Plan: | Buitengebied rood voor rood Wethouder Petterweg 4 Ommen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20101003004-va01 |
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.
Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de onderstaande richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk' danwel 'gemengd gebied'. In dit geval is er sprake van een rustig buitengebied met weinig verstoring. Uitgegaan kan worden van het omgevingstype 'rustige woonwijk'.
Daarnaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, de Wet milieubeheer en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder.
Tenslotte is een toets aan de Wet geurhinder en veehouderij en het Besluit Landbouw van belang.
Toets aan 'Bedrijven en milieuzonering'
Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie.
Op het erf is in de huidige situatie een éénmans betonvloerenbedrijf gevestigd. De betonvloeren worden op locatie gemaakt. In het plangebied is louter sprake van opslag en stalling van materieel. Dat blijft ook zo in de nieuwe situatie.
Het bedrijf (in een gebouw van 350 m2 waar vlindermachines worden opgeslagen, een aanhanger en een busje) kan gelijk worden gesteld met (of is minder milieubelastend dan) een aannemersbedrijf met werkplaats kleiner dan 1000 m2. Met betrekking tot geluid moet hierbij een afstand van minimaal 30 meter worden aangehouden tot niet tot het bedrijf behorende woningen.
De dichtstbijzijnde woning, de huidige boerderij aan de Wethouder Petterweg 4, ligt op meer dan deze 30 meter afstand. Daarbij komt dat het bedrijf toegankelijk is vanaf de Tussenweg. Deze ontsluiting ligt op meer dan 60 meter van de dichtstbijzijnde woning.
Op de verbeelding is de minimaal vereiste afstand tot de woning Wethouder Petterweg 4 vastgelegd door het opnemen van een bouwaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag'. Uitsluitend op grond met deze aanduiding mogen de bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden.
Daarnaast wordt er een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten op grond waarvan de verplichting bestaat de erven in te richten conform het aan de overeenkomst gekoppelde erfinrichtingsplan.
Hiermee is de vanuit milieuzonering vereiste afstand tussen het nieuwe bedrijfsgebouw en de bestaande woning op het naastgelegen perceel geborgd.
Toets aan Wet milieubeheer
De nieuw te bouwen woning ligt op ruim voldoende afstand van geluidsproducerende functies van derden.
Toets aan Wet geurhinder en veehouderij
Van belang is dat door ontwikkelingen in het voorliggende plan geen belemmeringen ontstaan voor de omliggende (agrarische) bedrijven en de bedrijfsontwikkeling van deze bedrijven. In de directe omgeving (500m vanaf plangrens) bevinden zich 5 landbouwinrichtingen, waaronder 3 vleesvarkensbedrijven met een milieuvergunning en 2 melkveebedrijven waarop het Besluit landbouw van toepassing is. In de tabel hieronder zijn de afstanden aangegeven, gemeten vanaf de grens van de woonbestemming tot aan de bouwblokgrenzen van de betreffende bedrijven:
Adres | Bedrijfsactiviteit | Wettelijk kader | Afstand | |
Hemstede | Weth. Petterweg 5 | 200 st. melkvee + bijbehorend jongvee |
Besluit Landbouw | 60/80 m |
Willems | Weth. Petterweg 9 | 138 vleesvarkens | vergunning | 275 m |
Slotman | Tussenweg 1 | 138 vleesvarkens | vergunning | 340 m |
Landeweerd | Tussenweg 4 | 138 vleesvarkens | vergunning | 370 m |
Uitslag | Tussenweg 8 | 18st. melkvee + jongvee,12 paarden |
Besluit Landbouw | 330 m |
Figuur 4.3. Omliggende agrarische bedrijven
Bij de vergunningplichtige bedrijven worden de vergunningaanvragen getoetst aan de Wet geurhinder en veehouderijen. Op basis van deze wet wordt de geuremissie getoetst op woningen of andere geurgevoelige objecten. In de Wet geurhinder en veehouderijen wordt rekening gehouden met vrijkomende (bedrijfs)woningen in kader van rood-voor rood regeling. Dat houdt in dat de geurgevoeligheid van deze woning en nieuw te bouwen woning ingevolge de Rood voor Rood regeling gelijkgeschakeld wordt met agrarische (bedrijfs)woningen. Hiervoor geldt buiten de bebouwde kom een minimale afstand van 50 m.
Deze afstand wordt gehaald. Vergunningplichtige agrarische inrichtingen worden niet belemmerd door het voorliggende plan.
Voor veehouderijen die onder het Besluit Landbouw vallen geldt in het buitengebied een vaste afstand van 50 meter. Zoals uit de tabel in figuur 4.2. blijkt, wordt voor alle bedrijven aan deze afstand voldaan.
Geconcludeerd kan worden dat de voorgenomen ontwikkeling op in overeenstemming is te achten met een goede ruimtelijke ordening.