Plan: | Espel, Bosrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00602-VS01 |
Sinds 2012 is een werkgroep Sportcomplex Espel bezig om tot een clustering te komen van alle sportverenigingen in één gebouw. De realisatie van een Multifunctioneel Sportcentrum Espel heeft te maken met een veroudering van de verschillende sportaccommodaties. De wens is om nieuwbouw te realiseren op de locatie naast het bestaande clubgebouw van S.C. Espel. Dit oude clubgebouw wordt dan gesloopt. De initiatiefnemers en partners zijn de OMNI-vereniging Sportclub Espel, (waaronder voetbalvereniging, tennisvereniging, jeu de boules, ijsclub en de bowlingvereniging), de Werkgroep Vergroten Leefbaarheid Espel en de vereniging Dorpsbelang. Dit alles onder de naam project 'Sportdorp Espel: Vitale kernen en buurten' met sport als verbindende factor.
Teneinde de ontwikkeling van een nieuwe sportaccommdatie mogelijk te maken is in het bestemmingsplan “Espel” een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Dit bestemmingsplan is uit 2012, hierna ‘moederplan’. Doordat de financiele middelen beschikbaar zijn gekomen voor de realisatie van een nieuw gebouw is het moment aangebroken om de bestemming te wijzigen.
Onderhavig wijziginsplan voorziet in de planologisch-juridische regeling voor het verplaatsen van de sportaccommodatie in Espel.
Voor een uitgebreidere toelichting op Espel wordt verwezen naar het moederplan Espel, NL.IMRO.0171.BP00504-VS01.
Voor de nieuwe sportaccommodatie is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen dat wordt uitgewerkt in dit wijzigingsplan. Er is onder andere rekening gehouden met de randvoorwaarden vanuit de gemeente Noordoostpolder en het waterschap Zuiderzeeland.
Het plangebied is gelegen in de kern Espel. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.
Figuur 1.1 Luchtfoto globale locatie
Op de gronden geldt op dit moment het bestemmingsplan "Espel " (zie figuur 1.2). Dit bestemmingsplan is op 18 oktober 2012 door de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder vastgesteld. De bestemming die op de gronden ligt is "Sport ". De binnen het plangebied voorkomende sport- en speelvoorzieningen, zoals de sportvelden met bijbehorende voorzieningen, zijn als zodanig bestemd. Er gelden bouwregels voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Figuur 1.2 Uitsnede verbeelding bestemmingsplan Espel . Het plangebied is met een rode arcering aangeduid.
Voor de ontwikkeling van een nieuwe sportaccommodatie bij de sportvelden in Espel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De wijzigingsregels bepalen wat wel en niet mogelijk is in het wijzigingsplan. Deze regels worden hieronder genoemd.
Artikel 21.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 2
21.2.1 Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' het plan te wijzigen ten behoeve van het verplaatsen en / of vergroten van het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende regels:
Kadastraal perceel Noordoostpolder EZ 528 / 228 / 205 / 206 / 207 (plaatselijk bekend als Bosrand (waaronder 41) Espel)
Het plan voldoet aan de wijzigingsregels zoals vastgesteld in het moederplan. De nut en noodzaak is aangetoond, namelijk een clustering te van alle sportverenigingen in één gebouw. De realisatie van een Multifunctioneel Sportcentrum Espel is nodig, omdat verschillende sportaccommodaties sterkt verouderd zijn. Er is sprake van een nieuwe accommodatie en de huidige locatie wordt gesloopt. Er wordt voldaan aan het gestelde maximum bebouwingspercentage. In het wijzigingsplan worden de bouwregels behorende bij de specifieke wijzigingsregel overgenomen.
