direct naar inhoud van 5.3 Monumenten en archeologie
Plan: Bedrijventerrein Twentekanaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0009-0301

5.3 Monumenten en archeologie

5.3.1 Algemeen

In deze paragraaf wordt aan de hand van inventarisaties ingegaan op de in het plangebied aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied.

5.3.2 Archeologie; beleid

Voor een uitgebreide beschrijving van het archeologisch beleid van de gemeente, wordt verwezen naar paragraaf 4.4.20 Nota Archeologie 2010. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Hengelo staat aangegeven welke archeologische waarden aanwezig en te verwachten zijn. Een uitsnede van deze kaart is opgenomen in afbeelding 6.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0009-0301_0007.png"

Afbeelding 6: Uitsnede kaart archeologische verwachtingswaarde

Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is het veiligstellen van de aanwezige (en aangetoonde) en de te verwachten archeologische waarden. Conform het verdrag van Valletta dient gestreefd te worden naar het behoud van archeologische resten in de archeologische verwachtingszones. Voor Hengelo is door middel van het maken van een archeologische verwachtingskaart inzichtelijk gemaakt waar zich archeologische resten kunnen bevinden. Ingrepen die kunnen leiden tot verstoring of vernietiging van de archeologische resten binnen de terreinen van archeologische waarde (AMK-terreinen) dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen. In het kader van de Monumentenwet moet hiervoor een vergunning worden aangevraagd.

Op basis van de te verwachte dichtheden aan archeologische resten binnen de diverse verwachtingszones én de mogelijkheden die archeologisch onderzoek biedt om deze resten aan te tonen, wordt een onderzoeksplicht geadviseerd voor ingrepen met een omvang groter dan 2500 m2, waarbinnen een hoge verwachtingswaarde geldt en voor ingrepen groter dan 5000 m2, waarvoor een middelmatige of lage verwachtingswaarde geldt. De minimumonderzoekseis voor een archeologisch onderzoek is een archeologisch bureauonderzoek waarin de ingreep op zijn schadelijkheid wordt beoordeeld en wordt geadviseerd over de noodzaak tot het nemen van vervolgstappen in de vorm van veldonderzoek.

5.3.3 Archeologie; het plangebied
5.3.3.1 Verwachtingswaarden

Binnen het plangebied Bedrijventerrein Twentekanaal zijn meerdere verwachtingszones aanwezig. Een groot deel van het plangebied heeft een archeologische verwachtingswaarde midden. Deze verwachtingswaarde is gebaseerd op de het dekzandlandschap en de aanwezigheid van dekzandwelvingen en -vlakten en beekdalen en overige laagten.
In het oostelijk en westelijk deel bevindt zich een zone met een hoge archeologische verwachtingswaarde. het betreft een dekzandlandschap met dekzandhoogten en - ruggen, afgedekt met een plaggendek.

5.3.3.2 Bekende vindplaatsen en monumenten

Vindplaatsen

De hoge verwachtingswaarde lijkt bevestigd te worden met een aantal archeologische vindplaatsen die ook op de gemeentelijke verwachtingskaart (zie afbeelding 6) staan aangeduid.

In het oostelijk deel van het plangebied is één vindplaats bekend (28). In het westelijk deel van het plangebied zijn meerdere vindplaatsen bekend (34, 35, 80 en 81).

Vindplaats 28 betreft een vondst van een vuurstenen bijl (Flint-Rechteckbeil, aangetroffen in de Petroleumhaven op 4,5 m diepte.

Vindplaats 34 betreft een vondst van een geretoucheerd vuurstenen werktuig, losse stukken vuursteen en een vuurstenen kling uit het Mesolithicum. Er werden slechts enkele grondsporen gezien. Verder werden enige tientallen scherven handgevormd aardewerk uit de Ijzertijd aangetroffen.

Bij een noodopgraving in 1984 kwamen op vindplaats 35 sporen uit meerdere perioden tevoorschijn. Uit het Mesolithicum dateerden vuurstenen artefacten, en het aangetroffen wikkeldraad-aardewerk kan in de Vroege Bronstijd geplaatst worden. Uit de Ijzertijd dateren handgevormd aardewerk en een aantal paalkuilen. Deze konden niet of nauwelijks in een structuur gepast worden. Het rijkst was deze vindplaats aan sporen uit de Middeleeuwen Vroeg C. Het betreft allereerst huisdierresten, een ijzerslak, tientallen kogelpotscherven en leembrokken uit een boomstamput, die gedateerd kon worden in de periode 710-790 AD RP. Tien meter naar het westen werd een heiligenfibula aangetroffen. Uit dezelfde periode dateren een reliefbandamphoor, paalkuilen die nauwelijks in een structuur te passen waren en ongeprofileerde kogelpotten, type Dorestad. Uit de Late Middeleeuwen dateren tenslotte ontginningsgreppels en niet nader gedefinieerde grondverkleuringen.

