Plan: | Schurinkhof 2 Ommen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20121005005-va01 |
Beleid en normstelling
In een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door bedrijfsactiviteiten. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan een categorie-indeling heeft plaats gevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
Onderzoek en conclusie
Omgevingstype
De omgeving van het Schurinkhof is te typeren als een gemengd gebied. Aan het Schurinkhof en de Schurinkstraat zijn verschillende niet-woonfuncties gelegen. De richtafstanden uit de VNG-lijst kunnen daarom worden verkleind met één 'afstandsstap'. Deze richtafstanden zijn namelijk gebaseerd op afstanden tot rustige woonwijken.
Activiteiten
Detailhandelsactiviteiten kunnen worden ingeschaald in de categorie activiteiten die direct naast of beneden gevoelige functies zijn toegestaan, zeker in een gemengd gebied. De ontwikkeling in het onderhavige bestemmingsplan betreft een functiewijziging van supermarkt naar diverse andere detailhandelsvoorzieningen. Daarom is in de nieuwe situatie ook sprake van bedrijfsactiviteiten die toelaatbaar zijn beneden woningen. De bestemmingswijziging leidt niet tot onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van de bovengelegen en omliggende woningen.