direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten, herziening Zuiderkade 1 t/m 7
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00697-VS01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Ter plaatse van de winkellocatie aan de Zuiderkade 1 t/m 7 te Emmeloord zijn twee supermarkten gevestigd. De supermarkt Aldi is voornemens om binnen afzienbare tijd te verhuizen naar het centrum van Emmeloord. In het geldende bestemmingsplan is vastgelegd dat ter plaatse twee supermarkten aanwezig zijn. Door de gewenste verplaatsing dient het geldende bestemmingsplan 'Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten' herzien te worden door het daarin toegestane aantal supermarkten terug te brengen tot één supermarkt.

Toetsing aan Dienstenrichtlijn

Het terugbrengen van twee supermarkten naar één supermarkt betekent een aanscherping van de vestigingsbeperking voor de huidige gebruiksmogelijkheden ter plaatse van gebouwen aan de Zuiderkade. De vestigingsbeperking heeft betrekking op de branche en het aantal (maatvoering). Een nieuwe bestemmingsregeling waarin een vestigingsbeperking van diensten wordt opgenomen, moet voldoen aan de Dienstenrichtlijn. Detailhandel in goederen is een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn en een vestigingsbeperking moet dus aan dus aan de Dienstenrichtlijn voldoen. Dit volgt uit het arrest van het Europese Hof van Justitie van 30 januari 2018 in de zaak Visser Vastgoed.

De Dienstenrichtlijn bepaalt – kort gezegd - dat een bestemmingsplan alleen vestigingsbeperkingen ten aanzien van een dienst mag bevatten als deze vestigingsbeperkingen:

  • a. niet-discriminerend,
  • b. noodzakelijk en
  • c. evenredig zijn.

In het kader van deze partiële herziening van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan om te kunnen beoordelen of de vestigingsbeperkingen voldoen aan de Dienstenrichtlijn. Hierop wordt in paragraaf 3.4 en in bijlage 1 uitgebreid ingegaan.

Partiële herziening bestemmingsplan Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten

Het voorliggend plan betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten om ter plaatse één supermarkt toe te staan.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied ligt aan de Zuiderkade 1 t/m 7 te Emmeloord. De ligging van het plangebied in de kern Emmeloord en ten opzichte van de directe omgeving wordt weergegeven in afbeelding 1.1. Hierbij is het plangebied indicatief weergegeven met respectievelijk de rode ster en de rode omlijning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00697-VS01_0001.jpeg"

Afbeelding 1.1 Ligging plangebied, (bron: Google Maps, bewerking Rho Adviseurs)

1.3 Planologische regeling

Het plangebied is juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan 'Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten' welke is vastgesteld op 27 januari 2011 door de gemeenteraad van Noordoostpolder. Het plangebied heeft de bestemming 'Centrum' met daarbinnen bouwvlakken. Ook zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: 'horeca uitgesloten', 'supermarkt' en de maatvoeringen 'maximum bouwhoogte 12,5 m', 'maximum bouwhoogte 13 m' en/of maximum bouwhoogte 14,5 m'. Daarnaast geldt gedeeltelijk de gebiedsaanduiding 'milieuzone' en gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde gematigd'.

Centrum

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, zakelijke dienstverlening al dan niet met een baliefunctie, dienstverlenende bedrijven en instellingen, bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn de volgende functies toegestaan: sociale, maatschappelijke, (para)medische, educatieve en/of culturele doeleinden, horeca I en II. Wonen is zowel op de begane grond als op de verdiepingen toelaatbaar gesteld. Ten slotte is ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', twee supermarkten toegestaan. Een uitsnede van het de verbeelding van het bestemmingsplan is weergeven in afbeelding 1.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00697-VS01_0002.jpeg"

Afbeelding 1.2: Uitsnede bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl, bewerking Rho Adviseurs)

Paraplubestemmingsplan parkeren

Voor de gehele gemeente Noordoostpolder is op 8 juli 2019 een paraplubestemmingsplan vastgesteld. In dit parapluplan is een parkeerregeling opgenomen waarin het parkeerbeleid van de gemeente Noordoostpolder wordt geregeld. De parkeerregeling is ook van toepassing op het plangebied.

