Plan: | Marknesse, Zuid - fase 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00499-VS01 |
In het "Structuurplan" (1992) wordt handhaving van het specifieke landschap van de Noordoostpolder en versterking van de ruimtelijke structuur beschouwd als de basis voor het ruimtelijk beleid. Het agrarische karakter van de gemeente dient ook in de toekomst in het landschapsbeeld tot uitdrukking te komen. Daarnaast is vergroting van de ontsluiting van de gemeente een beleidsuitgangspunt. Wat betreft de bevolkingsontwikkeling richt het beleid zich op de bevolkingsgroei, de bevolkings- samenstelling en op de bevolkingsspreiding. Het versterken van de woonfunctie wordt gerealiseerd door een verhoging van de kwaliteit van het woningaanbod en het aanbod van aantrekkelijke en schone woonmilieu's. Wat betreft de verzorgingsstructuur wordt gestreefd naar handhaving en versterking van een zo hoog mogelijk verzorgingsniveau. Om de werkgelegenheid te bevorderen wordt onder meer gestreefd naar het tijdig realiseren en aanbieden van gunstig gelegen bedrijventerreinen. Tot slot is de vergroting van de omvang van het aanbod en de diversiteit van de recreatieve voorzieningen, alsmede het opwaarderen van bestaande voorzieningen beleidsuitgangspunt.
De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft de "Toekomstvisie gemeente Noordoostpolder 2030" vastgesteld in zijn vergadering van 24 oktober 2002. Achterliggend idee was dat het goed gaat met de gemeente Noordoostpolder in die zin dat de polder een gebied is geworden waar het prettig wonen is en waar met name de agrarische sector een belangrijke rol speelt. Na een periode van opbouwen moeten er plannen komen voor de toekomst en om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen moeten keuzes worden gemaakt.
Op 12 november 2009 is de Woonvisie door de gemeenteraad vastgesteld. De aanleiding voor deze woonvisie is dat de vorige beleidsnota over wonen uit 2001 stamt en alle acties uit deze nota uitgevoerd zijn. Het is tijd voor een herijking van deze notitie. In 2008 heeft het college besloten dat de focus van de gemeente op 'wonen' naast 'werken' komt te liggen. Dat wil zeggen dat Noordoostpolder zich ook gaat presenteren en profileren als woongemeente. De kwaliteiten die deze gemeente heeft en waarmee zij zich kan onderscheiden van de Randstad liggen op het gebied van wonen. De gemeente biedt namelijk de kwaliteiten ruimte, rust en groen. 'Echte ruimte voor ontwikkeling' wordt het leidend principe in de strategische maatschappelijke en ruimtelijke keuzes. De denkrichting in deze identiteit, wordt nog verder uitgewerkt. De uitwerking kan worden gebouwd op de pijlers:
De gemeente is hierbij trots op wat is bereikt maar kijkt ook naar de kansen voor de toekomst als 'nieuwste polder'. Inzet is om te versterken wat sterk is en daarvoor ruimte te bieden. Dat betekent dat er ruimte moet zijn voor nieuwe initiatieven en dat wordt gezocht naar niches in de markt. Hiermee wil de gemeente ook mensen van buiten de Noordoostpolder verleiden om naar de Noordoostpolder te verhuizen. Een kans om nieuwe woonvormen binnen de gemeente gestalte te geven zijn de vrijkomende agrarische erven. Andere voorbeelden van nieuwe woonvormen zijn: wonen op het water, pakhuiswoningen, wonen bij je paard, collectief particulier opdrachtgeverschap en beton ballon. De visie op het wonen in Noordoostpolder is vertaald naar acht ambities. Dit laat duidelijk zien wat de komende jaren belangrijk is op het gebied van wonen in de gemeente Noordoostpolder. De ambities zijn:
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad het 'Duurzaamheidsplan 2012-2015' vastgesteld. Het duurzaamheidsplan herziet het milieubeleidsplan 2005-2008. Er is gekozen voor een duurzaamheidsplan tegen de achtergrond van de klimaatproblematiek. De aarde warmte op, energieprijzen stijgen en daarom bestaat de noodzaak om over te schakelen op duurzame energievormen en het besparen van energie. Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Hiermee wordt aangesloten bij de definitie van Brundtland-commissie van de VN.
De hoofddoelstelling van het plan is om de uitstoot van CO2 te verminderen en energie te besparen. Om deze hoofddoelstelling te kunnen behalen zijn in het plan (sub)doelstellingen en ambities geformuleerd. Doelstelling zijn (vaak) concreet meetbaar en moeten in de planperiode worden behaald (2012-2015). Ambities zijn abstracter van aard en hebben een doorkijk naar 2030.
In het Groenbeleidsplan 2010-2014 staan de ambities van de gemeente Noordoostpolder voor het (openbaar) groen. Groenvoorzieningen hebben vele functies. Ze zorgen voor leefbaarheid, bepalen het straatbeeld en bieden ruimte voor maatschappelijke doeleinden zoals sport, spel en recreatie. En ze hebben betekenis voor landschap, cultuurhistorie en natuurontwikkeling. Het Groenbeleidsplan bevat beleid voor de inrichting, het beheer en het gebruik van groenvoorzieningen in de Noordoostpolder. Een deel van dat beleid is relevant bij het opstellen van ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen. Dat geldt in het bijzonder voor de volgende ambities:
Het Groenbeleidsplan 2010-2014 is op 7 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Noordoostpolder.
