| Plan: | partiele herziening Buitengebied (School Eerde, Kasteellaan 1, te Ommen) |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20081003001-oh01 |
In de voorbereiding van de plannen is met een aantal bezwaarmakers gesproken. In het kader van de watertoets is er contact geweest met het waterschap.
In het kader van het overleg is het plan toegezonden aan de brandweer, Vitens, het Waterschap Regge en Dinkel, Het Oversticht, VROM inspectie en aan de provincie Overijssel. De reacties van deze partijen zijn opgenomen in Bijlage 7 en onderstaand samengevat en beantwoord.
Brandweer Ommen
De brandweer Ommen heeft bij memo van 30 september 2008 laten weten, dat het plan geen reacties oplevert voor de afdeling Brandweer. In een aanvullende memo heeft de brandweer laten weten dat de bereikbaarheid van de nieuwbouw nog een vervolg krijgt. Hierbij zal extra aandacht worden gegeven aan zwaardere brandpreventieve eisen, waarbij gedacht wordt aan sprinklers, extra brandkraan op het binnenterrein of een specifiek uitrukvoorstel voor motorspuitaanhanger.
Vitens
Vitens laat bij brief van 24 september 2008 weten dat na bestudering van het voorontwerp bestemmingsplan er geen bijzonderheden voor Vitens zijn waarvan een vermelding in het plan gewenst is. In algemene zin hebben zij aangegeven prijs te stellen op tijdige betrokkenheid bij wijzigen van danwel opstellen van bestemmingsplannen.
Waterschap Regge en Dinkel
Het Waterschap Regge en Dinkel heeft in de brief van 12 september 2008 aangegeven in te kunnen stemmen met de voorgestelde bestemmingsplanwijziging. Verder merkt het Waterschap op dat de afvalwater- en hemelwaterafvoer geschiedt conform vigerend beleid: schoon hemelwater wordt volledig gescheiden van afvalwater.
VROM-inspectie
De VROM-inspectie heeft in de brief van 14 november 2008 een overlegreactie gegeven. In de brief wordt aangegeven dat de rijksdiensten die lid zijn van de Provinciale Commissie Fysieke Leefomgeving hebben afgesproken dat één gezamenlijke adviesbrief kenbaar wordt gemaakt door de VROM-inspectie. In dat kader meldt deze inspectie dat geen van de rijksdiensten de inspectie hebben gevraagd opmerkingen over het plan op te nemen. Ook de VROM-inspectie heeft geen opmerkingen over het plan.
Provincie Overijssel
De provincie Overijssel heeft in het kader van het vooroverleg haar reactie verwoord in de brief van 27 augustus 2008 kenmerk 2008/0188907. De provincie stelt vast dat het voorontwerpbestemmingsplan verschillende aspecten raakt van het provinciaal belang. Hierbij wordt verwezen naar het grote maatschappelijk belang naar de instandhouding van landgoederen. Rendabele functies moeten vaak de instandhouding en ontwikkeling van onrendabele functies mogelijk maken. Functieverandering binnen bestaande gebouwen en sloop van bestaande gebouwen kan bijdragen aan het vergroten van de rentabiliteit van een landgoed. De provincie wil in beginsel meewerken aan dergelijke maatregelen. Voor vervolgfuncties bij landgoederen gelden de volgende randvoorwaarden:
Daarnaast is het beleid voor niet –agrarische bedrijven in het buitengebied van toepassing, aangezien de school kan worden gezien als een niet aan het buitengebied gebonden activiteit. Dit beleid houdt in dat voor uitbreiding met meer dan 25% van de bestaande bedrijfsbebouwing een afwijkingsprocedure (van een streekplan) is voorgeschreven. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden en het bedrijf mag niet gelegen zijn binnen de zones III en IV of de PEHS.
Op basis van bovenstaande provinciale belangen wordt in eerste aanleg door de provincie geconcludeerd dat realisatie van het onderwijsgebouw bij het kasteel in strijd is met het provinciaal belang. Ter motivering wordt hierbij aangegeven dat:
De provincie vervolgt door te stellen dat voornoemde strijdigheid kan worden weggenomen door het volgen van een streekplanafwijkingsprocedure. Zij baseert zich daarbij op de winst in de ruimtelijke kwaliteit van de locatie, de noodzaak van het nieuwe onderwijsgebouw voor het behoud van de internationale school en de landschappelijke inpassing. GS is gevraagd deze procedure te starten, gelet op deze bijzondere unieke situatie.