1.4 Strijdigheid met geldende bestemmingsplan

Met het planvoornemen wordt de planregel in artikel 6 'Centrum' onder a nummer 8 'ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', twee supermarkten' aangepast, zodanig dat ter plaatse nog één supermarkt is toegestaan.

1.5 Leeswijzer

Na dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beknopte beschrijving van het plan gegeven. Daarbij wordt ingegaan op de bestaande situatie, de gewenste ontwikkeling en op de hiervoor opgestelde randvoorwaarden. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het relevante beleidskader, waarna in hoofdstuk 4 een toetsing aan de omgevingsaspecten volgt. Hoofdstuk 5 gaat in op de juridische aspecten van het plan. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid behandeld.

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plan

2.1 Huidige situatie

Het plangebied betreft een wijkcentrum van de wijk Zuiderkade. In het plangebied staan verschillende panden waarboven ook gewoond wordt. In de panden zijn op de begane grond verschillende winkels aanwezig, zoals een Wibra, Lidl, Aldi, Big Bazar en Dierenwinkel. Daarnaast is ook een kinderdagverblijf gevestigd. In afbeelding 2.1 is het wijkcentrum op de luchtfoto aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00697-VS01_0003.jpeg"

Afbeelding 2.1 Luchtfoto huidige situatie wijkcentrum (bron: Pdok viewer)

2.2 Toekomstige situatie

In de toekomstige situatie is ter plaatse van het wijkcentrum Zuiderkade één supermarkt toegestaan. Dit is passend en gewenst binnen het gemeentelijk beleid (zie ook paragraaf 3.3).

Hoofdstuk 3 Beleidskader

De ontwikkeling van het project moet passen in de geldende beleidskaders van respectievelijk het Rijk, de provincie en de gemeente. Uit dit beleidskader kunnen uitgangspunten voortvloeien waarmee in dit project rekening gehouden moet worden. Naast dit beleid is ook sprake van Europese regelgeving die doorwerkt in het project. Deze regelgeving komt aan de orde bij de omgevingsaspecten in het volgende hoofdstuk.

3.1 Rijksbeleid

Nationale Omgevingsvisie

Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (hierna: NOVI) vastgesteld. De NOVI is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI geeft richting en helpt om keuzes te maken; te kiezen voor slimme combinaties van functies en uit te gaan van de specifieke kenmerken en kwaliteiten van gebieden en er nu mee aan de slag te gaan en beslissingen niet uit te stellen of door te schuiven. Het versterken van de omgevingskwaliteit staat in de NOVI centraal. Dat wil zeggen dat alle plannen met oog voor de natuur, gezondheid, milieu en duurzaamheid gemaakt moeten worden. Bij de NOVI hoort een Uitvoeringsagenda. Hierin staat hoe uitvoering wordt gegeven aan de NOVI.

Binnen de NOVI zijn 8 voorlopige aandachtsgebieden geformuleerd als zogeheten NOVI-gebied. In een NOVI-gebied krijgt een aantal concrete vraagstukken extra prioriteit. Dit helpt om grote veranderingen en ruimtelijke opgaven in een regio beter te realiseren.

Opgaven

Er is in Nederland sprake van een aantal dringende maatschappelijke opgaven. Deze opgaven kunnen niet apart van elkaar worden opgelost. Ze moeten in samenhang bekeken worden. Ze grijpen in elkaar en vragen meer ruimte dan beschikbaar is in Nederland. Niet alles kan, niet alles kan overal. Op het niveau van nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven aan de omgeving in Nederland, verwoord in 4 opgaven:

  • Ruimte maken voor klimaatverandering en energietransitie.
  • De economie van Nederland verduurzamen en het groeipotentieel behouden.
  • Steden en regio's sterker en leefbaarder maken.
  • Het landelijk gebied toekomstbestendig ontwikkelen.

