direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Bedrijventerreinen Stepelo en de Greune
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1085-0002

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplantingen;
  • c. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • d. sport- en speelvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. straatmeubilair;
  • h. kunstobjecten;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. schuilgelegenheden;
  • k. evenementen.
4.2 Bouwregels

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleidingen, beveiliging en regeling voor verkeer mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.2.1 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 4.2 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat bouwwerk en, voor zover het bouwhoogten betreft, voor uitbreidingen van dat bouwwerk.

4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing alsmede werken, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
4.3.1 Procedure

Voor het stellen van nadere eisen geldt de in 16.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van voorzieningen van verkeer en verblijf (parkeren en inritten), met uitzondering van de in lid 1 toegestane voorzieningen voor langzaam verkeer.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.4 voor het aanleggen van voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten), met dien verstande dat:

  • a. het stedenbouwkundig beeld niet in onevenredige mate wordt geschaad;
  • b. de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) noodzakelijk zijn uit een oogpunt van verkeersveiligheid en bereikbaarheid;
  • c. de aanleg van de voorzieningen voor verkeer en verblijf (parkeren en inritten) geen zodanige invloed op de aanwezige groenstructuur hebben, dat deze groenstructuur daardoor onevenredige schade wordt toegebracht en de gebruiksmogelijkheden ervan in overwegende mate worden beperkt;
  • d. er rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit en - kwantiteit);
  • e. geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.