direct naar inhoud van 3.6 Bodem
Plan: Stationsomgeving Hanzelijn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991005-VS01

3.6 Bodem

De aanleiding van de bodemonderzoeken is om de voorgenomen ontwikkelingen mogelijk te maken. Doel van de verkennende bodemonderzoeken is te onderzoeken of op dit moment verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond of het freatisch grondwater in waarden boven de streefwaarde of de geldende achtergrondwaarde ten einde te bepalen of er beperkende voorwaarden dienen te worden gesteld aan het gebruik van het terrein. Tevens is het bodemonderzoek uitgebreid met een asbestonderzoek om te onderzoeken of de bodem asbesthoudend is of niet.

In het plangebied is een zevental bodemonderzoeken uitgevoerd. Het betreft de volgende onderzoeken:

  • verkennend bodemonderzoek twee agrarische percelen Venedijk Noord-Niersallee (092046/PK);
  • verkennend bodemonderzoek Slaper 2 (AT02169);
  • bodemonderzoek perceel Zwartendijk (610507);
  • verkennend onderzoek (12366446), nader bodemonderzoek (12366450) en saneringsonderzoek (12366454) Venedijk Noord 5;
  • verkennend bodemonderzoek bestemmingsplan "De Maten 3".

Door deze onderzoeken is de kwaliteit van de bodem en het grondwater onderzocht in het hele plangebied.

In de onderstaande alinea's worden de conclusies van de onderzoeken beknopt weergegeven.

Verkennend bodemonderzoek twee agrarische percelen Venedijk Noord/Niersallee

De onderzoekslocatie betreft twee agrarische percelen (weilanden) en zijn kadastraal bekend als gemeente Kampen, sectie P, nummers 280 en 3848. Perceel 280 heeft een oppervlakte van 14.850 m2 en perceel 3848 heeft een oppervlakte van 50.948 m2. De percelen zijn gelegen in het gebied van het toekomstig station van de Hanzelijn. Uit 2 topografische kaarten van de locatie (1988 en 1995) blijkt dat op de onderzoekslocatie in het verleden twee aanwezige sloten gedempt zijn.

Uit het bodemonderzoek kan geconcludeerd worden dat de bodem niet tot diffuus (licht) verontreinigd is. Voor zowel het grondwater als in de grond zijn licht verhoogde gehalten zware metalen aangetroffen. Bij de gemeten waarden zijn geen risico's voor milieu en volksgezondheid aanwezig en hoeft geen vervolgonderzoek plaats te vinden.

Op grond van het onderzoek hoeven er, ten aanzien van de kwaliteit van de bodem, vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen beperkingen te worden gesteld aan het gebruik van de onderzochte locatie.

Zie voor de volledige rapportage Bijlage 17 Bodemonderzoek twee agrarische percelen.

Verkennend bodemonderzoek Slaper 2

De onderzoekslocatie bestaat uit een erfperceel met weiland en is kadastraal bekend als gemeente IJsselmuiden, sectie F, nummers 450, 531 en 532 en gemeente Kampen, sectie P, nummer 3853, plaatselijk bekend Slaper 2 te Kampen. De locatie heeft een totale oppervlakte van 25,5588 ha.

Uit het bodemonderzoek kan geconcludeerd worden dat, met uitzondering van de licht tot sterk verhoogde concentraties minerale olie in de bovengrond ter plaatse van de bovengrondse dieselolietank, er geen beperkingen bestaan ten aanzien van het huidige gebruik en de mogelijke herinrichting van de locatie. De met olie verontreinigde bovengrond ter plaatse van de bovengrondse dieselolietank op het erf wordt gesaneerd. Bij gemeten waarden zijn geen risico's voor milieu en volksgezondheid aanwezig en hoeft geen vervolgonderzoek plaats te vinden.

Bodemonderzoek perceel Zwartendijk

Het onderzoeksterrein is gelegen aan de Zwartendijk te Kampen en is circa 112.945 m2groot. De locatie is momenteel onbebouwd grasland en ligt in een polder. De percelen zijn kadastraal bekend als gemeente Kampen, sectie P, nr. 283, 284, 285, 288, 289, 262 (gedeeltelijk) en 264 (gedeeltelijk).

Het onderzoek wordt uitgevoerd om de kwaliteit van de bodem en het grondwater te meten. Dit is noodzakelijk om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.

Uit het bodemonderzoek kan geconcludeerd worden dat de aangenomen hypothese, dat het een onverdachte locatie betreft, strikt genomen, niet geheel juist is. Er is namelijk een verhoogde waarde van nikkel, koper en zink in de bovengrond en tevens van nikkel in de ondergrond ten opzichte van de streefwaarde. Daarnaast is in het grondwater een verhoogde concentratie van chroom, lood (incidentele piekverhoging), kwik en xylenen. De aangetoonde verontreinigingen leveren echter geen gevaar op voor de volksgezondheid en het milieu.

