direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Strootbeekpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0022-0301

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Bedrijfswoningen

Binnen een klein deel van de vigerende plannen bestaat de mogelijkheid (rechtstreeks danwel via afwijking) tot het oprichten van bedrijfswoningen. Op basis van huidige inzichten is het niet wenselijk om zonder meer bedrijfswoningen toe te staan op bedrijventerreinen.

Op zichzelf hoeft er tegen een correct gebruikte bedrijfswoning geen bezwaar te bestaan, maar de praktijk wijst uit dat bedrijf en woning vaak separaat functioneren en anders bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten apart worden verkocht. Zo ontstaat er een zelfstandige woonfunctie op een bedrijventerrein en die kan belemmerend werken naar de omliggende bedrijfsfuncties. Ter illustratie:

Wanneer een naast een burgerwoning gelegen bedrijf wil uitbreiden dient te worden voldaan aan de normen voor geluid, stank en stof. Voor bedrijven kan dit betekenen dat uitbreiding onmogelijk wordt. Ook de kans op klachten over het bedrijf neemt toe. De gebruiksmogelijkheden van het bedrijventerrein voor bedrijven nemen daardoor af. In steeds minder gevallen is het nog noodzakelijk voor toezicht en beheer om bij het bedrijf te wonen. Technologische maatregelen (beveiliging) hebben die taak overgenomen. Eigenlijk geldt het noodzakelijkheidscriterium alleen nog in geval van levende have. Daarvan is op het voorliggende bedrijventerrein geen sprake. Ten derde worden de regels uit het bestemmingsplan vaak gebruikt om op papier nog een nieuw bedrijf te starten, maar in de praktijk gaat het meestal alleen om de mogelijkheid voor het bouwen van een (extra) woning.

Conform bovenstaande uitgangspunten zijn op basis van dit bestemmingsplan bedrijfswoningen uitgesloten.

4.4.2 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2009-2013)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.

De herontwikkeling van het Strootbeekpark wijkt op een aantal aspecten af van de doelstellingen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan. In overleg met de gemeente, het Waterschap en Rijkswaterstaat is er voor geheel Twentekanaal Zuid gekozen om op het gebied van riolering een afwijkende oplossing te kiezen. Zo wordt ondermeer ook voor het plangebied het hemelwater niet geïnfiltreerd of in het plangebied oppervlakkig afgevoerd, maar zal middels een gesloten riool op het nabij gelegen Twentekanaal geloosd worden. In hoofdstuk 5.1 zal nader op dit aspect ingegaan worden.

4.4.3 Nota Economisch beleid (2003)

November 2003 is de nota Economisch beleid vastgesteld. Hierin worden strategische keuzen gemaakt inzake de rol die de gemeente en ook de regio kan spelen met betrekking tot het creëren van zo optimaal mogelijke randvoorwaarden en condities voor het locale en regionale bedrijfsleven. Hengelo kiest daarin voor een krachtige economische ontwikkeling en werkgelegenheidsgroei. Ook voor de toekomst koestert Hengelo de industrie als belangrijke pijler van de economie. Naast een gezonde, technologische hoogwaardige industrie wenst Hengelo haar economische basis te verbreden door versterking van de sectoren zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme. Daarbij streeft Hengelo naar een gevarieerd aanbod van bestaande en nieuwe bedrijvenlocaties, vanuit het vertrekpunt dat bestaande ruimte voor bedrijvigheid behouden blijft en indien nodig wordt vernieuwd voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Waar mogelijk wordt intensief ruimtegebruik gestimuleerd. Ook de wijkeconomie is van wezenlijk belang.

De herontwikkeling van een bestaand bedrijventerrein past binnen de economische beleidsdoelstellingen van de gemeente.

4.4.4 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de Structuurvisie Hengelo 2030 wordt verslag gedaan van de visie op de ontwikkeling van de stad. Als gevolg van allerlei ontwikkelingen, waaronder een afnemende groei van de bevolking is uitbreiding minder noodzakelijk geworden. De behoefte aan een hoogwaardige woon en werkomgeving blijft onverminderd hoog. Hengelo wil daarom haar ontwikkelingen ombuigen van "Groei naar Kwaliteit". De toekomstige koers voor de gemeente is beschreven aan de hand van een vijftal kernopgaven. In relatie tot het plangebied zijn een tweetal kernopgaven specifiek van belang:

  • versterking van de economische structuur;
  • ruimtelijke kwaliteit.

De economische ontwikkeling zal niet langer gebaseerd zijn op oude industrieën die in Hengelo zo belangrijk waren. Nieuwe markten en producten nemen die rol over. Het faciliteren van een netwerkeconomie is de komende jaren een belangrijke opgave (versterken van de economische structuur). Deze veranderingen brengen kansen met zich mee voor de economie in Hengelo. Om deze kansen te kunnen verzilveren is kwaliteit een voorwaarde. De wensen van bedrijven veranderen als het gaat om de situering en inrichting van bedrijfslocaties. Er zal meer behoefte ontstaan aan toplocaties voor kantoren, congres- en bestuurscentra bij knooppunten van infrastructuur, kennis en economie (ruimtelijke kwaliteit).

