te voeren.
Conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn milieukwaliteitseisen op het gebied van externe veiligheid geformuleerd. De milieukwaliteitseisen zijn wettelijke normen die zijn gericht op bestuursorganen en moeten leiden tot een bepaalde veiligheidssituatie in een bepaald gebied. De wettelijke eisen zijn te onderscheiden in grenswaarden en richtwaarden. Uit het begrip milieukwaliteitseis vloeit voort dat de eisen moeten worden vertaald in bronmaatregelen, effectgerichte maatregelen of een combinatie van beide. Om aan vorenstaande een adequate invulling te geven, dient de Externe Veiligheidsvisie van de gemeente Staphorst als hulpmiddel. In het beleid is dan ook vastgelegd hoe in ruimtelijke plannen en bij het verlenen van vergunningen dient te worden omgegaan met externe veiligheid.
In paragraaf 2.3 is nader ingegaan op het aspect externe veiligheid in verband met de voorgenomen ontwikkeling.
Industrielawaaibeleid De Streek
De gemeente heeft in 2011 beleid opgesteld waarin wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met het aspect industrielawaai. Met dit beleid heeft de gemeente Staphorst in een behoefte voorzien om eenduidig geluidsbeleid te hanteren ten aanzien van industrielawaai voor het gebied De Streek. Het beleid is eenvoudig toepasbaar en doet recht aan het bijzondere karakter van de omgeving waar het in stand houden van mengvormen van bedrijvigheid en woningen wenselijk wordt geacht.
Met dit industrielawaaibeleid hoeft niet elke ruimtelijke ontwikkeling, en elke vergunningaanvraag en melding volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer te worden beoordeeld overeenkomstig de geldende voorschriften, richtlijnen en jurisprudentie.
In paragraaf 2.3 is nader ingegaan op het aspect geluid in verband met bedrijven in de omgeving en wegverkeerslawaai.
Erfgoednota gemeente Staphorst 2013-2017
De erfgoednota is in 2013 door de gemeente vastgesteld. De gemeente Staphorst wil zorgvuldig met haar erfgoedwaarden omgaan en heeft daarvoor gericht beleid geformuleerd. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk te anticiperen op de landelijke ontwikkelingen in de monumentenzorg. De laatste jaren zijn steeds meer verantwoordelijkheden op het gebied van monumentenzorg bij de gemeenten komen te liggen.
Het doel van de gemeente met de erfgoednota is om haar erfgoed in gebruik en beleving een waardevol en gewaardeerd onderdeel te laten uitmaken van de samenleving om zo dit erfgoed zorgvuldig te behouden en te ontwikkelen. Tevens wil de gemeente bij dit beleid dat het politiek, ambtelijk en ‘burgerlijk’ gedragen wordt én draagvlak genereert. Daarnaast ambieert de gemeente dat behoud hand in hand gaat met ontwikkeling. Expliciet voor de gemeente Staphorst geldt dat erfgoed als een kans voor ruimtelijke kwaliteit beschouwd wordt in plaats van een obstakel voor ontwikkeling.
De gemeente heeft onder andere beleid om splitsing van boerderijen onder voorwaarden mogelijk te maken, vanwege de voortdurende behoefte aan woonruimte. Hiervoor zijn uitgangspunten en criteria voor geformuleerd voor het behoud van de bijzondere kwaliteiten van de monumenten.
Bij de voorgenomen woningsplitsing blijven de bestaande karakteristieken van het hoofdgebouw behouden, zie hiervoor paragraaf 2.3.
Ruimtelijke Atlas en Welstandsnota
De Ruimtelijke Atlas en Welstandnota van de gemeente Staphorst dient als vervanging van de voorgaande welstandsnota, die als te knellend werd ervaren. Daarvoor in de plaats is er een globaler welstandbeleid op basis van een welstandskaart. De atlas is een analyse en verhaal in kaartbeelden van de gemeente. De welstandsnota is meer dan voorheen gebaseerd op de ruimtelijke opbouw van de gemeente en haar verschillende kernen. De welstandskaart is een specifieke uitwerking van de atlas voor het welstandsbeleid.