Een MFS sluit aan bij het dorpsontwikkelingsplan Espel. Espel beschrijft zichzelf in haar dorpsontwikkelingsplan als een dorp met een grote saamhorigheid. De inwoners zijn betrokken bij het dorp. Nieuwe inwoners worden snel opgenomen in het sociale leven. Er is in Espel een actief verenigingsleven, maar vrijwilligers voor deze verenigingen zijn tegenwoordig lastig te vinden. Men streeft in het dorp naar laagdrempelige activiteiten om met elkaar iets te ondernemen. De wens is vooral de jeugd en buitenlandse inwoners meer te betrekken bij (sport) activiteiten. De inwoners hebben de wens dat Espel een vitaal dorp blijft met een bloeiend verenigingsleven. Met het realiseren van een MFS is er sprake van een initiatief dat van onderaf en met een breed draagvlak door en vanuit het dorp wordt gerealiseerd. De realisatie van een MFS, waarin zoveel mogelijk sport functies zijn ondergebracht, wordt als toekomstbestendig gezien voor de lange termijn (30-40 jaar). Deze MFS Espel:
Een MFS sluit aan bij de Sociale Structuurvisie Noordoostpolder 2025: behoud sociale cohesie en clustering van voorzieningen. Belangrijke uitdagingen in Noordoostpolder zijn het behoud van sociale cohesie en het behouden en versterken van het voorzieningenniveau. Maatschappelijke activiteiten dragen bij aan de leefbaarheid omdat mensen elkaar kunnen ontmoeten, talenten kunnen ontwikkelen, dingen van elkaar kunnen leren, elkaar kunnen helpen en bezig kunnen zijn. Dit vindt plaats dichtbij de inwoners. De ontmoetingsfunctie krijgt meer differentiatie en flexibiliteit. Door het clusteren van de sportvoorzieningen wordt efficiënter gebruik gemaakt van ruimte en ontstaan verbindingen tussen de sportverenigingen. Het plan voor de MFS geeft invulling aan de clustering van voorzieningen in Espel en de versterking van de ontmoetingsfunctie.
Het wijzigingsplan "Espel, Bosrand" bestaat uit de volgende stukken:
Voor de analoge verbeelding is de ondergrond van 2017 gebruikt.
De planregels bevatten bepalingen die voor dit wijzigingsplan noodzakelijk zijn. Het wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Het plan gaat vergezeld van een toelichting. De toelichting heeft geen rechtskracht. Voor wat betreft de verdere toelichting van het beleidskader en onderzoeken naar milieuaspecten e.d. kan het moederplan 'Espel' worden geraadpleegd. De regels van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3 van het moederplan zijn op dit bestemmingsplan van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de bij dit plan horende artikelen.
Hoofdstuk 1 is de aanleiding van voorliggend wijzigingsplan beschreven, alsmede de ligging van het plangebied en de wijzigingsregels uit het moederplan, danwel de bij het plan behorende stukken. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het plan dat is uitgewerkt. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de onderzoeken die in het kader van het wijzigingsplan zijn gedaan naar de mogelijke planeffecten in de omgeving van het plangebied. In hoofdstuk 4 wordt de juridische planopzet beschreven, waarbij is aangegeven op welke wijze de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkelingen juridisch zijn vertaald. Dit heeft een directe relatie met de uitvoerbaarheid, met name het beleid ter handhaving van de inrichting van het plangebied waaraan in hoofdstuk 5 aandacht wordt besteed. De procedure en het vooroverleg komen tot slot tevens aan bod in hoofdstuk 5.
Dit bestemmingsplan betreft een binnenplanse wijziging van het moederplan 'Espel'. Het betreft bepaalde gronden van de kern Espel. Het gaat om het verplaatsen van het bouwvlak. Dit is vertaald in een aanpassing van de regels en van de verbeelding. Voor het overige blijft het moederplan van toepassing.
Voor de leesbaarheid is er voor gekozen alleen de regels met betrekking tot de bestemming 'Sport' op te nemen. Voor de andere regels wordt verwezen naar het moederplan.
In de regels is een aanpassing doorgevoerd voor de bestemming 'Sport'. Deze maakt een Multifunctioneel Sportaccommodatie mogelijk met als voorwaarde:
De milieuaspecten archeologie, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, geurhinder en bedrijvigheid, zijn in het kader van het vigerende bestemmingsplan "Espel " (het moederplan) voldoende in kaart gebracht. De resultaten en conclusies zijn nog representatief voor voorliggend wijzigingsplan; derhalve wordt voor deze aspecten verwezen naar de toelichting van het moederplan.
Aan de totstandkoming van het voorliggende plan liggen verschillende onderzoeken ten grondslag, waarvan de resultaten op hoofdlijnen in dit wijzigingsplan zijn verwoord. De uitkomsten zijn, voor zover relevant, in onderstaande paragrafen beschreven. De bijbehorende onderzoeksrapportages zijn opgenomen in de bijlagen.
