direct naar inhoud van Artikel 26 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: IJsseldelta-Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991013-OH02

Artikel 26 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Waterstaat - Waterstaatkundige functie” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor berging en afvoer van water, ijs en sediment, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

26.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 26.1 bedoelde gronden tevens bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van scheepvaarttekens niet meer dan 15 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
26.3 Specifieke gebruiksregels
26.3.1 Ruwheden

De gronden ter plaatsen van de volgende aanduidingen mogen uitsluitend worden ingericht overeenkomstig de vegetatieklassen zoals opgenomen in bijlage 4, Klassenindeling vegetatie:

Aanduiding   Vegetatieklasse  
'vegetatie 1'   water  
'vegetatie 2'   verhard oppervlak  
'vegetatie 3'   gras en akker  
'vegetatie 4'   riet en ruigte  
'vegetatie 5'   natuurlijk en verruigd grasland met max. 10% houtige opslag  
'vegetatie 6'   begraasd mozaïekstruweellandschap 70/30  
'vegetatie 7'   bos  

26.3.2 Gebruik in verband met realisatie van de klassenindeling vegetatie

Voor zover in dit plan een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid uit te voeren, geldt dit verbod niet voor werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden die worden gerealiseerd overeenkomstig de klassenindeling vegetatie.

26.3.3 Specifieke gebruiksregels

Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzi-gingsbevoegdheid ter plaatse van de in lid 26.1 bedoelde gronden, wordt niet eerder genomen dan nadat advies is gevraagd aan de waterbeheerder.