De Ruimtelijke Atlas en Welstandsnota bieden samen een ruimtelijk kader, waar een welstandscommissie of stadsbouwmeester maar ook stedenbouwkundige(n), architecten en andere adviseurs zich op kunnen baseren. Op deze manier fungeert de atlas als een soort raamwerk voor het ruimtelijk beleid en de welstandskaart als een overzichtelijk toetsinstrument.
Bij nieuwe ontwikkelingen vormen een goed ruimtelijk beleid en hierop afgestemde bestemmingsplannen de basis voor het welstandsbeleid, omdat hierin de bebouwingsvlakken, bouwenveloppen en/of bouwvolumes worden vastgelegd.
Voor het plangebied geldt een bijzonder welstandsregime. Dit regime blijft voornamelijk beperkt tot de meest karakteristieke delen van de bebouwde kommen. Onder het bijzonder regime vallen de bebouwingslinten van Staphorst en Rouveen. Deze omvatten de oudste delen van beide dorpen waar zich ook de vele rijks- en gemeentelijke monumenten bevinden. Cultuurhistorie is een belangrijke reden om voor een bijzonder regime te kiezen. Bij een bijzonder welstandsregime wordt het gebouw niet alleen als zelfstandig object maar ook in haar details getoetst, de esthetische benadering. Bij het regime wordt ook aandacht besteed aan de keuze van het materiaalgebruik, toepassing van kleuren, raamindeling, detaillering en toepassing van ornamenten.
Voor zover mogelijk worden deze uitgangspunten vertaald in het voorliggende plan. Bij de voorgenomen ontwikkeling blijft de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de boerderij gehandhaafd. In het kader van welstand wordt het voorgenomen plan nader getoetst aan de gemeentelijke welstandsnota.
In het geldende bestemmingsplan 'De Streek' is in artikel 17.6 onder b (de bestemming 'Wonen - 1' waaronder de karakteristieke panden vallen) een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die woningsplitsing mogelijk maakt. De wijzigingsbevoegdheid luidt als volgt:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de zin dat:
meerdere woningen in een bestaand hoofdgebouw worden gerealiseerd (woningsplitsing) mits wordt voldaan aan de genoemde randvoorwaarden.
Hieronder is nader op de randvoorwaarden ingegaan.
Bij de voorgenomen woningsplitsing heeft iedere woning een inhoud van 250 m3 of meer.
Bij de voorgenomen ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van de bestaande inritten, er worden geen nieuwe inritten gerealiseerd. Zie hiervoor het erfinrichtingsplan in Bijlage 1.
Bij de berekening voor de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt de gesplitste woning als één hoofdgebouw aangemerkt.
In het kader van spoorweglawaai en industrielawaai ligt de locatie niet nabij spoorwegen of gezoneerde industrieterreinen.
Ten aanzien van het wegverkeerslawaai van de Oude Rijksweg en de A28 is op de geluidscontourkaart van de gemeente Staphorst een geluidsbelasting voor pandgeluid van 53-58 dB(A) op de locatie aangegeven. Hiermee wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel.
Daarom is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Adviesbureau Vobru, Akoestisch onderzoek Splitsing woonboerderij Oude Rijksweg 565, van 28 mei 2013) vanwege het wegverkeerslawaai van de Oude Rijksweg en de A28 ter plaatse van de gevels van de toekomstige woning. Het onderzoek is opgenomen in Bijlage 2.
Uit het onderzoek blijkt het volgende:
Naar aanleiding van het onderzoek is in de regels van dit wijzigingsplan geregeld dat op de tweede bouwlaag (eerste verdieping) bij rekenpunt 003 geen geluidgevoelige ruimte mag worden gerealiseerd.
Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij, die op 1 januari 2007 in werking is getreden, dient binnen de bebouwde kom een afstand van 100 meter te worden aangehouden tussen melkrundveehouderijen en woningen van derden. In de directe nabijheid is op de volgende percelen sprake van veehouderij: Oude Rijksweg 543, Oude Rijksweg 551, Oude Rijksweg 563 en Oude Rijksweg 567.
