Plan: | Buitengebied, herziening Beukenlaan 1, Dalmsholte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0041-VA01 |
Het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beukenlaan 1, Dalmsholte met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0041-VA01 van de gemeente Ommen;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beukenlaan 1, Dalmsholte met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0041-VA01;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van artikel 1.1., derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie;
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik;
bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk;
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel
opzicht ten dienst van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw)
dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de
kadastrale gegevens;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik;
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie n de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving; voor het bepalen van de sterke gebiedskenmerken moet gebruik gemaakt worden van het Landschapsontwikkelingsplan Ommen en het Inspiratieboek ruimtelijke kwaliteit, waarin de sterke gebiedskenmerken per (deel)gebied zijn beschreven;
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
de perceelsscheiding van een bouwperceel, niet gelegen aan de voor- of achterzijde van het perceel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.
de afstand van bovenkant goot c.q. druiplijn ten opzichte van het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein. Ondergeschikte bouwonderdelen als goten van dakkapellen worden niet meegerekend;
de afstand van de bovenkant dakopstand of boeiboord ten opzichte van het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein;
de verticale afstand van het hoogste punt van een gebouw of ander bouwwerk tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein; bij de bepaling van de hoogte worden ondergeschikte bouwonderdelen als antennes, liftkokers, schoorstenen, luchtkokers, lichtkappen, roeden van hooibergen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen niet meegerekend.
de verticale afstand van het hoogste punt van de antenne-installatie tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende en afgewerkte terrein; indien de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antenne-installatie.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen, worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
afstand gemeten vanaf enig punt van een bouwwerk tot de rand van de dichtstbijzijnde berm aan de zijde van de weg.
Te meten overeenkomstig de definitie voor oppervlakte van een gebouw.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden en mits de verticale projectie van de gevel zelf op of achter de bouw- c.q. bestemmingsgrens blijft.
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten vanuit het hart van een lijn op de analoge of digitale plankaart.
De gronden op de plankaart aangewezen voor Natuur zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur- zonnepanelen ten behoeve van de bestemming Wonen waarmee het relatie' heeft. Kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van de realisatie van zonneveld met zonnepanelen, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Max. aantal/ bestemmingsvlak | Max. inhoud (m³) per woning | Max. oppervlakte (m²) per woning | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
Woningen (inclusief uit- en aanbouwen) | 1 | 1.750 | 4,5 | 12 | |
Bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 | 4 | 6 | ||
Erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 2 |
||||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
3 |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van de realisatie van een paardenbak buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het gebruik van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteiten, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4.2 onder b indien in plaats van de in Bijlage 1 Ruimtelijk kwaliteitsplan opgenomen landschapsmaatregelen andere landschapsmaatregelen wordt getroffen, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4.1 voor het toestaan dat bijgebouwen worden gebruikt ten behoeve van aan huis gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie geldt het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1, met inachtneming van het volgende:
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Afwijkingen als bedoeld in lid 9.1.101 worden niet verleend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Beukenlaan 1, Dalmsholte van de gemeente Ommen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ......
De griffier, De Voorzitter