direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Aannemersbedrijf
Plan: Buitengebied - Woolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0048-0301

Artikel 4 Bedrijf - Aannemersbedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Aannemersbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aannemersbedrijven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan-/uitbouwen en bijgebouwen;

met tevens ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  • i. watergangen, met dien verstande dat de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  • j. waterberging en waterpartijen;

met de daarbij behorende:

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 12º en niet meer dan 45º bedragen, dan wel de bestaande dakhelling indien deze meer of minder bedraagt;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', mag het bebouwingspercentage maximaal het op de verbeelding aangegeven percentage bedragen, dan wel het bestaande percentage indien dit meer bedraagt.
4.2.2 Bedrijfswoningen

Binnen deze bestemming mogen bedrijfswoningen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", met dien verstande dat per bouwvlak maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • e. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 12º en niet meer dan 45º bedragen, dan wel de bestaande dakhelling indien deze meer of minder bedraagt;
  • g. herbouw van bestaande bedrijfswoningen is uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
    • 1. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;
    • 2. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
    • 3. de bouwwijze (vrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen bedrijfswoning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke bedrijfswoning(en).
4.2.3 Aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, als bedoeld in artikel 4.1 onder b, gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan-/uitbouwen en bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer dan 50 m2 bedragen;
  • c. de goothoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3,25 meter bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 4,5 meter bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen mag maximaal 1 meter bedragen, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen.
  • b. de bouwhoogte van antennes mag maximaal 12 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Verlenen van omgevingsvergunning voor gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van:

  • a. het bepaalde in 4.2.1 onder e. teneinde het bebouwingspercentage te vergroten, met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwde oppervlakte met maximaal 15% mag worden vergroot, met dien verstande dat de uitbreiding niet meer mag bedragen dan 250 m2;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig mag toenemen en past binnen de bestaande ontsluitingssituatie;
    • 3. de uitbreiding milieuhygiënisch aanvaardbaar is voor de omgeving;
    • 4. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • b. de voorgeschreven dakhelling, mits het landelijk karakter van het gebied hierdoor niet wordt aangetast;
  • c. van de bouwhoogte van antennes tot 15 meter;
  • d. van het bepaalde in 4.2.2 onder g. teneinde de herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn toe te staan mits:
    • 1. de herbouw in ieder geval plaatsvindt binnen het bouwvlak;
    • 2. de herbouw buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
    • 3. door de herbouw buiten de bestaande funderingen en/of voorgevelrooilijn het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. het bepaalde in deze bestemming teneinde bestaande bedrijfsgebouwen te gebruiken voor opslag, stalling van caravenas, boten, bouwwagens of kampeerwagens. Voor het toestaan gelden voorts de volgende voorwaarden:
    • 1. de activiteit vindt plaats naast en ter ondersteuning van de bedrijfsvoering;
    • 2. de verkeersaantrekkende werking van de activiteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
    • 3. bij opslag dient dit milieuhygiënisch aanvaardbaar te zijn;
    • 4. de ontheffing betreft maximaal 50% van de oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing;
    • 5. opgeslagen goederen mogen niet ter plekke worden verkocht.
  • f. van het verbod tot bouwen binnen 5 meter aan weerszijden van de watergang zoals opgenomen in artikel 4.1 onder i., mits de waterbeheerder is gehoord.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij dit plaatsvindt ben behoeve van de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteit;
  • c. detailhandel;
  • d. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van toegestane bedrijfswoningen;
  • e. het gebruik voor onder andere doeleinden dan de in artikel 4.1 beschreven bedrijfsactiviteit.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bij het verlenen van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van bedrijven die naar aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van inrichtingen, mits het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft.