direct naar inhoud van 3.7 Archeologie
Plan: Schurinkhof 2 Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20121005005-va01

3.7 Archeologie

Normstelling: monumentenwet 

De Monumentenwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Onderzoek en conclusie

In november 2008 heeft de gemeente het erfgoedbeleid vastgesteld. In deze nota is het monumentenbeleid en het archeologiebeleid gecombineerd. De beleidsambities zijn geformuleerd aan de hand van de thema's behouden, ontwikkelen en beleven, de missie die de gemeente aan de hand daarvan heeft opgesteld is als volgt:

  • het erfgoed zorgvuldig behouden en beheren;
  • het erfgoed zichtbaar maken en integraal meewegen als inspiratiebron bij ontwikkelingen in de omgeving of door ontwikkeling van het erfgoed zelf;
  • het erfgoed in het gebruik en in de beleving een waardevol en gewaardeerd onderdeel uit laten maken van de samenleving.

In de nota is deze missie verder uitgewerkt in ambities. Daarnaast heeft de nota geleid tot een beleidsvoorstel archeologie en ruimtelijke ordening. Daarbij is ook een archeologische verwachtingskaart opgesteld. Voor het hele grondgebied van de gemeente Ommen zijn lage, gemiddelde, hoge of onbekende archeologische verwachtingen vastgesteld.

Voor onderhavig plangebied geld een onbekend archeologische verwachtingswaarde. Daarom dient uit te worden gegaan van de normen die zijn opgenomen in de Monumentenwet: indien er sprake is van een verstoring van meer dan 50 cm onder het maaiveld met een oppervlakte van meer dan 100 m2, dan dient eerst archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd, voordat met de werkzaamheden kan worden gestart. Dit wordt gewaarborgd door middel van een dubbelbestemming in het bestemmingsplan. Voor de functiewijziging zijn echter geen bodemwerkzaamheden voorzien, waardoor het aspect archeologie de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.