Realiseren opgaven

In de NOVI is een tweetal instrumenten opgenomen om de opgaven te realiseren:

  • 1. De Omgevingsagenda.

Voor Noord-Nederland wordt in 2021 een omgevingsagenda opgesteld, waar regio Noord-Holland onderdeel van uitmaakt. In de Omgevingsagenda agenderen het Rijk en regio de gezamenlijke vraagstukken en de gewenste aanpak daarvan. De Omgevingsagenda biedt een basis voor uitvoeringsafspraken en inzet van programma's en projectbesluiten van Rijk en regio.

  • 2. De NOVI-gebieden.

Een NOVI-gebied is een instrument waarbij Rijk en regio meerdere jaren verbonden zijn aan de gezamenlijke uitwerking van de verschillende opgaven in het ruimtelijke domein. Vaak wordt voortgebouwd op bestaande samenwerkingstrajecten. Denk aan een Regio Deal en een verstedelijkingsstrategie.

Conclusie

De planaanpassing sluit aan bij de NOVI en de uitwerking voor het landsdeel. Daarin zijn vraagstukken vermeld met een aanpak hiervan.

Ladder voor duurzame verstedelijking

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (artikel 3.1.6) is geregeld dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voorzien in duurzame verstedelijking. Het artikel is op 12 mei 2017 gewijzigd. Deze wijziging is op 1 juli 2017 in werking getreden. Deze regeling houdt in dat de toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling bevat. Indien het ruimtelijk plan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, moet er tevens gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Stedelijke ontwikkeling

De eerste vraag die beantwoord moet worden is of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Dit wordt mede bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. Voorziet het voornemen in de toevoeging van een gebouw, dan ligt de ondergrens 'in beginsel' bij een bruto-vloeroppervlakte van minder dan 500 m2.

Toetsing ladder voor duurzame verstedelijking

Met de aanpassing van de bestemmingsregeling vindt geen uitbreiding plaats; het betreft het inperken van de mogelijkheden ter plaatse van het plangebied. Daardoor is de ladder niet van toepassing op het voornemen. Echter, ook wanneer de Ladder niet van toepassing is op het plan, is wel een motivering nodig waaruit blijkt dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In het kader van uitvoerbaarheid moet onder andere aandacht worden besteed aan de behoefte aan detailhandelsvoorzieningen. Om die reden is dan ook nader onderzoek gedaan naar de aanpassing van de regeling bezien vanuit de behoefte aan de detailhandel. In bijlage 1 is dit onderzoek opgenomen. Hieronder worden de belangrijkste conclusies opgenomen.

3.2 Provinciaal beleid

Omgevingsprogramma Provincie Flevoland

In 2017 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie FlevolandStraks vastgesteld (zie volgende paragraaf). Hierin is in hoofdlijnen de strategische visie op de toekomst van Flevoland weergegeven. Deze eerste versie van het Omgevingsprogramma Flevoland is vastgesteld door Provinciale Staten van Flevoland op 27 februari 2019. In deze versie is er voor gekozen al het bestaande beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving te bundelen in één programma dat digitaal beschikbaar is. Op deze wijze zijn de provinciale beleidskeuzes compact beschreven en is de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen het beste gewaarborgd.

Stedelijk gebied

Het verstedelijkingsbeleid is gericht op de ontwikkeling van vitale steden en dorpen. Het beleid maakt behoud en versterking van de kwaliteit van de fysieke omgeving mogelijk. Het gaat hierbij om efficiënt ruimtegebruik, kwaliteitsverbetering en herstructurering van het stedelijk gebied en versterking van het draagvlak voor voorzieningen. Deze doelen worden gediend door de stedelijke ontwikkeling van de kernen te bundelen. Nieuwe bebouwing wordt geconcentreerd in of aansluitend aan het bestaande bebouwde gebied. Dit ondersteunt de optimale benutting van infrastructuur en centrumvorming rondom belangrijke vervoerknooppunten.

Werklocaties

De ontwikkeling en realisatie van werklocaties is een verantwoordelijkheid van gemeenten en private partijen en is sterk afhankelijk van marktontwikkelingen. Met het provinciaal locatiebeleid vervult de provincie een faciliterende, ondersteunende, gebiedsvertegenwoordigende en regisserende rol. Het locatiebeleid draagt bij aan de volgende doelstellingen:

  • versterking van de economische ontwikkeling van Flevoland;
  • beheersing van de mobiliteit door een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer en fiets;
  • efficiënt gebruik van infrastructuur en vervoermiddelen;
  • verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid.

Omgevingsvisie Flevoland - FlevolandStraks

De Omgevingsvisie FlevolandStraks (vastgesteld op 8 november 2017) geeft de visie van de provincie Flevoland op de toekomst van dit gebied. De visie gaat over de periode tot 2030 en verder. Het geeft aan welke kansen en opgaven er voor Flevoland liggen en welke ambities de provincie heeft voor de toekomst.

Vanuit de omgevingsvisie worden er drie kernopgaven beschreven:

  • Het Verhaal van Flevoland (fysieke omgeving).
  • Krachtige Samenleving (sociaal-economische omgeving).
  • Ruimte voor Initiatief (bestuurlijke omgeving).

Deze opgaven vormen de kern voor alle ontwikkelingen waar de provincie Flevoland bij betrokken is. In de strategische opgaven staan de belangrijkste vraagstukken en ambities voor de toekomst beschreven. Het gaat om de volgende opgaven:

  • Duurzame Energie.
  • Regionale Kracht.
  • Circulaire Economie.
  • Landbouw: Meerdere Smaken.

Flevoland biedt in 2030 en verder ruimte voor duurzame ontwikkelingen met oog voor fysieke, sociale en economische aspecten. Met de voorgenomen ontwikkeling vindt een fysieke ontwikkeling die een duurzaam toekomstperspectief biedt voor het centrumgebied van Emmeloord. Hiermee sluit het project aan op de omgevingsvisie.

Toetsing aan omgevingsprogramma en omgevingsvisie

De verplaatsing van de Aldi vanaf de Zuiderkade naar het centrumgebied van Emmeloord resulteert in een versterking van het winkelaanbod en daarmee de vitaliteit van het centrumgebied. Het wijkcentrum Zuiderkade behoudt een supermarkt, de toelaatbaarheid wordt in de regeling teruggebracht naar 'één' en andere winkelvestigingen blijven mogelijk, net zoals dit bij andere wijkcentra het geval is. De planaanpassing voldoet aan het provinciaal beleid.

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Noordoostpolder 2025

In de Structuurvisie 2025, die is vastgesteld op 9 december 2013, wordt de visie van de gemeente Noordoostpolder op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de Noordoostpolder geschetst.

In de structuurvisie streeft de gemeente naar een aantrekkelijke en uitnodigende fysieke woonomgeving. Er wordt ingezet op afwisselend woningaanbod en bijzondere woonmilieus. Inbreiding in de kernen gaat voor uitbreiding van de kernen in het landelijk gebied (vernieuwing van binnenuit). De gemeente kiest voor effectrijke maatregelen voor de bestaande bebouwde omgeving waarop invloed valt uit te oefenen.

Dit project is gelegen in bestaand stedelijk gebied van Emmeloord waarbij door de verplaatsing van de supermarkt naar het centrum, het centrum versterkt wordt en daarmee bijdraagt aan de levendigheid van het centrum. Hiermee past de voorgenomen ontwikkeling binnen het beleid van de Structuurvisie.

Centrumplan Emmeloord

De gemeente Noordoostpolder heeft in 2017 voor het centrumgebied van Emmeloord een centrumplan opgesteld. In dit plan voor het centrum van Emmeloord zijn 8 ruimtelijke principes sturend. Zij vormen het fundament van het stedenbouwkundig plan en krijgen verdieping in de richtlijnen voor beeldkwaliteit.