In de structuurvisie is de herontwikkeling en revitalisering van het bedrijventerrein Twentekanaal, waar het Strootbeekpark onderdeel vanuit maakt, als kernproject aangemerkt.

4.4.5 Gemeentelijke Nota Geluid (2009)

De doelstellingen van het gemeentelijke geluidbeleid uit de nota zijn:

  • Bijdragen aan het realiseren van een goed woon- en leefklimaat in Hengelo.
  • Handvat voor milieuvergunningen, maatwerkvoorschriften, evenementen en
    APV-ontheffingen.
  • Handvat voor geluidambities bij ruimtelijke planvorming en het zonodig vaststellen van hogere geluidgrenswaarden.
  • Verantwoording van de inzet van middelen om de geluidsituatie positief te beïnvloeden.

De nota geluid geeft aan hoe de gemeente Hengelo dit gestructureerd, volgens een vaste systematiek, wil aanpakken:

  • Een zo integraal mogelijke gebiedsgerichte benadering. Hiertoe zijn in Hengelo vijf gebiedstypen onderscheiden: Wonen, Binnenstad en winkelgebieden, Industrie en bedrijven, Buitengebied en stadsparken en Verkeerszones.
  • Ambities per gebiedstype (ambitiewaarden) en maximaal toegestane waarden (plafondwaarden).
  • Geluidsaspecten worden zoveel mogelijk in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling betrokken.
  • Zoveel mogelijk aanhouden van de volgorde: eerst bronmaatregelen, dan overdrachtmaatregelen en dan pas maatregelen bij de ontvanger. Dit betekent o.a. dat waar nodig en mogelijk stillere wegdektypen worden toegepast. Als bronmaatregelen en/of overdrachtmaatregelen onvoldoende resultaat hebben kan geluidbelasting tot maximaal de plafondwaarde voor het betreffende gebiedstype worden toegestaan als er sprake is van voldoende (akoestische) compensatie.
  • Bij verkeersplannen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met effecten van geluid.
  • Een eenduidige normstelling voor bedrijven.

In het betreffende plan is rekening gehouden met de nota geluid. Zogenaamde 'grote lawaaimakers' zijn op basis van dit bestemmingsplan uitgesloten. In hoofdstuk 5.4.5 zal nader op dit aspect worden ingegaan.

4.4.6 Masterplan verbetering bedrijventerrein Twentekanaal

Als gevolg van diverse oorzaken, waaronder veroudering en veranderende eisen van bedrijven, zijn er op Twentekanaal situaties ontstaan die de kwaliteit van het terrein aantasten en, op niet al te lange termijn, kunnen leiden tot negatieve ontwikkelingen zoals het vertrekken van bedrijven en verlies van werkgelegenheid. Om deze negatieve tendens tegen te gaan is er door de gemeente Hengelo en de Belangenvereniging Industrieterrein Twentekanaal in 2004 een masterplan opgesteld met een samenhangend pakket aan maatregelen om de economische vitaliteit van het bedrijventerrein Twentekanaal te versterken. In het Masterplan is reeds ingespeeld op het vertrek van Akzo Nobel uit het plangebied.

Voor de omgeving van het Strootbeekpark voorziet het Masterplan de vestiging van bedrijven met een industriële bebouwing, te denken valt aan logistiek en moderne gemengde bedrijvigheid.

4.4.7 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Deze nota biedt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van bouwaanvragen met het doel de welstandsaspecten
voor de burger inzichtelijker te maken. In de nota worden voor heel Hengelo algemene criteria genoemd. Daarnaast vindt concretisering plaats door gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria.

Wanneer gekeken wordt naar de gebiedsgerichte criteria kan worden geconcludeerd dat het plangebied behoort tot het welstandsgebied 'Industrieterreinen'. Voor dit gebied geldt het volgende welstandsbeleid:

  • instandhouden en versterken van de diversiteit aan gebouwtypen;
  • tegengaan van het rommelige beeld op de terreinen, door zichtbare opslag te voorkomen en de architectonische verschijningsvorm van de gebouwen te verbeteren;
  • speciale aandacht besteden aan het overgangsgebied tussen woongebied en industrieterrein.

Dit beleid is verder uitgewerkt is welstandscriteria waaraan bouwplannen door de welstandscommissie getoetst zullen worden.

4.4.8 Ontwikkelingsvisie Boeldershoek-Oost

Op 11 november 2011 is door de gemeenteraad de Ontwikkelingsvisie Boeldershoek-Oost vastgesteld. Deze visie is opgesteld als onderdeel van de planologische procedure voor de stoomleiding Twence-AkzoNobel. In de visie komen alle ruimtelijke ontwikkelingen aan bod die in het gebied Boeldershoek-Oost en omgeving spelen. Relevant voor de ontwikkeling van het Strootbeekpark is de voorgenomen realisatie van het Bedrijventerrein ten westen van de Stoomleiding (ontwikkeling 3A). In het bestemmingsplan wordt reeds qua verkeersontsluiting rekening gehouden met deze ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0022-0301_0008.jpg"

Afbeelding 4.2: Kaart behorende bij Ontwikkelingsvisie Boeldershoek-Oost