Aanleiding en doel
De mens gebruikt de bodem op vele manier, voor bijvoorbeeld woningbouw, landbouw, aanleg van wegen en winning van grondstoffen. Om te zorgen dat dit ook in de toekomst mogelijk blijft, is een duurzaam beheer van de bodem belangrijk. Doordat de mens al vele eeuwen gebruik maakt van de bodem heeft hij overal sporen achtergelaten. Deze sporen zijn terug te zien in het landschap en te vinden op en in de bodem. Door bodemsanering worden de ernstige chemische verontreiniging van de bodem aangepakt. Bescherming van de bodem betekent bovendien het voorkomen dat schone grond verontreinigd raakt en het rekening houden met de eigenschappen van de bodem.
Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem en toetsen van de te verwachten milieu hygiënische bodemkwaliteit aan het (toekomstige) gebruik. Soms moet een bodemonderzoek worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak.
Artikel 9 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat in het wijzigingsplan rekening gehouden moet worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan.
Doorwerking naar het plan
In het wijzigingsplan dient aangegeven te worden wat de kwaliteit van de bodem ter plaatse van het plangebied is. Tevens dient, op basis van de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht), bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in veel gevallen een rapportage van een recent uitgevoerd verkennend bodemonderzoek toegevoegd te worden. Voor verkennend bodemonderzoek op een locatie wordt de norm NEN 5740 gehanteerd (onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek).
De bodemonderzoeksplicht geldt alleen voor bouwwerken waarvoor:
Woningwet/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Een doelstelling van de Woningwet (artikel 8, tweede lid, onder c) is dat bouwen op verontreinigde bodem wordt tegengegaan. Om hieraan te kunnen voldoen dient bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning (Wabo) voor het bouwen een bodemonderzoeksrapport te worden overgelegd. Bovengenoemde doelstelling heeft uitsluitend betrekking op bouwwerken:
- waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
- voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning is vereist;
- die de grond raken of ten aanzien waarvan het bestaande, niet wederechtelijk
gebruik niet wordt gehandhaafd.
Het bodemonderzoeksrapport dient te voldoen aan de indieningvereisten zoals geregeld in de Regeling omgevingsrecht (MOR).
Ontheffingsgronden voor de onderzoeksplicht zijn onder andere geregeld in de (model) bouwverordening. Hierbij valt te denken aan:
Kwaliteit bodem en herkomst verhoogde stoffen
De locatie valt binnen de bodemkwaliteitszone 'Woonkernen' en de ontgravingskwaliteitsklasse betreft 'Landbouw/natuur'. Uit het door de gemeente uitgevoerde dossier onderzoek blijkt dat er voor zover bij de gemeente bekend ter plaatse geen bodemonderzoek is uitgevoerd, geen calamiteiten hebben voorgedaan, dempingen zijn verricht en/of activiteiten hebben plaatsgevonden met een bodembedreigend karakter.
Eindconclusie
Bij het aspect 'bodem' staat de vraag centraal of de bodemkwaliteit toereikend is voor het nieuwe gebruik. De geplande nieuwe bestemming 'maatschappelijk' staat voor de eisen behorend bij bodemonderzoek qua gebruik gelijk aan de bestaande bestemming 'groen'. Het uitgevoerde dossieronderzoek geeft samen met de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Noordoostpolder voldoende informatie over de te verwachten milieu hygiënische kwaliteit ter plaatse van de geplande bouwlocatie op het perceel.
Voor wat betreft de kwaliteit van de bodem hoeven er vanuit milieu hygiënisch oogpunt geen beperkingen te worden worden gesteld aan het gebruik van de onderzochte locatie en bestaan er geen bezwaren tegen de voorgenomen bebouwing ter plaatse.
Zendmast
Achter beoogde nieuwe sportaccommodatie is een vodafone-mast aanwezig. Als het een mast betreft die minder dan 4kW aan vermogen heeft dan geldt er geen meldingsplicht voor milieu.
Conclusie
De mast heeft minder dan 4kW vermogen. Dan gelden er geen milieuregels (en/of afstandseisen).
Het beoogde sportcomplex betreft nieuwbouw van de verschillende sportverenigingen die zich reeds op het sportterrein bevinden. Er komen geen andere functies bij, dan de sportfuncties en daarbij behorende kantine. Er is geen sprake van functieverandering en daarmee verandert er niets aan aan de parkeerbehoefte ten opzichte van de huidige situatie.