Belangrijk hierbij is dat de gaten in het stadshart worden opgevuld, dat er winkelstraten ontstaan met aan twee zijden winkels, dat er sfeervolle straten komen met veel groen en dat er naast de winkelfunctie ook horeca en wonen worden toegevoegd in het stadshart om de diversiteit en de levendigheid te bevorderen.

Om het centrum te versterken is verplaatsing van bestaande winkels en bestaande supermarkt(en) van buiten het centrum naar het centrum èn binnen het centrum gewenst evenals van aanloopstraten naar het kernwinkelgebied.

Met het planvoornemen wordt een bestaande supermarkt aan de Zuiderkade verplaatst naar het centrum van Emmeloord. Daarmee wordt invulling wordt gegeven aan het centrumbeleid zoals dit in het bestemmingsplan voor het centrumgebied is opgenomen. Dit beleid wordt reeds vele jaren gevoerd en krijgt voor dit onderdeel nu gestalte.

Ontwikkelkader Zuiderkade

De gemeente Noordoostpolder heeft op 11 oktober 2021 het Ontwikkelkader Zuiderkade vastgesteld. Het kader is bedoeld om ontwikkeling te ondersteunen en biedt tegelijkertijd kansen voor een kwaliteitsverbetering aan de Zuiderkade.

Het ontwikkelkader Zuiderkade speelt in op de verwachte detailhandelstechnische ontwikkeling in Emmeloord en op de toenemende wens naar wonen in de centrumschil van Emmeloord voor met name 1-2 persoonhuishoudens. Het ontwikkelkader geeft de keuzes, (on)mogelijkheden en uitgangspunten voor een ontwikkeling van de Zuiderkade aan. Hiermee werkt de gemeente aan vitale en veerkrachtige wijken en dorpen.

Het ontwikkelkader vormt een raamwerk dat met de tijd kan meebewegen en flexibel is. Er is tegelijkertijd wel behoefte aan een richtinggevend kader, niet alleen voor de eigenaren, maar ook voor marktinitiatieven van ontwikkelende partijen. Dit kader betekent ook dat er van de gemeente op termijn investeringen gevraagd worden in de openbare ruimte om een nieuwe ontwikkeling mogelijk te maken.

De Zuiderkade is een gebied dat is gelegen buiten het centrumgebied van Emmeloord. Van hieruit kunnen winkels naar het centrumgebied worden verplaatst. Dit kan invloed hebben op de invulling en identiteit van dit gebied. Een (her)ontwikkeling van de Zuiderkade kan antwoord geven op de toenemende woonvraag en de veranderende woonwensen. In bijlage 2 is het volledige ontwikkelkader opgenomen. De uitplaatsing van de supermarkt maakt deel uit van het beleid om vervolgens andere herontwikkelingsmogelijkheden te bieden, met name in de vorm van woningbouw.

3.4 Dienstenrichtlijn

Zuiderkade

Ter plaatse van de winkellocatie aan de Zuiderkade 1 t/m 7 te Emmeloord zijn twee supermarkten gevestigd. De supermarkt Aldi is voornemens om binnen afzienbare tijd te verhuizen naar het centrum van Emmeloord. In het geldende bestemmingsplan is vastgelegd dat ter plaatse twee supermarkten aanwezig zijn. Door de gewenste verplaatsing dient het geldende bestemmingsplan 'Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten' herzien te worden door het daarin toegestane aantal supermarkten terug te brengen tot één supermarkt.

De onderbouwing van deze aanpassing van het bestemmingsplan bestaat uit een beoordeling aan de hand van de marktontwikkelingen of er aanleiding bestaat tot het veranderen van het aantal van twee supermarkten in één supermarkt. Vervolgens is onderzocht of de aanscherping van de vestigingsbeperking voldoet aan de Dienstenrichtlijn.