Bij booronderzoek op vindplaats 80 kwam hier grijsbakkend aardewerk uit de Late Middeleeuwen B en Nieuwe Tijd A, handgevormd kogelpotaardewerk uit de Late Middeleeuwen, vuursteenafslag en -brok uit de periode Mesolithicum-Vroege Bronstijd en ondateerbaar handgevormd aardewerk tevoorschijn.

Bij booronderzoek op vindplaats 81 kwamen in 2004 hier vuursteenafslag (Mesolithicum-Vroege
Bronstijd) en enkele scherven handgevormd aardewerk (Late Bronstijd-Late Middeleeuwen) tevoorschijn.

Monumenten

Hengelo heeft 80 rijksmonumenten (RM), ca. 130 gemeentelijke monumenten (GM) (waarvan 10 met de status voorgedragen), 35 beeldbepalende gemeentelijk karakteristieke panden (BGKP) en een beschermd dorpsgezicht, Tuindorp 't Lansink.

Binnen het plangebied bevinden zich 3 rijksmonumenten. De rijksmonumenten betreffen een tweetal boortorens alsmede verschillende bouw- en kunstwerken welke deel uitmaken van de Waarbeeksluizen.

De boortorens zijn gebruikt voor het omhoog pompen van water uit de zoutlagen. De boortorens zijn geplaatst door de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie na het verkrijgen van de boorconcessie in 1933. Inmiddels zijn de meeste boortorens vervangen door lage pompgebouwtjes. De boortorens betreffen geteerde houten torens, samengesteld uit een houten gebintwerk. De torens zijn geplaatst op betonnen poeren en bekleed met staande houten delen.

De Waarbeeksluizen in het Twentekanaal overbruggen een hoogteverschil van negen meter, het hoogste verval in een Nederlands vaarwater. Het uit 1935 daterende complex bestaat uit een sluiskolk met een dubbele heftoren, een machinegebouw met daaronder de schuifdeuren, een dieselgemaal, een blok van drie sluiswachterswoningen, een klein transformatorgebouw en een brug. Het monumentale complex is een van de drie sluizen in het Twentekanaal tussen Zutphen en Enschede, met een zijkanaal naar Almelo. Het kanaal is tussen 1930 en 1936 gegraven in het kader van een werkverschaffingsproject. De vijf meter diepe vaargeul is grotendeels met de schop uitgegraven, later gebruikte men eenvoudige graafmachines. Het kanaal heeft een lengte van 65 kilometer en een hoogteverschil van 21 meter.

5.3.3.3 Uitgevoerde onderzoeken

In overleg met de regioarcheoloog is gekeken naar de gebieden binnen het plangebied waar reeds onderzoek is uitgevoerd en waarvan de archeologische verwachtingswaarde naar laag is bijgesteld. Binnen deze gebieden is het niet meer noodzakelijk een dubbel bestemming Waarde - Archeologie op te nemen. Het betreft:

  • het gebied grofweg gelegen in de hoek Boekeloseweg - Zuidelijke Havenweg;
  • het gebied grofweg gelegen in de hoek Opaalstraat en het verlengde van de Zuidelijke Havenweg;
  • het voormalige perceel Kanaalstraat 29.
5.3.3.4 Vertaling naar planregels

Op grond van gemeentelijk beleid bij de Archeologische waarden- en verwachtingskaart geldt een onderzoeksplicht indien bij bodemingrepen dieper dan 40 cm wordt gegraven en over een oppervlakte van meer dan 250 m2 bij een hoge archeologische verwachting (binnen kom) en bij meer dan 500m2 bij een middelhoge verwachting (binnen kom). Buiten de kom geldt een bouwwerk met een oppervlakte van 2500 m2 (hoge verwachtingswaarde) en 5000 m2 (middel verwachtingswaarde). Vrijstelling van archeologisch onderzoek geldt voor bodemingrepen met oppervlaktes en dieptes die onder de bovengenoemde diepte- en oppervlaktegrenzen liggen. De zones met deze verwachtingswaarden zijn in het bestemmingsplan met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie Hoog (binnen kom)', 'Waarde 0 Archelogie Hoog (buiten kom)', 'Waarde - Archeologie Middel (binnen kom)' en 'Waarde - Archeologie (buiten kom)' aangeduid. Voor deze bestemmingen gelden bestemmingsregels. Voor deze bestemmingen dient een omgevingsvergunning aangevraagd te worden indien bodemingrepen boven de vrijstellingsgrenzen uit komen.

