direct naar inhoud van 6.3 Verantwoording van de regels
Plan: Buitengebied, partiële herziening landgoed Eppenzolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1070-0004

6.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

Agrarisch met waarden - Landschap (Artikel 3)

De gronden met hoofdzakelijk agrarisch gebruik, die tevens landschappelijke waarden bezitten, zijn bestemd als “Agrarisch met waarden - Landschap”. Binnen deze bestemming dient het agrarisch gebruik mede afgestemd te worden op de aanwezige natuur- en landschapswaarden. De aanwezige waarden maken het agrarische hoofdgebruik echter niet onmogelijk. Ze zijn zelfs mede afhankelijk van de instandhouding van dit gebruik. Wel kunnen ze extra beperkingen aan het agrarisch gebruik opleggen. Bescherming van deze waarden wordt via een aantal gebruiksverboden en een aanlegvergunningenstelsel gewaarborgd.

Bos (Artikel 4)

Bij de bestemming “Bos” is het huidige situatie leidend. Deze bestemming is toegekend aan de bosgebieden/bosstroken in het plangebied. Ook enkele landschapselementen vallen binnen deze bestemming. Het beleid is gericht op het behoud van de landschappelijke en natuurlijke waarden en daarnaast op recreatief medegebruik.

Natuur ( Artikel 5)

De gronden welke behoren tot het landgoed, zijn hoofdzakelijk bestemd tot "Natuur". Het beleid hierbinnen is gericht op het behoud en herstel van natuurlijke en aardkundige waarden in combinatie met recreatief medegebruik.

Water ( Artikel 6)

De bestemming "Water" is opgenomen voor de waterloop de Drekkersstrang.

Wonen ( Artikel 7)

De karakteristieke boerderij, de te verplaatsen voormalige bedrijfswoning en de compensatiewoning in het kader van Rood voor Rood, zijn bestemd tot "Wonen". Per bestemmingsvlak mag ten hoogste 1 woning aanwezig zijn, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven. Dit betekent dat binnen de karakteristieke boerderij maximaal 3 wooneenheden gerealiseerd mogen worden. De 2 overige woningen hebben een inhoud van maximaal 750 m3 en mogen 100 m2 aan bijgebouwen per woning bevatten, waarvan maximaal 75 m2 mag zijn aangebouwd.

Ten aanzien van de mogelijkheden voor inwoning is aangesloten bij de regeling in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen 2011. Hierin wordt onder inwoning verstaan: het gemeenschappelijk gebruiken van gebruiksruimten in een tot woning bestemd gebouw, door één of meerdere personen die met hoofdbewoner(s) van het pand een gemeenschappelijke huishouding voert. Van inwoning is dus sprake als verblijfsruimten in een woning gemeenschappelijk worden gebruikt en sprake is van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Concreet betekent dit dat mag worden beschikt over:

  • een woonkamer met keukenblok (geen zelfstandige keukeneenheid);
  • een toilet;
  • een wasruimte (douche);
  • maximaal één slaapkamer.

Deze vertrekken zullen door de initiatiefnemer op een bouwkundige tekening moeten worden aangegeven en vastgelegd onder overlegging van een verklaring, dat het hier handelt om daadwerkelijke inwoning ten behoeve van nader te benoemen personen. De inwoning krijgt hiermee het karakter van een persoonsgebonden verklaring. Eventuele wijzigingen moeten aan de gemeente worden gemeld, waarbij het niet gaat om wie er inwoont (ouders, kinderen, tante, oom of kennis), maar ter voorkoming van misstanden nadien. De nieuwe partijen weten op voorhand, dat er slechts sprake is van een inwoonsituatie. Verklaring en tekening worden gearchiveerd in het bouwdossier.

Overige randvoorwaarden zijn:

  • geen eigen hoofdingang: inwoongedeelte van de woning slechts bereikbaar via het hoofdgedeelte van de woning;
  • geen eigen achteruitgang; tuindeuren zijn wel acceptabel;
  • geen eigen (zelfstandige) berging;
  • geen extra bouwmogelijkheid; bouwmogelijkheden blijven gekoppeld aan de woning;
  • geen eigen aansluiting voor nutsvoorzieningen; tussenmeters zijn wel acceptabel;
  • alle vertrekken dienen onderling inpandig bereikbaar te blijven, zowel de begane grond als de verdiepingen;
  • de woonruimten dienen te voldoen aan het Bouwbesluit;
  • maximaal één inwoonsituatie per woning.

Wonen - Landhuis ( Artikel 8)

Het landhuis ("woning met allure") krijgt een specifieke bestemming "Wonen - Landhuis". Dit landhuis dient binnen het bestemmingsvlak te worden gerealiseerd en krijgt een inhoud van maximaal 1.500 m3.

Specifieke gebruiksregels:

In voorliggend bestemmingsplan is gebruik gemaakt van een zogenoemde 'voorwaardelijke verplichting'. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (uitspraak "Linderveld" - AbRS 22 maart 2006, BR 2006, p. 546, nr. 200502510/1) blijkt dat in een bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting kan worden opgenomen. Omdat dit een relatief jong instrument is, wordt een korte uitleg gegeven.

De voorwaardelijke verplichting voorziet in een borging opdat verzekerd is dat de maatregelen om te komen tot een ruimtelijke kwaliteitsimpuls in de groene omgeving verzekerd zijn. Deze maatregelen zijn (mits ruimtelijk relevant, niet geheel geborgd middels sectorale wetgeving of middels de privaatrechtelijke overeenkomst die is gesloten) als voorwaardelijke verplichting in de regels van het plan opgenomen. Concreet betekent dit dat de hoofd- en bijgebouwen binnen de bestemming "Wonen" en "Wonen - Landhuis" pas is toegestaan nadat de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels zijn gerealiseerd.