Plan: | Landelijk gebied, Zwartemeerweg 5 te Ens |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00589-VS01 |
het bestemmingsplan Landelijk gebied, Zwartemeerweg 5 te Ens met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00589-VS01 van de gemeente Noordoostpolder;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een bedrijf, dat geheel of overwegend gericht is op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten, niet zijnde (bio)gas, of elektriciteit, door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een paardenpension, manege en intensieve veehouderij;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het
telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
a. akker- en tuinbouw: de teelt van gewassen op open grond; daaronder niet begrepen bosbouw,
sierteelt en fruitteelt;
b. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
c. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond,
waaronder begrepen de teelt van ruwvoedergewassen;
d. intensieve veehouderij: agrarische bedrijvigheid bestaande uit fokkerij, houderij en/of mesterij
van vee, zoals varkens, kalveren en pluimvee, die functioneel geheel of overwegend niet afhankelijk
is van de ter plaatse bij het agrarisch bedrijf behorende grond als productiemiddel en die
plaatsvindt zonder of nagenoeg zonder weidegang;
e. glastuinbouw: de teelt van tuinbouwgewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
f. paardenfokkerij: het fokken van veulens en de opfok van jonge paarden met de daaraan verbonden
basistraining tot een leeftijd van 2 à 3 jaar;
g. kwekerij: het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of
tuinbouwzaden, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in
boomkwekerijgewassen en vaste planten en niet zijnde een tuincentrum;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het
huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het
gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak, dan niet voor bewoning bestemd is;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bijbehorend bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel is hier geen horeca begrepen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbiedt;
een strook beplanting bestaande uit struiken en bomen aan drie zijden van het erf ter begrenzing van het erf, van ten minste 6 m breed, of ten minste 3 m breed aan de zijde van een direct naastliggend erf;
sloot die vanuit de oorspronkelijke inrichting van het erf altijd direct ligt of heeft gelegen langs de zij- en achterkant van het erf;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
a. de op de verbeelding aangeduide lijn die geldt als begrenzing van de gebouwen
van de aan de weg gekeerde zijde van een erf, of
b. ingeval van een bestemmingsvlak, niet zijnde een agrarisch erf, de denkbeeldig
doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw,
het gebouw, of gedeelte daarvan, op een perceel dat gelet op de bestemming en
uiterlijke verschijningsvorm het belangrijkste is;
hotel, pension, restaurant,café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen, onder horeca is in ieder geval niet begrepen een seksinrichting;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, niet zijnde een stacaravan;
opstallen van glas, of ander lichtdoorlatend materiaal, boogkassen en schermhallen met een hoogte van 1,5 meter of meer boven het maaiveld;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mag uitsluitend bebouwing worden gebouwd ten behoeve van het in lid 3.1 sub a genoemde akkerbouwbedrijf. Onder die bebouwing zijn begrepen kassen, ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bebouwing | Maximum goothoogte | maximum bouwhoogte |
Bedrijfsgebouwen | 8,5 m | 11 m |
Kassen | 6 m | 10 m |
Bijbehorende bouwwerken | 3,5 m | 6 m |
Silo's | - | 20 m |
Erf- en terreinafscheiding voor de voorgevelrooilijn | - | 1 m |
Overige erf- en terreinafscheidingen | - | 2 m |
Andere bouwwerken | - | 4 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder b voor het bouwen en/of uitbreiden van bedrijfsgebouwen op het bestaande erf waarbij de afstand van de gebouwen tot het hart van de erfsloot niet minder dan 6 m mag bedragen, mits is of wordt voorzien in een goede inpassing van een en ander in het landschap door middel van afschermende erfbeplanting.
Het gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een 'vrij' beroep is toegestaan, mits de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het 'vrij' beroep, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 3.5.4, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m2.
Het gebruik van bestaande agrarische bedrijfsgebouwen is binnen een bouwvlak en uitsluitend als tweede tak toegestaan, voor het volgende niet-agrarisch gebruik:
Het gebruik van gronden ten behoeve van kamperen is toegestaan, mits:
De uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, anders dan een 'vrij' beroep, in de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken, door de bewoner van de bedrijfswoning is toegestaan, mits:
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
Voorts geldt dat werken en werkzaamheden slechts toelaatbaar zijn indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de gronden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de waarden of functies niet onevenredig worden verkleind.
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische verwachtingswaarden.
Voor bouwwerken, waarvoor bodemingrepen nodig zijn met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 50 cm, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in 4.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 4.2.2, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 50 cm:
Het bepaalde in 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden wordt een professioneel archeoloog om advies gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemminggrenzen in het plan te wijzigen, mits wordt aangetoond dat:
Voorts geldt dat de geldende oppervlakte van het bij de wijziging betrokken bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden verkleind of vergroot.
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied, Zwartemeerweg 5 te Ens'.