direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Het Meer 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991086-VB01

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie Kampen 2030

De gemeente Kampen heeft voor de lange termijn haar visie gegeven voor de ruimtelijke ontwikkeling in de structuurvisie Kampen 2030, die is vastgesteld op 28 mei 2009. Basis voor deze visie is de notitie van Bouwstenen.

Kampen is volgens de visie volop in beweging. Op verschillende fronten en schaalniveaus wordt gewerkt aan een voortvarende ontwikkeling van deze historische stad en het karakteristieke omliggende landschap van de IJsseldelta. Deze ontwikkeling moet uiteraard een gezicht gaan krijgen door middel van grootschalige ontwikkelingen als project IJsseldelta Zuid en de Hanzelijn, maar net zo goed door middel van kleinschalige projecten binnen de stad, de omliggende dorpen en het landschap. Al enkele jaren is de gemeente in samenwerking met de bevolking bezig met het inventariseren, analyseren en formuleren van de potenties en ambities van de gemeente. 'Wat voor een gemeente willen wij worden?'. In vastgestelde visies als 'Kampen lonkt naar 2030' en de 'Netwerkstadvisie Zwolle Kampen 2030' wordt een duidelijk beeld geschetst van de wensen en ambities voor de toekomst. Kampen staat daarmee voor een aantal belangrijke keuzes.

IJsselmuiden volgens de Structuurvisie

IJsselmuiden is een dorp, zonder een eigen compact centrum. Hier wordt het beeld gedomineerd door de slingerende dorpslinten, uitwaaierend in het landschap. Ook hier dringen het groen en het landschap diep in het dorp door, maar de belangrijkste ontsluitingen lopen nog steeds via de historische linten. De langs deze routes gelegen kleinschalige lintbebouwing vormt de voorkant van het dorp. In IJsselmuiden is daarom de kleinschalige maat, schaal en korrel van de ‘organisch gegroeide’ dorpse linten de belangrijkste identiteit, terwijl in Kampen het beeld bepaald wordt door de historische binnenstad, het groene raamwerk en de kleinschalige woonwijken.

Ambities die ook voor IJsselmuiden gelden zijn onder andere:

  • Het vertrekoverschot ombuigen tot minimaal de nul-migratie. Naast landschappelijk wonen ook inzetten op binnenstedelijke woonmilieus en wonen aan het water.
  • Economische ontwikkeling spitst zich toe op watergebonden bedrijvigheid en glastuinbouw. Naast het blijven ontwikkelen van de aanwezige bedrijvigheid echter ook inzetten op de ontwikkeling van nieuwe hoogwaardige bedrijvigheid en zakelijke dienstverlening.
  • Inspelen op de te verwachten vergrijzing en behouden/verbeteren zorgverlening.

afbeelding "i_NL.IMRO.0166.00991086-VB01_0002.png"

Uitsnede: Ontwikkelingsrichting structuurvisie Kampen 2030 met daarin Het Meer als ontwikkellocatie.

Ontwikkelingen

Voor de gemeente Kampen is gekozen voor een insteek, waarbij niet ongebreideld wordt uitgebreid of ingebreid, maar zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande kwaliteiten van zowel landschap als stad. Voor de uibreiding van Kampen is daarom gekozen voor een 3-stappenplan: Inbreiden en afbouwen, Stapsgewijs langs de bypass en de Sprong over de snelweg. De ontwikkeling van "Het Meer" maakt onderdeel van de eerste stap: Inbreiden en afbouwen.

Inzet is om de ontwikkelingsruimte in eerste instantie te zoeken binnen de bestaande stad en in de directe nabijheid, zodat grootschalige uitbreidingen in het omliggende landschap nog niet noodzakelijk zijn. Het betreft onder meer het afbouwen van in gang gezette ontwikkelingen. Het Meer is een van deze ontwikkelingen en moet samen met andere ontwikkelingslocaties ruimte bieden aan ongeveer 3.300 nieuwe woningen.