Uitgangspuntennotitie
De uitgangspuntennotitie is de normale procedure van de watertoets. Deze notitie is automatisch gegenereerd op basis van gegeven antwoorden en het ingetekende plangebied. Deze uitgangspuntennotitie bevat de voor het plan relevante waterhuishoudkundige streefbeelden, strategieën en randvoorwaarden van Waterschap Zuiderzeeland die gebruikt kan worden en bij het ruimtelijk laten meewegen van het waterbelang en bij het opstellen van de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwing van dit plan.
Vooroverleg wateradvies
Met de digitale watertoets is het Waterschap Zuiderzeeland op de hoogte gebracht van het ruimtelijk plan, hiermee is nog geen aanvraag voor een wateradvies gedaan. Dit betekent dat, aanvullend op de digitale watertoets, in het kader van het ambtelijk vooroverleg, als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de Ruimtelijke ordening een aanvraag voor een wateradvies moet indienen bij Waterschap Zuiderzeeland.
Het waterschap heeft een reactie met betrekking tot de op 20 juni 2017 uitgevoerde watertoets inzake het Wijzigingsplan “Espel, Bosrand” te Espel (dossiercode 20170620-37-15497) gegeven. Conclusie was dat op basis van de inhoud van de toelichting van het plan en nader overleg, het effect van voorliggend plan op de waterhuishouding en de afvalwaterketen nagenoeg nihil zal zijn. Dit ten opzichte van de huidige situatie aldaar.
Advies is nog wel, om te beoordelen of de huidige faciliteiten voldoen aan de huidige normen op het gebied van het Activiteitenbesluit milieubeheer, de initiatiefnemer van het plan te verzoeken om de wijziging/uitbreiding van het bedrijf/inrichting te melden via de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM): www.aimonline.nl. De AIM verschaft nadere informatie omtrent milieuregels en maatregelen.
Aan de hand van de door de initiatiefnemer via de AIM aangeleverde gegevens kan het waterschap de initiatiefnemer verder adviseren in het geval sprake is van lozing(en) in het oppervlaktewater.
Watervergunning
Voor het plan hoeft geen watervergunning te worden aangevraagd, tenzij er werkzaamheden aan de naastgelegen watergang worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld de aanleg van hemelwaterafvoerbuizen).
Bronnering
Indien het voor de realisatie van het plan het noodzakelijk is om grondwater te onttrekken, dan dient dit vier weken voor aanvang van de werkzaamheden aan het waterschap te worden gemeld.
De digitale watertoets en advies van het waterschap zijn is als bijlagen bij dit wijzigingsplan toegevoegd.
Ter voorbereiding van het wijzigingsplan voor een nieuw multifunctionele sportaccommodatie in Espel is een natuuroets gedaan.
Wettelijk kader
Vanaf 1 januari 2017 is de wettelijke bescherming van soorten geregeld via Wet natuurbescherming (Wnb; zie kader 1). De Wnb is uitgewerkt in provinciale verordeningen. Voorliggende aanbieding gaat uit van een toetsing van effecten aan de soortgerichte natuurbescherming.
Kader 1: Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming vervangt per 1 januari 2017 de Boswet (1961), de Flora- en faunawet (1998 en 2002) en de Natuurbeschermingswet 1998 (2005). Taken en verantwoordelijkheden voor uitvoering van natuurbescherming en -ontwikkeling zijn zoveel mogelijk bij provincies neergelegd, overeenkomstig het uitgangspunt 'decentraal tenzij'. Provincies hebben de regels voor de bescherming van natuurwaarden uitgewerkt in provinciale verordeningen. De grootste veranderingen treden op in het onderdeel soortbescherming. Ten aanzien van gebiedsbescherming tre-den nauwelijks veranderingen op. De bescherming van houtopstanden is geactualiseerd en beter afgestemd op de gebiedsgerichte natuurbescherming.
Het plangebied ligt niet in of in de directe nabijheid van gebieden die beschermd zijn onder gebiedsbescherming of NNN-gebieden. Omdat uitvoering van het voornemen wel effect kan hebben op beschermde natuur is een natuurtoets nodig. In de natuurtoets wordt effect van het voornemen getoetst aan de wettelijke bescherming van soorten. De gemeente heeft Ecogroen gevraagd om een verkennende natuurtoets te doen.