Verder geeft de provincie aan dat de internationale school al sinds decennia in het kasteel is gevestigd. Het huidige gebruik draagt bij aan het behoud van het kasteel en is als zodanig een passende functie. Als het nieuwe onderwijsgebouw niet kan worden gerealiseerd kan de school niet langer functioneren op de huidige locatie. In de huidige situatie zal het aantal leerlingen niet toenemen, er zal geen intensivering van het gebruik plaatsvinden.
De locatie van het nieuwe onderwijsgebouw is in het streekplan aangewezen als streekplanzone III en de locaties is gelegen in de EHS. In het eerste ecologische onderzoek wordt echter voldoende aangetoond dat de realisatie geen blijvende schade zal toebrengen aan de ecologische waarde en dat hooguit tijdens de werkzaamheden enige verstoring kan optreden. Vanuit de aspecten bodemkwaliteit, geluid, bedrijfshinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en water stuit de beoogde ontwikkeling niet op bezwaren. Voorgaande blijkt uit diverse onderzoeken zo stelt de provincie.
De provincie Overijssel stelt dat na de streekplanafwijkingsprocedure het plan niet langer in strijd is met het provinciaal belang, zoals vastgelegd in ons ruimtelijk beleid. Indien GS zijn afgeweken van het streekplan en het bestemmingsplan overeenkomstig dit voorontwerp in procedure wordt gebracht, mag u er vanuit gaan dat GS geen reden zullen zien om vanuit provinciaal belang in te grijpen in de verdere procedure.
Gevraagd wordt het ontwerpbestemmingsplan pas ter inzage te leggen na besluitvorming van GS op de streekplanafwijkingsprocedure.
Reactie:
Geconcludeerd kan worden dat de provincie instemt met het voorgestelde bestemmingsplan. Na de gevolgde procedure streekplanafwijkingsprocedure is het bestemmingsplan niet langer in strijd met het provinciaal belang, zoals vastgesteld in het provinciaal beleid. Behandeling van het voorstel heeft plaatsgevonden in de vergadering van 27 januari 2009 van Provinciale Staten van Overijssel. De verwachting is dat GS in week 8 de streekplanafwijking vast zal stellen. Hiermee is de streekplanafwijkingsprocedure afgerond.
De reactie van de provincie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan op dit onderdeel aan te passen.
Oversticht
Bij brief van 3 september 2008 heeft het Oversticht een reactie op grond van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening gegeven. Het Oversticht stelt dat in de paragraaf Archeologie is vermeld dat de graafwerkzaamheden archeologisch begeleid gaan worden. In de laatste alinea wordt echter vermeld dat de bereikbaarheid van het terrein op dit moment niet goed is en ander archeologisch onderzoek (sleuvenonderzoek) zal plaatsvinden vlak voor de bouw. Archeologisch begeleiden en sleuvenonderzoek zijn twee verschillende vormen van onderzoek. Een sleuvenonderzoek vindt plaats voor de bouw en kan als resultaat hebben een opgraving. Archeologisch begeleiden vindt plaats tijdens de bouw en wordt dan uitgevoerd onder protocol opgraven. Uit correspondentie tussen de uitvoerder, de gemeente en het Oversticht blijkt dat sprake is van proefsleuvenonderzoek, maar dat gezien het moeilijk bereikbare terrein, ook archeologische begeleiding onder protocol opgraven een optie is. Het Oversticht is echter van mening dat een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd moet worden. Wij adviseren de gemeente helderheid te brengen in welk type onderzoek uitgevoerd moet worden, waarbij wij van mening zijn dat een proefsleuvenonderzoek uiteindelijk toch de beste optie is.
Reactie:
Bij het verlenen van de monumentenvergunning hebben wij als gemeente de voorwaarde gesteld dat, voorafgaand aan de bouw een proefsleuven onderzoek dient plaats te vinden. Afhankelijk van het onderzoek zal in overleg met de opdrachtgever, de gemeente en de RACM worden bepaald of en zo ja, welke passende maatregelen moeten worden getroffen.
De reactie van het Oversticht geeft aanleiding om de toelichting op het onderdeel Archeologie aan te passen.