2.4.2 Gebiedsvisie IJsselmuiden

De gemeente Kampen heeft een gebiedsvisie opgesteld voor het dorp IJsselmuiden. Dit is een uitwerking van de Structuurvisie Kampen 2030 en is in juli 2011 vastgesteld. In deze paragraaf zal kort worden ingegaan op de in de Gebiedsvisie benoemde waarden/kwaliteiten van het plangebied

Op niveau van het hele dorp zijn de zogenaamde structuurdragers aangewezen/benoemd als kwaliteiten. Daarbij gaat het voor IJsselmuiden om:

  • De historische linten op de zandruggen (daarbij gaat het uitdrukkelijk niet alleen om de bebouwingsstructuur, maar ook om het complete plaatje van route, de aan die route ontstane bebouwing, de beplantingsstructuur en de aardkundige waarden van de zandruggen) aanwezige hoogteverschillen, steilranden e.d.
  • De zogenaamde drietand van wegen (Trekvaart, Burgemeester van Engelenweg en Baan) als oude verbindingen tussen de zandgronden en de stad Kampen met begeleidende bebouwings-, beplantings- en waterstructuur (Trekvaart).
  • De oude IJsselarm (drager van de zogenaamde groene vingers vanuit het buitengebied tot diep in de kern van het dorp).

Het plangebied is in de gebiedsvisie IJsselmuiden ook opgenomen als deelgebied 't Meer.

Spelregels voor nieuwe ontwikkelingen in het gebied

  • Er wordt niet integraal opgehoogd; waar ophoging noodzakelijk is moeten de overgangen naar de aangrenzende deelgebieden en lager gelegen (groen)zones nauwkeurig ontworpen worden.
  • De oorspronkelijke verkaveling vormt een belangrijke onderlegger.
  • De hoofdontsluiting voor autoverkeer takt aan op de Oosterlandenweg; een eventuele aansluiting op de Oosterholtseweg dient zorgvuldig ingepast te worden en is ondergeschikt in vormgeving (de ruimtelijke continuïteit en hiërarchie van de Oosterholtseweg staat voorop).
  • Voor spelregels met betrekking tot maat en schaal van de bebouwing en gewenste beeldkwaliteit wordt verwezen naar de volgende alinea.
  • De mogelijkheden om gebruik te maken van passieve zonne-energie door het gunstig verkavelen van woningen op de zon wordt nadrukkelijk meegewogen ten opzichte van de visueel-ruimtelijke aspecten.
  • Bij woningen is de mogelijk toekomstige realisering van zonnepanelen een architectonisch aandachtspunt.
  • Het bouwen zonder kruipruimte verdient aandacht; bij bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringe ontwateringsdiepte.
  • In aansluiting op de karakteristieken van het deelgebied Weidestraat 't Meer kiezen voor een 'open' inrichting van de openbare ruimte met gras en kenmerkende beplanting voor de lage, natte gronden; voor verdere spelregels met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van de Gebiedsvisie IJsselmuiden Dorp.
  • In het kader van het waterbeheer wordt getracht zoveel mogelijk berging en infiltratie te combineren met een ecologische kwaliteit en de noodzakelijk (wettelijke verplichte) "natte" natuurcompensatie.

Karakter van bebouwing

De kleinschalige maat, schaal en korrel van de organisch gegroeide bebouwingslinten worden in de structuurvisie genoemd als specifieke identiteit van IJsselmuiden. Het karakter van de bebouwing in de linten komt tot uiting in een aantal kenmerken:

  • De bebouwing wordt gekarakteriseerd door een sterk heterogene, kleinschalige (dorpse) bebouwingsstructuur; kenmerkend zijn de verspringen in de rooilijn en de open ruimten tussen de bebouwing.
  • De bebouwing is met de voorgevel naar de weg gekeerd.
  • De woningen zijn grondgebonden met een kleinschalige hoofdmassa, enkele gekoppelde woningen of korte rijtjes, individueel herkenbaar, zonder herhaling van vorm.
  • Op bijzondere locaties in het dorp komt een grotere bebouwingskorrel voor, zoals de pastorie, de scholen, de kerken en andere voorzieningen; deze gebouwen zijn als een eenheid ontworpen (geen stapeling van eenheden, maar een gebouw met een verticale en horizontale indeling) en nooit hoger dan drie lagen.
  • Het overgrote deel van de bebouwing is tweelaags en in mindere mate eenlaags; de oudste en daarmee ook de meer kleinschalige bebouwing concentreert zich rond de kerk aan de Dorpsweg.
  • Goot- en nokhoogte, plattegrond, kapvorm en kaprichting wisselen per pand.
  • Aanbouwen zijn onderdeel van de hoofdgebouw; de bijgebouwen hebben meestal een eigen kap.
  • De gevelindeling heeft een fijne ritmiek en een zorgvuldige detaillering; dit uit zich door situering en grootte van de ramen, plaatsing van de voordeur en toevoeging van bijzondere elementen in de gevel; plasticiteit in gevels door erkers, balkons en terugliggende ramen en/of deuren.
  • De woonhuizen zijn opgetrokken in baksteen, de (licht)bruine en roodbruine tinten overheersen; witgesausd pleisterwerk komt ook voor.
  • Voordeuren zijn bijzonder van vormgeving en per pand verschillend.
  • Het houtwerk is overwegend wit of groen geschilderd.
  • De dakbedekking bestaat over het algemeen uit pannen, grijs of oranje/rood van kleur; de boerderijen zijn met riet gedekt.