5.3.4 Cultuurhistorie

Vanaf 1 januari 2012 is het verplicht om in ruimtelijke plannen rekening te houden met cultuurhistorische waarden. Om een stabiele en meer structurele basis te geven aan de borging van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening, is per 1 januari 2012 aan artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) toegevoegd dat gemeenten bij het vaststellen van bestemmingsplannen niet alleen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden onder de grond (archeologische waarden), maar ook met waarden boven de grond. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten maken van de cultuurhistorie in een bestemmingsplangebied, en daar conclusies aan moeten verbinden die in het bestemmingsplan verankerd worden.

Cultuurhistorische waarden omvatten meer dan alleen bouwhistorische objecten en monumenten waarop tot voorheen vaak alleen de aandacht lag in bestemmingsplannen. Door middel van een historisch-geografische inventarisatie dienen ook cultuurlandschappellijke structuren en elementen in beeld gebracht moeten worden, zoals oude infrastructuur, verkavelingsstructuren en elementen daarin zoals houtwallen, beeklopen en essen, en moet ook gedacht worden aan het stedenbouwhistorische karakter van wijken en gebieden. Belangrijk is om na te gaan wat het 'eigene' van een gebied is en om dat met al zijn elementen en structuren in beeld te brengen.

De resultaten van de inventarisatie worden gewogen, om een antwoord te geven op de vraag welke ruimtelijke ontwikkelingen in een gebied toelaatbaar worden geacht. Dit wordt vervolgens uitgewerkt binnen het instrument dat de burgers bindt: het bestemmingsplan.

De gemeente Hengelo heeft nog geen specifiek beleid dat de aanpassing van de Bro regelt. In dit bestemmingsplan wordt met de inventarisatie van cultuurhistorische waarden echter voorzien in de eisen volgens het Bro.

5.3.4.1 Historische ontwikkeling van het plangebied

De eerste plannen voor een kanaal naar Twente stammen uit het midden van de 19e eeuw. De realisatie van het kanaal begon in 1930. Het kanaal werd gegraven voor een betere aanvoer van grondstoffen voor de Twentse textielindustrie (ruwe katoen) en voor de toevoer van steenkool uit de mijnen in Limburg. In 1938 was het kanaal gereed. Het bedrijventerrein Twentekanaal is ontstaan rond het kanaal.

In afbeelding 7 is de situatie omstreeks het begin van de 19e eeuw aangegeven. Te zien is dat het plangebied grotendeels bestond uit heide (paars) en grasland (groen). In het oostelijk en westelijk deel van het plangebied zijn bouwlandcomplexen te onderscheiden met verkavelingsblokken. Dergelijke oude bouwlanden worden ook met de term 'es' aangeduid en zijn vaak zeer oud. Dit betreffen de gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde zie ook afbeelding 6. De archeologische vindplaatsen in deze gebieden bevestigen dat deze gebieden al eeuwen geleden zijn ontstaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0164.BP0009-0301_0008.png"

Afbeelding 7: Situatie rond eerste kwart van de 19e eeuw (bron: Hisgis)

Tot aan de aanleg van het bedrijventerrein eind jaren dertig van de vorige eeuw is het plangebied een landelijk gebied geweest. Met de aanleg van de woonwijk is de hele oude structuur feitelijk verdwenen.

5.3.4.2 Historisch geografische kenmerken

Waardevolle structuren en objecten

Oude structuren zijn bij de aanleg van het bedrijventerrein Twentekanaal nagenoeg geheel verdwenen. In de opzet en uitleg van het bedrijventerrein zijn die niet terug te vinden. De enige oude structuur is de Haaksbergerstraat.

Stedenbouwkundige schets en bijzondere structuren

Het bedrijventerrein Twentekanaal kent een gefaseerde ontstaansgeschiedenis. In de jaren '30 van de vorige eeuw is gestart met de uitgifte van de eerste kavels ten noorden van het Twentekanaal.

Vanaf 1950 is het gebied ten zuiden van het Twentekanaal in ontwikkeling genomen.

De terreindelen Fabelenweg en Zeggershoek zijn midden jaren '90 toegevoegd. Het deelterrein Boeldershoek, gelegen op grondgebied van zowel Hengelo als Enschede, is tevens ontwikkeld in de jaren '90.

Voor zover bekend zijn er op het bedrijventerrein geen bijzondere waardevolle beeldbepalende gezichten. Een beeldbepalende structuur wordt natuurlijk gevormd door het Twentekanaal.