Marktverkenning

Uit de verrichte marktverkenning blijkt dat met de uitbreiding van twee supermarkten in het centrumgebied, de gemiddelde omzet weliswaar toeneemt, maar nog steeds onder het landelijk gemiddelde blijft. Er is geen marktruimte voor één volledig nieuwe supermarkt. De marktruimte moet beschikbaar blijven voor schaalvergroting van de bestaande supermarkten; dat kan eventueel worden gecombineerd met verplaatsing naar een ander wijkcentrum. Dit is het beleid dat reeds vele jaren wordt gevoerd.

Van belang is dat het centrumgebied van Emmeloord in ieder geval een volledig aanbod aan supermarkten gaat bieden door de verplaatsing van de Aldi van de Zuiderkade naar het centrumgebied. In de wijkcentra is in ieder geval één supermarkt nodig voor het voorzien in de behoefte aan dagelijkse goederen van die wijk. Dat is de bestaande, te behouden situatie. De verkenning naar marktruimte geeft aan dat toevoeging van meerdere supermarkten tot gevolg kan hebben dat in een andere wijk een supermarkt wordt beëindigd, gezien de gespannen marktsituatie, mede gelet op de noodzaak ruimte te reserveren voor versterking van de bestaande structuur. Het aantal supermarkten moet dan ook tot het bestaande aantal worden beperkt. Door uitplaatsing van een supermarkt van de Zuiderkade is het nodig het bestemmingsplan hierop aan te passen.

Toetsing aan Dienstenrichtlijn

Het terugbrengen van twee supermarkten naar één supermarkt betekent een aanscherping van de vestigingsbeperking voor de huidige gebruiksmogelijkheden ter plaatse van gebouwen aan de Zuiderkade. De vestigingsbeperking heeft betrekking op de branche en het aantal (maatvoering). Een nieuwe bestemmingsregeling waarin een vestigingsbeperking van diensten wordt opgenomen, moet voldoen aan de Dienstenrichtlijn. Detailhandel in goederen is een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn en een vestigingsbeperking moet dus aan de Dienstenrichtlijn voldoen. Dit volgt uit het arrest van het Europese Hof van Justitie van 30 januari 2018 in de zaak Visser Vastgoed.

De Dienstenrichtlijn bepaalt – kort gezegd - dat een bestemmingsplan alleen vestigingsbeperkingen ten aanzien van een dienst mag bevatten als deze vestigingsbeperkingen:

  • a. niet-discriminerend,
  • b. noodzakelijk en
  • c. evenredig zijn.

De aanscherping van de vestigingsbeperking wordt geregeld in de partiële herziening van het bestemmingsplan Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten. In het kader van de partiële herziening is onderzoek gedaan om te kunnen beoordelen of de vestigingsbeperkingen voldoen aan de Dienstenrichtlijn.

Discriminatieverbod

In het bestemmingsplan Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten en met de aanscherping van het aantal supermarken in deze partiële herziening is geen sprake van een eis die een direct of indirect onderscheid maakt in de zin van artikel 15, derde lid, onder a, van de Dienstenrichtlijn. Hiermee wordt derhalve voldaan aan het discriminatieverbod. Ditzelfde geldt voor toevoeging van de begripsbepaling voor supermarkten, waarmee wordt bepaald dat de regels over het aantal supermarkten, alleen betrekking hebben op de grotere supermarkten, vanaf 650 m2 wvo.

Dwingende redenen van algemeen belang en noodzakelijkheid

Voor het beleid ten aanzien van supermarkten vormt de 'bescherming van het milieu en het stedelijk milieu' de dwingende reden van algemeen belang en daarmee ook voor de aanscherping van de vestigingsbeperking tot één supermarkt ter plaatse van de Zuiderkade, gecombineerd met de verplaatsing van een supermarkt naar het centrumgebied.

