direct naar inhoud van 4.4 Molenbiotoop
Plan: Zalk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991076-VB01

4.4 Molenbiotoop

In het plangebied bevindt zich een korenmolen. Deze molen is in 1988 gerestaureerd en verkeert nog steeds in een goede staat. De molen is een instructiemolen, dat wil zeggen dat deze molen wordt gebruikt om liefhebbers op te leiden tot vrijwillig molenaar. De omgeving van de molen wordt ook wel aangeduid als molenbiotoop.

De molenbiotoop heeft betrekking op de hele omgeving van een molen, voor zover die van invloed is op het functioneren van die molen als maalwerktuig én als monument. Het eerste aspect van de molenbiotoop is de windvang. Gebouwen en bomen kunnen de molenbiotoop aantasten.

De Hollandsche molen heeft in 1982 een opvolger ontwikkeld voor de praktijknormen uit 1946. Deze normen zijn door de werkgroep Molenbiotoop vastgelegd in het rapport 'De inrichting van de omgeving van molens'. Daarin staat aangegeven op welke manier met de molen rekening kan worden gehouden.

Voor molens van het type als De Valk (stellingmolen) zou gerekend moeten worden met een vlucht van de molen van 22,00 meter en een stellinghoogte van 3,80 meter. Als er rekening wordt gehouden met gesloten gebied, dan zou de hoogte op 100 meter afstand van de molen 5,04 meter moeten bedragen. Binnen de eerste 100 meter mag er in principe geen bebouwing en beplanting boven de stellinghoogte van 3,80 meter uitsteken. Bij 150 meter zou de hoogte 6,04 meter mogen bedragen en bij 200 meter 7,04 meter.

Maar het plangebied betreft een bestaande situatie. Bebouwing moet kunnen worden herbouwd tot dezelfde hoogte. Daarom voorziet de vrijwaringszone - molenbiotoop niet in een extra beperking van de bouwhoogte; de bouwhoogte is beperkt door de bouwregels bij de bestemmingen. De hoogte van beplanting wordt wel beperkt door de vrijwaringszone voor de molenbiotoop. Deze vrijwaringszone ligt over het hele plangebied.