direct naar inhoud van 5.3 Monumenten en archeologie
Plan: Lange Wemen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0049-0301

5.3 Monumenten en archeologie

5.3.1 Monumenten

Hengelo heeft 80 rijksmonumenten (RM), ca. 90 gemeentelijke monumenten (GM), 35 beeldbepalende gemeentelijk karakteristieke panden (BGKP) en een beschermd dorpsgezicht, Tuindorp 't Lansink.

Binnen het plangebied Lange Wemen ligt één gemeentelijk monument, namelijk het stadhuis. Het herdenkingsmonument op het Burgemeester Jansenplein wordt in het plan ingepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0049-0301_0023.jpg"

5.3.2 Archeologie

In 1992 is op Malta het Europees verdrag gesloten over het cultureel erfgoed in de bodem, het Verdrag van Valletta genoemd. Doel: bij ruimtelijke planning meer en beter rekening houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden. Het verdrag van Malta is vertaald in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ). Deze wet is op 1 september 2007 in werking getreden. Van gemeenten wordt verlangd dat zij de bescherming van archeologische waarden vroegtijdig en op een passende wijze bij de voorbereiding van hun ruimtelijk beleid zullen betrekken.

Het gebied heeft een hoge verwachtingswaarde voor de periodes vanaf het Laat-Paleolithicum tot in de Vroege Middeleeuwen en de periodes van af de Late Middeleeuwen tot in de Nieuwe Tijd is gebleken uit bureauonderzoek hetgeen vervolgonderzoek noodzakelijk maakt.

Het Oversticht geeft in haar brief van 29 januari 2008 het volgende advies aan de gemeente:

Volgens de verzamelde gegevens is de bodem tot zeker 75 cm –mv verstoord, mogelijk zelfs tot 1,5 m –mv. Alleen in het zuidwestelijke deel van het plangebied kunnen mogelijk nog middeleeuwse resten worden aangetroffen. In de beeklopen in de ondergrond, zo rond 2,5 tot 3,0 m –mv kunnen losse sporen aanwezig zijn uit alle perioden.

Op basis van de onderzoeken kan geconcludeerd worden dat de locatie in een beekdal gelegen is, alsmede dat de bodemverstoring dusdanig is dat alleen zeer diepe ingegraven sporen aanwezig kunnen zijn. Er worden geen nederzettingen verwacht, hooguit losse vondsten gerelateerd aan activiteiten in het beekdal waarvan gezien de bodemverstoring de verwachte waarde gering is.

Conclusie

Op grond van verzamelde gegevens hoeft er in het grootste deel van het plangebied geen archeologisch vervolgonderzoek uitgevoerd te worden. Door aanwezige bodemverstoring zullen eventueel aanwezige archeologische waarden al verdwenen zijn of van zeer geringe waarde.

Voor het uitgraven van de parkeergarage wordt aanbevolen om tijdens het uitgraven een archeoloog kans te geven het gebied archeologisch te inspecteren. Indien ter plaatse archeologische resten worden aangetroffen dient men rekening te houden met enige vertraging om deze resten te kunnen borgen en documenteren. Hiervoor zal voorafgaand aan de start een Programma van Eisen worden opgesteld, zodat alle betrokken partijen op de hoogte zijn van de gang van zaken betreffende archeologie. Voorwaarde is dat de bouw niet meer dan 2 weken vertraging op mag lopen. Dit kan dan reeds voorafgaand aan de bouw in de planning worden opgenomen.

Het bevoegd gezag (gemeente Hengelo) heeft op basis van bovenstaande geconcludeerd dat in plaats van vervolgonderzoek tijdens de uitvoering van grondwerkzaamheden door een archeoloog meegekeken wordt.

Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van eventuele vondsten bij de minster, in deze vertegenwoordigd door de gemeente of de regioarcheoloog.