direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied rood voor rood Wethouder Petterweg 4 Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20101003004-va01

4.5 Externe veiligheid

4.5.1 Algemeen

Externe veiligheid is een beleidsveld dat is gericht op het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, de opslag, de verlading, het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen. Per 1 januari 2010 moet worden voldaan aan strikte risicogrenzen. Een en ander brengt met zich mee dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Concreet gaat het om risicovolle bedrijven, vervoer gevaarlijke stoffen per weg, spoor en water en transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen. Op de diverse aspecten van externe veiligheid is afzonderlijke wetgeving van toepassing. Voor risicovolle bedrijven gelden onder meer:


• het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
• de Regeling externe veiligheid (Revi)
• de Registratiebesluit externe veiligheid;
• het Besluit risico's Zware Ongevallen (Brzo)
• het Vuurwerkbesluit.


Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen is het Structuurschema buisleidingen (SBUI) van toepassing. Het doel van het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' is om de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen en activiteiten tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

4.5.2 Situatie in en bij het plangebied

Aan hand van de Risicokaart Overijssel is een inventarisatie verricht van risicobronnen in en rond het plangebied. Op de Risicokaart Overijssel staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. In totaal worden op de Risicokaart dertien soorten rampen weergegeven. In de volgende afbeelding is een uitsnede van de Risicokaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0175.20101003004-va01_0014.png"

Figuur 4.2: uitsnede Risicokaart Overijssel

Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen is nu nog het Structuurschema buisleidingen (SBUI) van toepassing. Voor de aanleg van nieuwe buisleidingen wordt door VROM gewerkt aan de Structuurvisie buisleidingen. Deze is nog op dit moment niet klaar.


Op 28 augustus 2009 is het ontwerp-Besluit externe veiligheid buisleidingen (ontwerp-BEVB) gepubliceerd. Hierdoor zal het toetsingskader voor deze buisleidingen conform de systematiek met plaatsgebonden risico en groepsrisico gaan werken. De verwachting is dat het nieuwe BEVB in de loop van 2011 in werking treedt.


Volgens het ontwerp-besluit worden gemeenten verplicht om bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar object bij een buisleiding wordt toegelaten, wordt een waarde in acht genomen van 10-6 per jaar met betrekking tot het plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten.


Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding, of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord. In het ontwerp-Besluit externe veiligheid buisleidingen zijn bepalingen opgenomen waaraan deze verantwoording dient te voldoen.

4.5.2.1 Plaatsgebonden risico (PR)

Er wordt bij externe veiligheid onderscheid gemaakt in plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico mag in principe nergens groter zijn dan 1 op 1 miljoen (ofwel 10-6). Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde.

Binnen de 10-6 / jr contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen dan geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Op de geraadpleegde provinciale risicokaart is de risicocontour van het plaatsgebonden risico (risicocontour 10-6/jr) van de leiding weergegeven. De afstand van de te realiseren woning tot aan de buisleiding bedraagt circa 200 meter. De buisleiding heeft een plaatsgebonden risicocontour van 0 meter. In de situatie Wethouder Petterweg 4 is wordt een nieuw kwetsbaar object opgericht. Gezien het feit dat de risicocontour van het plaatsgebonden risico 0 meter bedraagt, wordt er geen nieuw kwetsbaar object binnen de 10-6 / jr contour opgericht. Voorgaande houdt in dat het voorgenomen plan in het kader van de risicocontour van het plaatsgebonden risico acceptabel is.

4.5.2.2 Groepsrisico (GR)

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. In het ontwerp-BEVB is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen (art.12). Deze verantwoordingsplicht houdt in dat iedere wijziging met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegd gezag. Uitgegaan wordt van het invloedsgebied van 500 meter conform de AMvB Buisleidingen.


Voor zover het plangebied binnen dit gebied valt, brengt de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke ontwikkeling een zeer beperkte toename van de bevolkingsdichtheid binnen het invloedsgebied met zich mee. Daarnaast heeft het gebied op dit moment al een zeer lage personendichtheid. Er vindt dan ook geen onevenredige mutatie plaats in het groepsrisico. Dit verband daarmee is de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling vanuit oogpunt van groepsrisico verantwoord. Dit mede in relatie met de grote (200 m) afstand tot aan de buisleiding.

4.5.2.3 Resumé

Resumerend wordt opgemerkt dat:

    • 1. De bepalingen uit het ontwerp-Besluit externe veiligheid buisleidingen nog niet gelden;
    • 2. De nieuwe woning Wethouder Petterweg 4 is niet gelegen binnen de risicocontour van het plaatsgebonden risico;
    • 3. De personendichtheid in het invloedsgebied neemt nauwelijks toe als gevolg van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling. Tevens heeft het gebied reeds een lage personen dichtheid. Hiermee is het voorgenomen plan vanuit oogpunt van groepsrisico verantwoord;
    • 4. Het plangebied zich niet bevindt binnen de risicocontour van Bevi- en Brzo-inrichtingen danwel inrichtingen die vallen onder het Vuurwerkbesluit (plaatsgebonden risico);


Eén en ander brengt met zich mee dat het project in overeenstemming is met wet- en regelgeving ter zake van externe veiligheid.