direct naar inhoud van 4.6 Luchtkwaliteit
Plan: De Munt A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00468-VS01

4.6 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet Milieubeheer opgenomen grenswaarde1, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (in werking getreden per 01-08-2009).

Ruimtelijk-economische besluiten die "niet in betekenende mate" bijdragen aan de concentraties in de buitenlucht van stoffen waarvoor bijlage 2 van de Wet milieubeheer een grenswaarde bevat, worden niet langer, zoals voorheen, individueel getoetst aan die grenswaarden. Als gevolg daarvan kunnen tal van kleinere projecten doorgang vinden, ook in situaties waar nog niet aan de grenswaarden wordt voldaan. De effecten van deze projecten op de luchtkwaliteit worden verdisconteerd in de trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, zoals beschreven in het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL).

Bij besluitvorming is het dus van belang om te bepalen of een initiatief "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de luchtkwaliteit. In de algemene maatregel van bestuur “Niet in betekenende mate” (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM.

Het begrip "niet in betekenende mate" is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.

Vooralsnog geldt dat:

  • voor woningbouwlocaties met minder dan 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden;
  • voor infrastructuur dat bij minder dan 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie) ook geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden;
  • voor kantoorlocaties is dat bij minder dan 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, of 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Dit bestemmingsplan bevat weliswaar de mogelijkheid om kantoren te bouwen, maar zal een dergelijke hoeveelheid niet halen en daarom kan geconcludeerd worden dat door de ontwikkeling, die in het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren.

Desalniettemin wordt hier toch in het kader van een "Goede Ruimtelijke Ordening" de berekening opgenomen die in 2007 gemaakt is in het kader van de herziening die is voorbereid van de gebieden in de Munt II, fase 1 en Ecopark waar GS goedkeuring aan hebben onthouden.

Luchtkwaliteitsberekening

De concentraties van NO2 en PM10 voor het jaar 2009 en de toekomstige situatie (2015 en 2020) zijn berekend voor zowel de Marknesserweg als de Kuinderweg. Voor zowel de huidige als de toekomstige situatie is gebruik gemaakt van de gegevens van het berekenen van de verkeerskundige effecten die gemaakt zijn in het kader van de ontwikkeling van het bedrijventerrein De Munt II, fase 2 (BVA, 2 november 2005). Als uitgangspunt is daarbij gekozen voor variant 2. De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het CAR II-model versie 8.1.

Voor de overige invoer voor de CAR II-berekeningen wordt verwezen naar Bijlage 5 Berekeningen luchtkwaliteit.

In onderstaande tabel zijn de belangrijkste resultaten van de luchtkwaliteitsberekeningen weergegeven.

  Verkeers-
intensiteit  
Jaargemiddelde concentratie
NO2 in µg/m3  
Jaargemiddeldeconcentratie
PM10 in µg/m3  
Aantal over-
schrijdingen van 24-uurs-gemid-
delde norm PM10 van 50 µg/m 3  
Grenswaarde     40   40   35  
weg   11)   2   1   2   1   2   1   2  
2009   10.400   4.275   18,8   17,1   22,0   21,7   4   4  
2015 (inclusief uitvoering plan)   12.150   5.000   14,8   13,4   21,0   20,8   3   2  
2020 (inclusief uitvoering plan)   13.500   5.500   11,8   10,7   19,8   19,6   1   1  

1) 1 = Marknesserweg; 2 = Kuinderweg.

Waarden voor PM10 zijn zonder aftrek voor zeezout.

Uit de tabel blijkt dat de uitkomsten een klein verschil tussen de twee wegen laten zien en dat ze beide ruim onder de grenswaarden zitten.

Derhalve hoeft niet nader op het aspect luchtkwaliteit te worden ingegaan.