In de geurverordening heeft de gemeente Staphorst de aan te houden minimale afstand teruggebracht tot 50 meter. Bij monumentale en karakteristieke panden heeft de gemeente de minimale afstand tussen een inrichting en een geurgevoelig object opgeheven. Gelet op het feit dat het pand Oude Rijksweg 565 een monumentaal pand is, vormt dit geen belemmering voor de splitsing van de woning.
Overigens, op de locatie Oude Rijksweg 543 is ook sprake van intensieve veehouderij. Op de locatie Oude Rijksweg 543 is een veehouderijbedrijf aanwezig voor het houden van 63 melkkoeien, 66 stuks jongvee en 52 stuks vleesvee. De locatie Oude Rijksweg 565 ligt op basis van de geuremissiekaart behorend bij de geurgebiedsvisie van 2012/2013 niet binnen de cumulatieve 2-odeur contour en niet binnen de individuele geurcontour afkomstig van Oude Rijksweg 543, hetgeen betekent dat aan de norm uit de Wet geurhinder en veehouderij kan worden voldaan. De locatie Oude Rijksweg 543 vormt geen belemmering voor de te splitsen woning.
Hiermee vormt het aspect geur geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.
Op het perceel is geen sprake van landschapsontsierende bebouwing, daarom vindt er geen reductie plaats van landschapsontsierende bebouwing.
Milieutechnisch zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen woningsplitsing.
In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een erfinrichtingsplan overlegd. Deze is goedgekeurd door de gemeente. Het erfinrichtingsplan is opgenomen als Bijlage 1 bij deze toelichting. Op het erfinrichtingsplan is de ruimte voor bijgebouwen en parkeergelegenheid weergegeven.
De bestaande karakteristiek van het hoofdgebouw blijft behouden. De boerderij en het erf blijven goed aansluiten bij het karakter van De Streek.
De aangrenzende gronden zijn in gebruik als wonen en agrarische bedrijvigheid. Zoals omschreven onder punt 5 en 7 wordt rekening gehouden met de belangen van de gebruikers en eigenaren van de aangrenzende gronden. Er is geen reden te veronderstellen dat met de woningsplitsing de belangen van de aangrenzende grondgebruikers zullen worden geschaad.
De uitvoering van het erfinrichtingsplan is gegarandeerd door middel van het opnemen van een voorwaardelijke verplichting in de regels van het voorliggende bestemmingsplan. Het erfinrichtingsplan is daarom ook als bijlage bij de regels toegevoegd.
De raad heeft de mogelijkheid om aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven het plan te wijzigen. Deze bevoegdheid staat in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening.
In artikel 17.6 onder b van het bestemmingsplan 'De Streek' staat dat burgemeester en wethouders het plan kunnen wijzigen in die zin dat meerdere woningen in een bestaand hoofdgebouw worden gerealiseerd (woningsplitsing) mits wordt voldaan aan de genoemde randvoorwaarden.
Van deze bevoegdheid wordt met dit wijzigingsplan gebruik gemaakt. Bij dit wijzigingsplan wordt uitsluitend het aantal woningen aangepast. Hiervoor is de aanduiding 'aantal (2)' opgenomen. Voor het overige blijft het moederplan onverkort in stand.
Voor de duidelijkheid (zichtbaarheid) zijn de overige bestemmingen en aanduidingen die op het perceel blijven rusten, opgenomen in dit plan.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient een onderzoek te worden ingesteld naar de uitvoerbaarheid van het plan.
Dit wijzigingsplan regelt alleen het opnemen van de aanduiding voor het aantal woningen. De locatie behoudt de overige bestemmingen en aanduidingen.
De kosten die verbonden zijn aan de bestemmingsplanwijziging en de uitvoering van het wijzigingsplan zijn voor rekening van initiatiefnemer. Ook is tussen de gemeente en initiatiefnemer een planschadeovereenkomst afgesloten. Een beschrijving van de economische uitvoerbaarheid wordt derhalve achterwege gelaten.
Het is in dit geval niet nodig om een exploitatieplan op- en vast te stellen.
Het wijzigingsplan 'De Streek, Oude Rijksweg 565 te Rouveen' is conform artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening voorbereid met de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat er gelegenheid is gegeven voor het indienen van zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
oktober 2014.