  • De gemeente heeft er belang bij om via een bestemmingsplan te bevorderen dat het centrumgebied haar dynamiek en oorspronkelijke karakter behoudt. De gekozen regulering van de vestigingsmogelijkheden voor supermarkten maakt deel uit van dit beleid. De marktverkenning zoals gepresenteerd in hoofdstuk 2 ondersteunt de noodzaak van de vestigingsbeperking en aanscherping hiervan.
  • Door middel van regulering van supermarkten in het centrumgebied en wijk- en buurtcentra in de vorm van brancherings- en maatvoeringsregels in de bestemmingsregelingen beoogt de raad een mix van winkels in het centrum te behouden en te bevorderen, afgestemd op de behoefte en het koopgedrag van de consument. Daarmee wordt beoogd een aantrekkelijk centrum te bevorderen, om de leefbaarheid van het stadscentrum te behouden en leegstand in binnenstedelijk gebied te voorkomen. Om genoemde redenen is het beleid ook gericht op behoud van één supermarkt per wijkcentrum.

Het behoud van de leefbaarheid van het stadscentrum en het voorkomen van leegstand in binnenstedelijk gebied, zoals ook in wijkcentra, zijn noodzakelijk voor de bescherming van het stedelijk milieu en vormen een dwingende reden van algemeen belang die de aanscherping van de vestigingsbeperking rechtvaardigt. De aanscherping van de regeling voldoet aan artikel 15, derde lid onder b van de Dienstenrichtlijn. Hierbij is het van belang dat deze effecten horen bij supermarkten van substantiële omvang, groter dan 600 m2 wvo. Vandaar dat het noodzakelijk is hiervoor een begripsbepaling op te nemen.

Evenredigheid

De maatregel om aan de Zuiderkade één supermarkt toe te staan en die bepaling van toepassing te laten zijn op supermarkten groter dan 600 m2 wvo, zijn evenredige maatregelen. Deze maatregelen zijn namelijk geschikt en effectief, worden coherent en systematisch toegepast en doorstaan de hypocrisietest, gaan niet verder dan nodig om het nagestreefde doel/de nagestreefde doelen te bereiken en het effect kan niet worden bereikt met andere, minder beperkende maatregelen voor het gebruik als detailhandel. De toevoeging van de begripsbepaling voor supermarkten, gericht op supermarkten groter dan 600 m2 wvo, wordt in de nieuwe Detailhandelsvisie opgenomen en ook in toekomstige aanpassingen van geldende bestemmingsplannen meegenomen. De maatregel over het aantal waarborgt ook dat het centrumgebied wordt gecompleteerd met een discountsupermarkt, omdat vervanging van de huidige supermarkt aan de Zuiderkade onmogelijk is. De aanpassingen van de regeling voldoen aan artikel 15, derde lid onder c van de Dienstenrichtlijn.

Conclusie

De aanpassingen van de regeling voldoen aan artikel 15, derde lid onder a, b en c van de Dienstenrichtlijn.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Milieu- en omgevingsaspecten

Er is sprake van het inperken van de gebruiksmogelijkheden van de bestaande panden. Bij het beoordelen van milieu- en omgevingsaspecten wordt normaliter ingegaan op de volgende thema's: geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering, ecologie en archeologie & cultuurhistorie. Daarnaast is de waterhuishouding van belang.

In voorliggend geval zijn de bovenstaande thema's niet uitgewerkt om de volgende redenen:

  • Er is geen sprake van het toevoegen van een nieuwe geluidsgevoelige functie (geluid).
  • Bodemingrepen zijn niet voorzien en gelet op het huidige gebruik van de bebouwing is het uitvoeren van een milieukundig bodemonderzoek niet noodzakelijk .
  • Er worden geen nieuwe gevoelige bestemmingen opgericht als bedoeld in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen. Daarnaast wordt opgemerkt dat gezien de aard en omvang van de ontwikkeling het initiatief 'niet in betekenende mate bijdraagt' aan de luchtverontreiniging (luchtkwaliteit);
  • Bouw- of sloopwerkzaamheden zijn niet voorzien, waardoor er vanuit gebieds- en soortenbescherming geen belemmeringen zijn (ecologie).
  • gelet op het feit dat er geen sprake is van bouw- of sloopwerkzaamheden en alleen de inperking van de gebruiksmogelijkheden Significant negatieve effecten op Natura 2000-gebieden (stikstof) zijn dan ook niet te verwachten.
  • Bodemingrepen worden niet verricht en er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast (archeologie & cultuurhistorie).
  • In het plangebied of in de directe omgeving zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig en evenmin (hogedruk) aardgastranportleidingen (externe veiligheid).
  • Nieuwe (gevoelige) functies waardoor ruimtelijke afstemming noodzakelijk is (bedrijven en milieuzondering), worden niet toegevoegd.
  • Nieuwe bebouwing of verharding wordt niet toegevoegd en het aantal vervuileenheden neemt ten opzichte van het bestaande gebruik (waterhuishouding) niet toe.

