Plan: | Schurinkhof 2 Ommen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20121005005-va01 |
Cultuurhistorie
Sinds 1 januari 2012 dient volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) het aspect cultuurhistorie expliciet te worden betrokken in bestemmingsplannen. In paragraaf 2.1 is (daarom) ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het plangebied en de directe omgeving. De functiewijziging tast de cultuurhistorische waarden van de Schurinkstraat als oud lint niet aan. Daarnaast is de molenbiotoop van de nabijgelegen molen van belang. Hierop wordt hierna ingegaan.
Molenbiotoop
Op zo'n 100 meter van het plangebied is korenmolen De Lelie aanwezig. Ten behoeve van de molen is het van belang dat de (gebouwde) omgeving van de molen van invloed kan zijn op het functioneren van de molen. Om de vrije windvang en het uitzicht op de molen te beschermen, is binnen een straal van 300 m rondom de molen een zogenoemde molenbiotoop aanwezig. Bij nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van deze molen dient met de molenbiotoop rekening gehouden te worden.
In een straal 100 m rondom de molen (gerekend vanaf het middelpunt van de molen) mag geen bebouwing worden opgericht of beplanting aanwezig zijn die hoger is dan de hoogte van de onderste stand van een verticale wiek. In een straal van 100 tot 300 m geldt de volgende rekenformule voor de toelaatbare hoogte van omringende obstakels:
De maximaal toelaatbare hoogte van omringende obstakels wordt bepaald op basis van de volgende formule:
H(x) = x/n+c*z
Waarin:
H(x) | = de maximaal toelaatbare hoogte |
x | = de afstand tot de molen |
n | = een constante voor de ruwheid, Ommen is bebouwd gebied en dan geldt een waarde van 50 voor gesloten gebied. |
c | = een constante voor de reductie, meestal 0,2 |
z | = askop-hoogte. Deze is 16,9 m voor de Lellie. |
Ter bescherming van deze molenbiotoop wordt een aanduiding op de plankaart opgenomen, waarin is bepaald dat bij de hoogte van bebouwing en beplanting rekening dient te worden gehouden met de molenbiotoop. In de huidige situatie is de windvang van de molen echter al beperkt. De hoogte van het huidige gebouw past ook niet in zijn geheel binnen de molenbeschermingszone. Voor bestaande bebouwing wordt echter een uitzondering gemaakt in de regeling ter bescherming van de molenbiotoop. Dit bestemmingsplan maakt geen bebouwing mogelijk die hoger is dan in de huidige situatie aanwezig is. Dit onderdeel staat de uitvoering van dit bestemmingsplan daarom niet in de weg. Overigens is in het bestemmingsplan een bepaling opgenomen dat bebouwing die in de huidige situatie hoger is dan ingevolge de molenbiotoop zou zijn toegestaan, vervangen kan worden binnen de huidige afmetingen.