direct naar inhoud van 3.6 Bodem
Plan: Het Meer 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991086-VB01

3.6 Bodem

Voormalig deelgebied Weidestraat/Het Meer

In het plangebied Weidestraat/Het Meer in IJsselmuiden zijn in de periode 1998 tot en met 2008 diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Het plangebied is voor het uitvoeren van het bodemonderzoek in twee deelgebieden ingedeeld: ten westen van het fietspad Trekvaart/Oosterholtseweg en ten oosten van dit fietspad. De onderzoeken zijn in verschillende fasen uitgevoerd met als doel de bodem- en grondwaterkwaliteit binnen het gebied vast te stellen. Daarnaast is de waterbodemkwaliteit van de watergangen vastgesteld en is er gekeken naar het voorkomen van asbest in het plangebied. De betreffende informatie kan gebruikt worden bij de bestemmingsplanwijziging en bij de aanvraag van bouwvergunningen in het plangebied.

De volgende onderzoeken zijn in het plangebied uitgevoerd:

  • 1. Verkennend en aanvullend bodemonderzoek aan de Weidestraat te IJsselmuiden (Consulmij Advies & Techniek BV, rapportnummer CB.98.002/VO1, d.d. februari 1998).
  • 2. Milieukundig bodem- en waterbodemonderzoek uitbreidingsplan Het Meer te IJsselmuiden (Witteveen + Bos, referentie IJMD31-2/strg/006, 14 juni 2007).
  • 3. Verkennend en nader bodemonderzoek Weidestraat IJsselmuiden (Verhoeve Milieu, kenmerk JKR/ADV/VMN/258023, 5 maart 2008).
  • 4. Saneringsplan De Beek en Trekvaart te IJsselmuiden, Inclusief Actualiserend onderzoek (Niebeek Milieumanagement BV, 1798-01 v04, 4 maart 2008).
  • 5. Rapportage milieukundig bodem- en waterbodemonderzoek geplande ijsbaan en manage nabij de Oosterlandenweg te IJsselmuiden (Witteveen + Bos, referentie IJMD31-3/strg/007, 30 juli 2007).
  • 6. Verkennend bodemonderzoek huidige ijsbaan Het Meer te IJsselmuiden (Witteveen+Bos, rapportnummer IJMD31-8/strg/003, d.d. 3 april 2012).

Voormalig deelgebied Paalkamp

  • 1. Nader bodemonderzoek oostelijke oever De Beek (DHV, kenmerk J0586-72-001/MT-BD954387, 24 januari 1996).
  • 2. Verkennend bodemonderzoek Weidestraat (Consulmij bv, kenmerk CB.98.002/V01, februari 1998).
  • 3. Bodemonderzoek terrein firma Bruins (Grontmij, kenmerk 1122874, 8 januari 2001).
  • 4. Verkennend en nader onderzoek naar de chemische kwaliteit + asbest in bodem: Plangebied Paalkamp IJsselmuiden (Mateboer Milieutechniek bv, projectnummer 052181/DV, 24 maart 2006).
  • 5. Actualiserend- en aanvullend nader bodemonderzoek: Plangebied Paalkamp IJsselmuiden (Mateboer Milieutechniek bv, projectnummer 072026/PK, 19 juni 2007).
  • 6. Partijkeuring grond (AP04 en asbest), (Mateboer Milieutechniek bv, 072026/PK, 14 juni 2007).

Resultaten bodemonderzoeken voormalig deelgebied Weidestraat/Het Meer

In het westelijk gebied is in opdracht van projectontwikkeling De Gilden BV in 1998 een verkennend en aanvullend bodemonderzoek (zie bijlage 11) onderzoek uitgevoerd. Uit deze resultaten blijkt dat de bovengrond nabij de overgang van de Trekvaart en de Beek licht verontreinigd is met cadmium, PAK en/of minerale olie, matig verontreinigd is met koper, lood en/of PAK en sterk verontreinigd is met arseen en zink.

