| Plan: | Buitengebied, herziening Zwolseweg 17, Ommen |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0036-vg01 |
het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Zwolseweg 17, Ommen met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0036-vg01 van de gemeente Ommen;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in bijlage 1, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen en vergunningbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de op de kaart, blijkens de daarop voorkomende verklaring, als zodanig aangegeven lijn, die door gebouwen niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze regels zijn toegestaan;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, ten dienste van staat;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een mobiel kampeermiddel dat kan worden aangemerkt als aanhangwagen in de zin van de Regeling Voertuigen;
gebouwen op verblijfsrecreatieve terreinen zoals een bedrijfswoning, een receptie, een kantine, horeca, een kampwinkel, een zwembad en soortgelijke gebouwen ten dienste van de bedrijfsvoering;
vormen van recreatief medegebruik door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis -en picknickplaatsen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf van groepen;
één of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter, zoals bijvoorbeeld een tent, vouwwagen, toercaravan of camper;
een terrein ingericht voor recreatief verblijf in kampeermiddelen en trekkershutten;
de gemiddelde hoogte van het terrein ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het bestemmingsplan;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden ;
een grens van een bouwperceel;
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt;
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is;
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving; voor het bepalen van de sterke gebiedskenmerken moet gebruik gemaakt worden van het landschapsontwikkelingsplan Ommen en het Inspiratieboek ruimtelijke kwaliteit, waarin de sterke gebiedskenmerken per (deel)gebied zijn beschreven;
een kavel welke zich bevindt op een kampeerterrein, bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel of vakantieverblijf;
het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
een houten blokhut dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de naar de weg gekeerde gevel; bij bebouwing nabij kruisingen of splitsingen is de voorgevel de gevel die gericht is naar de weg vanwaar toegang tot het perceel wordt verkregen; bij meerdere toegangen is die vanaf de straat waaraan de bebouwing gelegen is, maatgevend;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen, worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 meter wordt overschreden en mits de verticale projectie van de gevel zelf op of achter de bouw- c.q. bestemmingsgrens blijft.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De gronden op de plankaart aangewezen voor Natuur zijn bestemd voor behoud, bescherming, beheer en ontwikkeling van actuele en potentiële natuur- en landschapswaarden, mede in de vorm van bossen, alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur uitgesloten - bebouwing' mag geen bebouwing worden gerealiseerd met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
De bouwhoogte van sport- en speeltoestellen mag niet meer dan 12 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 3.2 en hogere goot- en bouwhoogtes van gebouwen toestaan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 3.2.3 voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte voor speel- en sporttoestellen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 3.2.6 voor het overschrijden de genoemde hoogtematen met inachtneming van het volgende:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 3.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 3.7.1 wordt in ieder geval verleend, indien de aanvrager van de vergunning aan de hand van een inrichtingsplan kan aantonen dat elders op het verblijfsrecreatieve terrein compensatie plaatsvindt van de verloren natuur- of landschapswaarden als gevolg van de uitgevoerde werken of werkzaamheden.
De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er mag geen bebouwing worden gesitueerd voor de voorgevel van de bedrijfswoning met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, vlaggenmasten en lichtmasten.
Voor het bouwen van een groepsaccommodatie gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van sport- en speeltoestellen mag niet meer dan 12 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 4.2 en hogere goot- en bouwhoogtes van gebouwen toestaan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 4.2.3 en een groter oppervlak aan bedrijfsgebouwen toestaan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 4.2.5 voor het overschrijden van de maximale bouwhoogte voor sport- en speeltoestellen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is gesteld in lid 4.2.8 voor het overschrijden de genoemde hoogtematen met inachtneming van het volgende:
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van de groepsaccommodatie voor permanente bewoning.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend het gebruiken van bedrijfswoningen voor een aan huis gebonden beroep voorzover het oppervlak ten behoeve van deze activiteit niet meer bedraagt dan 100 m².
De voor Waterstaat - Waterstaatkundige functie aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterhuishouding, waaronder begrepen de wateraanvoer- en afvoer, de waterberging alsmede dijken, kades, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan met toepassing van artikel 3.6 Wro te wijzigen ten behoeve van het vergroten, verkleinen of verwijderen van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie met inachtneming van het volgende. Planwijziging mag alleen plaatsvinden nadat:
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, (voorzover die binnen het betreffende gebied van toepassing zijn) mits:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 met maximaal 10%.
Lid 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 9.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Zwolseweg 17, Ommen.