Situatie Marknesse Zuid fase 3
Dit bestemmingsplan voldoet aan de kwantitatieve criteria uit het groenbeleidsplan. In het plangebied is ruim 160 m2 per woning aan openbaar groen aanwezig. En de straten bevatten minimaal 24 m2 groen/tuin per woning.
De overige, meer kwalitatieve criteria uit het groenbeleidsplan (zoals groen centreren, uitgangspunten voor veiligheid en logische beheergrenzen), zijn toegepast bij de stedenbouwkundige inrichting (zie paragraaf 3.3 Gebiedsbeschrijving).
In het plangebied zijn op dit moment geen bijzondere bomen aanwezig en ook geen bestaande dorpsbossen, erfsingels of wegbeplantingen. Dergelijke waarden worden daarmee niet rechtstreeks aangetast. Het achterliggende principe (groene omlijsting van het dorp) is in deze fase aan de zuidzijde nog niet toegepast. Net als bij fase 2 van deze wijk, is hiervoor gekozen omdat er in de toekomt nog verdere uitbreiding van de wijk aan de zuidzijde is voorzien. Aan de westzijde is wel rekening gehouden met een groene omlijsting, maar minder breed dan de beoogde 100 meter. Bovendien heeft het de bestemming 'groen' in plaats van 'bos'. Dit soort afwijkingen hangen samen met het moment waarop het ontwerp is gemaakt (dat was vóór de vaststelling van het groenbeleidsplan).
Op 7 oktober 2010 heeft de gemeenteraad de welstandsnota "Ruimte voor kwaliteit en welstandsvrijheid" vastgesteld. De welstandsnota geeft richting aan het welstandstoezicht in de Noordoostpolder en voor de inwoners van de gemeente biedt het plan helderheid over de welstandsbeoordeling van hun bouwplannen. Zoals de titel van de nota al aangeeft wordt onderscheid gemaakt tussen welstandsvrije en niet-welstandsvrije gebieden. De selectie van niet-welstandsvrije gebieden heeft plaatsgevonden aan de hand van twee criteria:
Op basis van deze criteria is besloten dat in de volgende gebieden welstandstoezicht blijft gelden:
In de gebieden 1 en 2 gelden slechts welstandscriteria voor de voor- en zijkant van hoofdgebouwen. Achterkantsituaties zijn hier welstandsvrij. De overige gebieden in de gemeente zijn volledig welstandsvrij. Deze gebieden bestaan voor het merendeel uit woonwijken van na de 50-er jaren van de vorige eeuw en bedrijventerreinen. De bebouwing in deze gebieden heeft een meer neutrale kwaliteit en draagt in veel mindere mate bij aan het karakteristieke beeld en de ruimtelijke identiteit van de gemeente. Soms is een beeldkwaliteitsplan van kracht. Dan gelden uiteraard wel eisen van welstand. Bij nieuwe ontwikkelingen kan een afweging worden gemaakt of een dergelijk plan wordt opgesteld. Voor zover in de welstandsvrije gebieden monumenten of reclameobjecten liggen zijn deze niet welstandsvrij.
Situatie Marknesse Zuid Fase 3
Het plangebied valt in het Landelijk gebied, hiervoor geldt geen apart beeldkwaliteitsplan. In paragraaf 3.3.3 Beeldkwaliteit wordt nader ingegaan op de beeldkwaliteit.
Op 4 oktober 2007 heeft de gemeenteraad de archeologische basis- en beleidsadvieskaart inclusief bijbehorende rapportage vastgesteld als gemeentelijk toetsingskader. Op de archeologische beleidsadvieskaart is duidelijk aangegeven in welke gebieden er onderzoek gedaan moet worden en in welke gebieden onderzoek achterwege kan blijven. Ook wordt vermeld in welke mate er archeologische waarden verwacht worden of beschermd zijn. In paragraaf 2.10, Cultuurhistorie/archeologie, wordt ingegaan op de verwachting voor het plangebied.
De gemeente Noordoostpolder heeft zich via een convenant gecommiteerd aan een Rugstreeppaddenmanagementplan. Doel van dat managementplan is om de rugstreeppadpopulatie in de Noordoostpolder in stand te houden. De rugstreeppad is een beschermde diersoort die niet verstoord mag worden (flora- en faunawet). Op basis van het rugstreeppaddenmanagementplan heeft het ministerie een ontheffing verleend.
Het rugstreeppaddenmanagementplan gaat uit van compensatie en instandhouding van de leefgebieden voor de rugstreeppad. Voor ruimtelijke planvorming betekent dit dat er nieuw leefgebied gerealiseerd wordt, wanneer bestaand leefgebied door de ruimtelijke ontwikkeling verloren gaat. Daarbij worden de volgende ruimtelijke ontwikkelingen specifiek bedoeld; bouwprojecten, infrastructurele projecten, herinrichtingen van het watersysteem en natuurontwikkelingsprojecten. Daarnaast worden bij nieuwe ontwikkelingen kansen benut om 'natuurinclusief te ontwerpen'. Dit betekent dat kansen om nieuw leefgebied voor de Rugstreeppad te creeëren worden gezocht en benut.
In paragraaf 2.9 Ecologie wordt nader ingegaan op de rugstreeppad.