Plan: | Luttelgeest, Kalenbergerweg - schakelstation |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.PB00004-VS01 |
In 1992 is het Europees Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland. Het doel hiervan is het veiligstellen van het (Europese) archeologisch erfgoed. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van project ondermeer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden.
Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd, stellen rijk en provincies zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Cultuurhistorie
Het nieuw te bouwen schakelstation heeft een dusdanig geringe impact op het landschap dat er vanuit gegaan kan worden dat er geen cultuurhistorische effecten zijn. Het uitvoeren van een nader onderzoek naar de landschappelijke inpassing van het schakelstation wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
Archeologie
De locatie van het schakelstation ligt volgens de 'Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Noordoostpolder' in een gebied met een hoge archeologische verwachting. Op basis van de quickscan uitgevoerd door Tauw bv (zie Bijlage 5) is geconcludeerd dat een uitgebreid bureauonderzoek noodzakelijk is voor het gehele plangebied. Uit dit bureauonderzoek, eveneens uitgevoerd door Tauw bv op 11 februari 2010 blijkt dat er verkennend booronderzoek nodig is door middel van boringen.
Door Synthegra bv is in april 2010 een inventariserend veldonderzoek en karterend booronderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 6) om te toetsen of de middelhoge archeologische verwachting ook daadwerkelijk gegrondvest is. Uit het aanvullende onderzoek is gebleken dat:
De eerder veronderstelde middelhoge archeologische verwachting uit het bureauonderzoek en verkennend booronderzoek voor het plangebied kan op basis van het veld- en booronderzoek naar laag worden bijgesteld. De lage verwachting voor nederzettingsresten uit de midden-bronstijd tot en met de nieuwe tijd kan gehandhaafd blijven.
Door Synthegra wordt aanbevolen om geen vervolgonderzoek uit te voeren. Echter wanneer bij de werkzaamheden in de rest van het plangebied dieper dan 2 meter beneden maaiveld gegraven wordt dan is verder onderzoek noodzakelijk. Omdat Synthegra niet kan uitsluiten dat tijdens de werkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen, wordt de initiatiefnemer er op gewezen dat conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 (herzien in 2007) een meldingsplicht geldt bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of bij de hem vertegenwoordigende bevoegde overheid, de gemeente Noordoostpolder.
Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van het voorgenomen plan.