In het actualiserend onderzoek, dat onderdeel uitmaakt van het saneringsplan de Beek en Trekvaart, wordt bevestigd dat de toplaag van het talud van de Beek sterk verontreinigd is met zink en matig verontreinigd is met PAK. Deze verontreiniging is landinwaarts niet afgeperkt.

Met het uitgevoerde onderzoek van Verhoeve Milieu is de mate en de omvang van de verontreiniging met zware metalen vastgesteld. De matige tot sterke verontreiniging met zware metalen bevindt zich in een strook van 20 á 30 meter langs de oever van de Beek en Trekvaart. De verontreiniging bevindt zich tot de bovenste bodemlaag met een gemiddelde dikte van ongeveer 0,5 m -mv. In de ondergrond zijn hoogstens lichte verontreinigingen aanwezig.

Op een oppervlakte van 4.800 m² wordt de interventiewaarde overschreden. In een bodemvolume van circa 2.400 m³ is derhalve sprake van een sterke verontreinigingsgraad. Op ongeveer 2.900 m² is sprake van een matige verontreinigingsgraad. Het bodemvolume met een matige verontreinigingsgraad bedraagt derhalve ongeveer 1.450 m³.

Op het overige terrein zijn in de bovengrond licht verhoogde gehalten aan kwik, lood en PAK aangetroffen. Gesteld kan worden dat de bodem in het algemeen geen asbestverontreiniging bevat.

In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan metalen aangetoond en plaatselijk is de concentratie arseen matig verhoogd. Het slib in de te dempen sloten betreft klasse 0 tot 2 onderhoudsspecie.

In het oostelijk gebied is in opdracht van de gemeente een bodem- en waterbodemonderzoek (zie bijlage 8) uitgevoerd. In de grond zijn lokaal licht verhoogde gehalten aan zware metalen, EOX, PAK en minerale olie gemeten. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan chroom, arseen, nikkel, xylenen, naftaleen en tetrachloormethaan gemeten. Het aanwezig slib in de sloten binnen dit deelgebied is ingedeeld in de klasse 0, 1, 2 en 3.

In maart 2012 is door Witteveen+Bos een verkennend bodemonderzoek (bijlage 10) ter plaatse van de huidige ijsbaan in het plangebied uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat in de bovengrond plaatselijk licht verhoogde gehalten aan nikkel, kwik en lood zijn aangetroffen en dat in de ondergrond licht verhoogde gehalten aan kobalt en nikkel zijn aangetroffen. In het grondwater is een licht verhoogde gehalte aan barium aangetroffen. De aangetroffen gehalten zijn zodanig laag dat vanuit milieuhygiënisch oogpunt de bodem geschikt is voor alle vormen van gebruik.

In opdracht van het Waterschap Groot Salland is er een waterbodemonderzoek in de Beek/Trekvaart uitgevoerd. Een gedeelte van het slib in De Beek is sterk verontreinigd met PAK (klasse 4). Het overige deel van de Beek wordt beoordeeld als licht verontreinigd klasse 2 op basis van de parameters koper, kwik, PAK, DDX en PCB.

Het eerste deel van de Trekvaart is matig verontreinigd met zink (klasse 3). Het overige deel is licht verontreinigd (klasse 2) beoordeeld op basis van enkele metalen, PAK en OCB. Deze sanering is inmiddels uitgevoerd en goedgekeurd door de provincie Overijssel.

Uit het bodem- en waterbodemonderzoek ter plaatse van de geplande ijsbaan en manage (ten zuiden van de Trekvaart nabij de Oosterlandenweg) (zie bijlage 9 en bijlage 10) zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen en EOX aangetroffen. Deze gehalten geven geen belemmeringen voor het voorgenomen gebruik van een manege en/of ijsbaan op deze locatie.

Voormalig deelgebied Paalkamp

De locatie is gelegen tussen de Burgemeester van Engelenweg, de Oosterholtseweg en de watergang De Beek in IJsselmuiden.