4.2 Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Het aantal supermarkten in het plangebied wordt veranderd van twee supermarkten in de toelaatbaarheid van één supermarkt. Voorts blijven uiteenlopende centrumfuncties mogelijk, die al door de centrumbestemming zijn toegelaten. De reductie van het aantal supermarkten heeft dan ook op geen enkele wijze aanzienlijke milieugevolgen. De aanpassing van het bestemmingsplan is niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig.

Hoofdstuk 5 Juridische toelichting

5.1 Algemeen

Deze partiële herziening vormt een aanpassing van het geldende bestemmingsplan 'Emmeloord, tussen Gracht en Vaarten' (met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00486-VS01, vastgesteld op 27 januari 2011.

5.2 Toelichting op de bestemmingen

Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de in het plangebied voorkomende bestemming. In dit geval wordt een specifieke bestemmingsregel in de bestemming 'Centrum' gewijzigd. Het gaat om aanscherping van de planregels waarin het toegestane aantal supermarkten wordt beperkt tot 1 supermarkt ter plaatse.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak en overleg

Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Provincie Flevoland

De Provincie Flevoland heeft op 17 februari 2022 laten weten dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Hiermee is er een positief advies van de provincie Flevoland.

Waterschap Zuiderzeeland

Het waterschap Zuiderzeeland heeft op 18 februari 2022 een wateradvies uitgebracht voor het bestemmingsplan. Uit het wateradvies blijkt dat er 'geen waterschapsbelang' is. Hiermee is er een positief wateradvies. In bijlage 3 is het advies opgenomen.

De vooroverleg inspraakreacties leiden niet tot aanpassingen van het bestemmingsplan.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedrurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens de inzageperiode (24 maart tot en met 5 mei 2022) is een zienswijze ingebracht. In bijlage 4 is de zienswijze en de reactie op de zienswijze opgenomen. De zienswijze geeft geen aanleiding tot aan passing van het bestemmingsplan.

Vaststelling

Het bestemmingsplan is op 19 september 2022 door de gemeenteraad van de Noordoostpolder vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit is beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid van een plan wordt in eerste instantie bepaald door de financiële haalbaarheid ervan. Daarnaast is de grondexploitatieregeling uit de Wro van belang voor de economische uitvoerbaarheid. Deze regeling bepaalt dat de gemeente de door haar gemaakte kosten kan verhalen. Het kostenverhaal kan van invloed zijn op de haalbaarheid van het plan.

Financiële haalbaarheid

De ontwikkeling betreft een aanpassing van de bestemmingsregeling waarbij een private partij en de gemeente Emmeloord betrokken zijn. Er is geen sprake van een ontwikkeling waarmee ontwikkelingskosten gemoeid zijn. Met de private partij is door de gemeente een planschadeovereenkomst gesloten. Het is te verwachten dat een eventuele planschadeclaim, voor zover die wordt toegekend, de financiële uitvoerbaarheid van het plan niet in de weg staat.

Grondexploitatie

Doel van de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Met dit bestemmingsplan wordt geen bouwplan mogelijk gemaakt in de zin van het Bro. Het opstellen van een exploitatieplan of het anderszins verhalen van kosten is niet aan de orde.