direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Buitengebied Avereest, locatie Hoofdweg 15 te Balkbrug
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00042-VG01

3.2 Ecologie

3.2.1 Algemeen

De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen "voldoende zorg" in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. Bij ruimtelijk planvorming moet dan ook aandacht worden besteed aan de natuurwetgeving. Bij de natuurwetgeving kan een tweedeling worden gemaakt in soort- en gebiedsbescherming. Soortbescherming vindt plaats via Flora- en faunawet, de gebiedsbescherming gebeurt via de Natuurbeschermingswet 1998.

Ten behoeve van de planrealisatie kan het dan ook nodig zijn om ontheffing aan te vragen in verband met de (voorgenomen) overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet.

Door Ecogroen is een quickscan natuurtoets uitgevoerd. Hiervoor is op 9 december 2009 een veldbezoek aan het plangebied gebracht. Tijdens dit onderzoek is het plangebied onderzocht op de aanwezigheid van diverse flora en fauna.

3.2.2 Gebiedsgericht beleid

Natura 2000-gebied/Beschermd Natuurmonument

Ongeveer 13 kilometer ten westen van het plangebied bevindt zich Natura 2000-gebied Olde Maten en Veerslootlanden. Tussen het plangebied en dit gebied bevindt zich onder andere de bebouwde kom van Staphorst/Rouveen, infrastructuur (onder andere A28, spoorlijn Zwolle-Meppel) en agrarisch gebied. In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen Beschermde Natuurmonumenten.

Gezien de grote afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebied Olde Maten en Veerslootlanden, de beperkte aard van de ingreep en de tussenliggende barrières, wordt geconcludeerd dat de voorgenomen plannen geen effecten zullen hebben op de Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten, EHS-gebieden en gebieden met natuurwaarden buiten de EHS. Het aanvragen van een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is dan ook niet noodzakelijk.

3.2.3 Flora en fauna

Flora

Tijdens het veldonderzoek zijn in het plangebied zelf geen beschermde plantensoorten of plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen. Gezien de terreingesteldheid en soortensamenstelling zijn deze ook niet te verwachten.

Zoogdieren

Vleermuizen

Aangezien de huidige bebouwing behouden blijft zijn gebouwbewonende soorten niet in het geding. Verblijfplaatsen van vleermuizen kunnen daarmee worden uitgesloten. Ook negatieve effecten op migratiemogelijkheden van vleermuizen kunnen worden uitgesloten.

Er is binnen het plangebied geen sprake van onmisbaar foerageergebied.

Overige zoogdieren

Binnen het plangebied is een aantal vaste verblijfplaatsen van laag beschermde (FFW tabel 1) zoogdiersoorten te verwachten, namelijk Bosspitsmuis (spec), Rosse woelmuis, Egel, Veldmuis en Huisspitsmuis. Voor zulke tabel 1 soorten geldt een automatisch vrijstelling van artikel 75 van de Flora- en faunawet, waardoor geen verbodsbepalingen worden overtreden. Verblijfplaatsen van andere beschermde soorten worden niet binnen de invloedsfeer van de plannen verwacht.

Broedvogels

Tijdens het veldonderzoek is specifiek gelet op de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen binnen de invloedsfeer van de plannen van soorten die genoemd worden in deze nieuwe lijst. Deze zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht op de planlocatie.

Amfibieën

In het plangebied is geen permanent oppervlaktewater aanwezig. Voortplanting van amfibieën kan daarmee worden uitgesloten. Wel is er een geschikt overwinteringsbiotoop aanwezig voor bijvoorbeeld de laag beschermde Gewone pad, Bruine kikker en Kleine watersalamander (FFW tabel 1).

Andere (zwaarder) beschermde amfibiesoorten worden niet verwacht omdat geschikt biotoop daarvoor niet aanwezig is binnen het plangebied of de omgeving.

Overige soorten

Uit het veldonderzoek, de terreingesteldheid van het plangebied en bekende verspreidingsgegevens kan geconcludeerd worden dat geen reptielen en beschermde of bedreigde vissen, insecten of andere ongewervelden aanwezig of te verwachten zijn.

Er zijn in het plan geen soorten aangetroffen die gevolgen voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen plannen.

De Bijlage 3 Quickscan natuurtoets is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.