Verkennend onderzoek Venedijk Noord 5

De onderzoekslocatie is gelegen aan de percelen Venedijk Noord 2/5 te Kampen en is kadastraal bekend als sectie P, V nummers 281 (gedeeltelijk), 282, 287 (gedeeltelijk), 4350, 2467 (gedeeltelijk), 4351, 40 (gedeeltelijk) en 55 (gedeeltelijk). Het perceel heeft een oppervlakte van 86.066 m2.

Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat de gehaltes aan en/of concentraties van een aantal onderzochte stoffen de streefwaarden overschrijden. Daarnaast overschrijdt het gehalte aan en/of de concentratie van één of meer onderzochte stoffen de tussenwaarde, zijnde de waarde waarboven vanuit de optiek van de Wet Bodembescherming de uitvoering van nader onderzoek nodig is.

Uit de onderzoeken is gebleken dat er licht verhoogde gehalten aan zware metalen, EOX en mineralen zijn aangetroffen en dat de concentratie zink in de grond ter plaatse van de opstallen (nr. 5) boven de tussenwaarde is vastgesteld. Tevens is er een concentratie aan lood, bij deellocatie A: agrarische percelen, en zink, bij deellocatie C: bij opstallen (nr. 5) in het grondwater vastgesteld dat de tussenwaarde overschrijdt, maar voor de verhoogde concentratie lood is dit niet bevestigd na herbemonstering. Voor de verhoogde concentratie lood is geen aanvullend onderzoek nodig.

Wel blijkt uit dit onderzoek in relatie tot de Wet bodembescherming dat een nader onderzoek moet worden uitgevoerd om de mate en omvang van de aangetroffen verontreiniging van zink in de grond vast te stellen.

Nader bodemonderzoek Venedijk Noord 5

De locatie waar nader onderzoek is uitgevoerd ligt aan de Venedijk Noord 5 en is kadastraal bekend als sectie P, nummer 287 (gedeeltelijk). Het doel van het nader bodemonderzoek is om de omvang van de verontreiniging vast te stellen en te bepalen of er sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging.

Uit het nader bodemonderzoek blijkt dat de restconcentratienorm voor asbest wordt overschreden en dat er bij boringen puin is aangetroffen. Er wordt dan ook een saneringsonderzoek aanbevolen met als doelstellingen: het vaststellen van de saneringsmogelijkheden en de ruimtelijke verdeling.

Daarnaast is in de uitlooglaag zink boven de tussenwaarde vastgesteld. De interventiewaarde wordt niet overschreden. Er is derhalve geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming. Wanneer de puinlaag, inclusief de beïnvloedde dunne uitlooglaag, adequaat gesaneerd worden, dan zal zink de locale achtergrondwaarde niet meer overschrijden.

De genoemde zinkverontreiniging is geen geval van ernstige bodemverontreiniging, aangezien de omvang niet groter is dan 25 m3 grond. Wel moet de aangetroffen verontreiniging worden verwijderd om het terrein voor woningbouw geschikt te maken. De verhoogde gehalte aan zink is waarschijnlijk te relateren aan de puinlaag op het achterterrein. Er moet nader onderzoek worden verricht naar het verhoogde gehalte aan asbest op het erf.

Saneringsonderzoek Venedijk Noord 5

Om de omvang van de aangetroffen asbestverontreiniging vast te stellen is een nader onderzoek uitgevoerd. Tijdens het onderzoek is zintuiglijk minerale olie ter plaatse van sleuf 210 aangetroffen.

Tijdens dit onderzoek is een ernstige verontreiniging aan minerale olie aangetroffen. De omvang wordt geschat op 30 m3. Deze verontreiniging moet gesaneerd worden.

Asbest is boven de interventiewaarde aangetroffen en moet gesaneerd worden. Het gehele achterterrein moet onder asbestcondities worden gesaneerd.

Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn het bevoegd gezag over de uit te voeren sanering. De verontreinigingsituaties vallen binnen de randvoorwaarden van een BUS-sanering (Besluit Uniforme Saneringen).

De provincie moet met de saneringsaanpak instemmen evenals met het resultaat van de uitgevoerde sanering.

Verkennend bodemonderzoek de Maten 3

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt da maximaal licht vergoogde gehalte zijn aagetroffen. Deze licht verhoogde gehalten vormen milieuhygiënisch gezien geen belemmering voor woningbouw. Zie ook Bijlage 18 Bodemonderzoek De Maten 3.