Nieuwe ontwikkelingen sluiten aan bij bovenstaande kenmerken. Uitbreidingen dienen ontworpen te worden in samenhang met het bestaande gebouw.Hierbij wordt het plangebied ter plaatse van de nieuw aan te leggen wegen en bouwkavels opgehoogd. Het groene middengebied en de groene randzone langs de Trekvaart worden niet of zo min mogelijk opgehoogd.

2.4.3 Extern veiligheidsbeleid 2007

De gemeente Kampen wil haar burgers een veilige leefomgeving bieden. Om die verantwoordelijkheid in te vullen, heeft de gemeente Kampen samen met Haskoning Nederland B.V. Milieu het externe veiligheidsbeleid geformuleerd. Doel van het externe veiligheidsbeleid is om duidelijk te maken welke externe veiligheidsrisico's in de gemeente Kampen aanwezig zijn en hoe met deze en toekomstige risico's dient te worden omgegaan.

Risicobronnen bestaan uit risicovolle inrichtingen en transportassen en buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit een inventarisatie blijkt dat zich in Kampen relatief weinig risicobronnen bevinden. De gemeente Kampen kent 8 BEVI-inrichtingen en 8 inrichtingen die vallen onder de drempelwaardenlijst in het kader van het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (propaantanks, opslag van gevaarlijke stoffen en houtopslag).

Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vindt plaats over weg, spoor, water en buisleiding. De gemeente heeft in 2001 een routering voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Ook ontheffingroutes zijn bepaald.

Op basis van de uitgevoerde inventarisaties is geconstateerd dat binnen de gemeente Kampen geen grote knelpunten aanwezig zijn voor wat betreft de bescherming van individuele burgers (plaatsgebonden risico). Wel is een aantal situaties aanwezig met een verhoogd risico voor groepen (groepsrisico). Daarnaast vormt de ligging van de bestaande transportassen en buisleidingen wel een aandachtspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij bestaande situaties is het niet altijd mogelijk om de uitgangspunten en ambities toe te passen. Voor bestaande situaties geldt dat deze worden geaccepteerd indien ze voldoen aan de wettelijke grens- en richtwaarden. Indien niet aan wettelijke grenswaarden wordt voldaan, dient naar een (snelle) oplossing van de situatie gezocht te worden. Bron- en effectmaatregelen lopen daarbij vooruit op saneringsinstrumenten. Bij een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico in bestaande situaties, dienen de hulpdiensten bijzondere aandacht te besteden aan de voorbereiding op een eventuele calamiteit (eventueel wordt de regionale brandweer om advies gevraagd).

In het geval van nieuwe situaties worden in woongebieden geen risicobronnen geïntroduceerd. Kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten mogen niet binnen de 10-6 contour van een risicobron liggen. Daarnaast is een toename van het groepsrisico door risicobronnen niet toegestaan. Een toename van het groepsrisico door een structurele toename van het aantal personen in het invloedsgebied is wel toegestaan, mits:

  • er invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • de risicobron actief wordt benaderd teneinde de risico's zo mogelijk te minimaliseren;
  • de oriënterende waarde voor het groepsrisico in nieuwe situaties als richtwaarde wordt beschouwd.

Externe veiligheid binnen het plangebied wordt beschreven in paragraaf 3.9.

2.4.4 Groenstructuurvisie 2012

De gemeente is op dit moment bezig met het opstellen van een actuele Groenstructuurvisie.

Deze groenstructuurvisie is een beleidsdocument waarin de ambities en doelen op het gebied van groen zijn vastgelegd. Hierbij gaat het om zowel de functionele als de visueel-ruimtelijke aspecten van het groen. De visie vormt een kapstok waaraan andere groene plannen en projecten worden opgehangen. Daarnaast kunnen plannen en projecten van andere vakdisciplines hieraan worden getoetst. Zo levert de visie input voor bescherming, inpassing en aanleg van nieuw openbaar groen in ruimtelijke (her)ontwikkelingsprojecten. Daarnaast formuleert de groenstructuurvisie doelstellingen en randvoorwaarden voor het beheer en onderhoud en geeft hiermee houvast voor de dagelijkse uitvoering.