Veldbezoek
Plek 1: het gebouwtje van de voetbalclub (te slopen kleedkamers)
Dit gebouw heeft een spouwmuur. Er zijn bij dit gebouw openingen waar vleermuizen in kunnen zitten. Vleermuisonderzoek noodzakelijk.
Er loopt een slootje langs het gebouwtje. Deze zijn onderzocht, hierin is niets bijzonders aangetroffen. Dit geldt ook voor de bomen rondom het gebouwtje op grote nesten, er is niks aangetroffen. Gewone broedvogels zijn wel mogelijk, maar dit heeft geen consequentie wanneer werkzaamheden buiten het broedseizoen (maart - augustus) plaats vinden.
Plek 2: de locatie waar het nieuwe gebouw moet komen
Hier zijn bomen/struiken gecheckt (qua bomen en struiken die weg moeten gaat het ook maar om een klein gebied). Hier is niets aangetroffen.
Plek 3: is het gebouwtje van de tennisvereniging.
Dit gebouw heeft voor een deel een spouwmuur, met alleen aan de onderkant open stoot voegen. De daklijst zit strak tegen de muur. Dit gebouw lijkt hierdoor minder geschikt voor vleermuizen. Analyse is dat qua spouwmuur dit gebouw minder potentie heeft voor vleermuizen.
Verder is gekeken rond het voetbalveld, aangezien er een buizerd ronddraaide (jaarrond beschermd nest). Er is geen nest gevonden in de buurt van het plangebied.
Conclusie
Voor de te slopen kleedkamers wordt nader onderzocht of er zich daadwerkelijk vleermuizen bevinden in de luchtspouwen. De onderzoeken zijn als bijlage bij dit wijzigingsplan toegevoegd.
Het juridisch bindende deel van het wijzigingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van deze gronden, regels omtrent de toegelaten bebouwing en eventueel specifieke regels voor het gebruik van de bouwwerken. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
In dit hoofdstuk wordt de systematiek, de opbouw en indeling van de regels kort toegelicht.
Invulling van de wijzigingsplicht
Het wijzigingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen(SVBP). De regels van voorliggend plan sluiten inhoudelijk aan bij de regeling in het moederplan. Waar mogelijk is verwezen naar de regels van het moederplan.
Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Daarbij dient een vaste volgorde te worden aangehouden, te weten:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden begrippen verklaard die in de regels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen.
Bestemmingsregels
De regels van het moederplan zijn van kracht. De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.
De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik.
Artikel 3 Sport
De binnen het plangebied voorkomende sport- en speelvoorzieningen, waaronder een multifunctioneel sportcentrum, zoals de sportvelden met bijbehorende voorzieningen, zijn als zodanig bestemd. Er gelden bouwregels voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor de ontwikkeling van een nieuwe sportaccomodatie bij de sportvelden in Espel is op basis van de wijzigingsbevoegdheid van het moederplan dit wijzigingsplan opgesteld.
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
In dit artikel is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht overeenkomstig artikel 3.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Slotregel
Als laatste is de slotregel opgenomen. Dit artikel omschrijft de titel van het plan.
5.1.1 Vooroverleg
Het onderhavige plan is voorbesproken met de provincie en waterschap. Er is geen formele inspraakronde geweest. Gelet op het feit dat het een wijzigingsplan betreft is ervoor gekozen direct een ontwerp wijzigingsplan ter visie te leggen.
In het kader van het vooroverleg ex art. 3.1.1 Bro is het ontwerp-uitwerkingsplan 'Espel, Bosrand' toegezonden aan provincie Flevoland en waterschap Zuiderzeeland. De provincie Flevoland heeft aangegeven dat er geen provinciaal beleid aan de orde is.
5.1.2 Vaststelling
Het ontwerp wijzigingsplan 'Espel, Bosrand' heeft vanaf 29 juni 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.
5.1.3 Beroep
Na vaststelling van het wijzigingsplan 'Espel, Bosrand' kan binnen 6 weken na bekendmaking beroep worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er staat echter uitsluitend beroep open voor belanghebbenden die eerder een zienswijze hebben ingediend of voor die onderdelen die zijn gewijzigd
Er is voor deze planontwikkeling geen sprake van kostenverhaal omdat de gronden in bezit blijven van de gemeente Noordoostpolder. De gronden worden verpacht. Daarom is er ook geen sprake van een exploitatieplan. Er is een planschadeverhaalovereenkomst gesloten om de kosten voor mogelijke planschade te dekken. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid aangetoond.