Uit de resultaten van het bodemonderzoek blijkt dat op het gehele terrein in de grond maximaal licht verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK zijn aangetroffen. In de sloot op de grens tussen het perceel van het voormalige gemeentehuis en het perceel van de firma Bruins is in het overgrote deel van de aanwezige sliblaag een sterke verontreiniging met zink gemeten. De omvang van het sterk verontreinigde slib bedraagt circa 14 m³. Gezien de geplande woningbouw op het terrein en de voorgenomen demping van de sloot moet de verontreinigde sliblaag worden verwijderd.

In de ondergrond (1,0 tot 1,5 m -mv) ter plaatse van de watergang De Beek is een sterk verhoogde gehalte aan minerale olie vastgesteld. Deze verontreiniging is in de verticale en horizontale richting voldoende vastgesteld. De omvang van de verontreiniging met minerale olie in de grond wordt geschat op 12 m³. De verontreiniging bevindt zich ook in het grondwater. De sterke verontreiniging met minerale olie in het grondwater is voldoende afgeperkt en de omvang wordt geschat op 77 m³.

Voor het realiseren van woningbouw op het terrein moet de vastgestelde verontreiniging met minerale olie worden gesaneerd.

In een gedempte sloot is een verontreiniging met asbest aangetroffen. De omvang van de ernstige asbestverontreiniging wordt geschat op 80 m³ en moet worden gesaneerd. Verder zijn op het gehele braakliggende perceel (nr 1386) in de toplaag van de bodem een grote hoeveelheid asbesthoudende plaatfragmenten aangetroffen. Deze toplaag moet ook worden gesaneerd.

Conclusie

In het overgrote deel van het plangebied zijn er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen voor het (voorgenomen) gebruik van de onderzoekslocatie en het plaatsvinden van een bestemmingsplanwijziging.

De grond is plaatselijk licht verhoogd met zware metalen, PAK, EOX en minerale olie. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen en plaatselijk met xylenen, naftaleen en tetrachloormethaan aangetroffen. De licht verhoogde gehalten aan metalen betreffen waarschijnlijk lokaal verhoogde achtergrondgehalten. De gemeten gehalten aan xylenen hangen mogelijk samen met de aanwezigheid van veen in de ondergrond.

Het aanwezig slib is ingedeeld in respectievelijk klasse 0, 1, 2 en 3.

In het plangebied bevindt zich in een strook van 20 á 30 meter langs de oever van de Beek/Trekvaart een matige tot sterke verontreiniging met zware metalen. Deze verontreiniging bevindt zich in de bovengrond in de laag tot 0,5 m -mv.

Er is sprake van een ernstige bodemverontreiniging. Uit een risicobeoordeling is gebleken dat in de huidige situatie de aangetroffen verontreiniging geen risico's geven. Voor de toekomstige situatie, ecologische zone en/of "wonen met tuin", is het belangrijk te weten hoe deze wordt ingevuld. Aan de hand van het plan wordt momenteel bekeken of er een (deel)sanering uitgevoerd moet worden. De provincie is het bevoegd gezag voor de uit te voeren sanering. De benodigde procedures in het kader van de Wet Bodembescherming worden uiteraard gevolgd.

In opdracht van de provincie Overijssel en het Waterschap Groot Salland is de waterbodem van de Trekvaart en Beek gesaneerd. Het evaluatierapport van de uitgevoerde sanering heeft de provincie goedgekeurd.

In het gedeelte van het plangebied, bekend als het voormalige Paalkamp, is de huidige bodemkwaliteit niet geschikt voor woningbouw. In dit gebied moet een asbestsanering, een minerale olieverontreiniging en een zinkverontreiniging worden gesaneerd. Het bevoegd gezag voor de asbestsanering zijn gedeputeerde staten van Overijssel en voor de overige twee saneringen is de gemeente het bevoegd gezag. Voor alle gevallen van verontreiniging moet een saneringsplan bij het betreffende bevoegd gezag worden ingediend. Als het bevoegd gezag heeft ingestemd met het plan en de resultaten van de uitgevoerde sanering kan pas met de bouw van de woningen worden gestart.