In Het Meer is rekening gehouden met de aanwezige groenstructuur en de andere groene waarden in het plangebied. De eventueel aanwezige Hoofdgroenstructuur, de bomenrijen en het landschappelijk lint worden gehandhaafd in de huidige vorm.

2.4.5 Woonvisie

De gemeenteraad heeft op 3 juni 2010 de "Woonvisie Kampen 2010-2020" vastgesteld. Deze Woonvisie geeft richting aan het woonbeleid voor doelgroepen (senioren/starters/zorgbehoevenden et cetera) en aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogramma. Met deze Woonvisie voldoet de gemeente aan de bepaling uit de Omgevingsverordening van de provincie Overijssel dat iedere gemeente in Overijssel een vastgestelde Woonvisie moet hebben. De Woonvisie vormt tevens het kader voor de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties en de provincie Overijssel.

Het gemeentebestuur van Kampen wil met deze nieuwe Woonvisie een vervolg bieden op het lokaal Woonplan uit 2005 en daarmee een antwoord geven op de vele vraagstukken vanuit de woningmarkt. De verschillende woonbelangen worden in balans gebracht. De visie is daarom niet alleen gericht op de kwantiteit en kwaliteit van nieuw te bouwen woningen, maar ook op de bestaande voorraad. Niet alleen gericht op een passende sociale huurvoorraad, maar ook bijvoorbeeld op het stimuleren van particuliere bouw met vrije bouwkavels. Daarnaast wordt gestreefd naar maatwerk voor diverse doelgroepen. Het bevorderen van samenhang tussen wonen, welzijn en zorg is daarvan een voorbeeld.

In de Woonvisie worden bepaalde doelen nagestreefd, zoals bijvoorbeeld dat er in de gemeente Kampen met het woningbouwprogramma naar een duurzame kwaliteitverdeling tussen wijken, buurten en dorpskernen wordt gestreefd, met een variatie aan woningtypen en bewoners. De 30-40-30%-regeling wordt in beginsel op gemeentelijk niveau gehandhaafd.

Het woningbouwprogramma (het aantal woningen en type woningen) omvat 330 woningen, bestaande uit 63 tot 105 vrije sector kavels (variabel), 49 goedkope koopwoningen, 60 goedkope huurwoningen, 116 middeldure woningen en 42 dure woningen, waarbij de grenzen van genoemde woningbouwcategorieen zullen worden gehanteerd conform de gemeentelijke grondprijzennota.

In het voorliggende plangebied wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Woonvisie 2010-2020.

2.4.6 Woonplan 2012-2016

Op 2 februari 2012 heeft de gemeenteraad het Woonplan 2012-2016 vastgesteld. Dit woonplan kan gezien worden als de eerste evaluatie van de Woonvisie, en tegelijk als een actieprogramma voor de korte termijn. De woningmarkt stagneert en daarom zijn er in het Woonplan acties benoemd om de woningmarkt zo goed mogelijk door deze tijd heen te helpen. Eén van de speerpunten hierbij is flexibiliteit. Het ontwikkelen van nieuwbouw zou meer organisch, flexibel en kleinschalig moeten gebeuren met vernieuwende en onderscheidende woonconcepten.

2.4.7 Welstandsnota/Beeldkwaliteit

De Welstandsnota van de gemeente Kampen regelt het welstandsbeleid in de gemeente. In de nota wordt het welstandsbeleid van toekomstige woon- en leefgebieden niet beschreven. Ook de wijk Het Meer wordt niet als zodanig in de welstandsnota beschreven. De gebiedsgerichte welstandsnota deelt het gebied in onder 'Het Rivierenlandschap'. Dit is een open landschap met enkele verspreide dorpskernen en daarnaast ook enige geïsoleerde boerderijen binnen een herkenbare structuur van erfbebouwing en -beplanting. De ontwikkeling van een woonwijk komt niet overeen met het in de welstandsnota beschreven beleid. Voor het plangebied wordt een eigen beeldregieplan opgesteld. Het beeldregieplan zal onderdeel gaan uitmaken van de welstandsnota. Dit beeldregieplan zal bijdragen aan het borgen van het gewenste dorpse karakter.

2.4.8 Milieubeleidsplan 2009-2012

Op grond van het Milieubeleidsplan 2009-2012 dient voor projecten met meer dan 80 woningen een energievisie te worden opgesteld. Voor project Het Meer is een energievisie opgesteld.