direct naar inhoud van 7.1 Inleiding
Plan: Buitengebied Haaksbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1036-0011

7.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan vormt een duidelijk toetsingskader voor alle direct betrokkenen (zowel bewoners en gebruikers als de gemeente zelf). Daarnaast moet het bestemmingsplan ook voldoende flexibel en ontwikkelingsgericht zijn. Uitgangspunt is dat de rechtszekerheid niet in het geding mag zijn. Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en de verbeelding. In dit hoofdstuk wordt per thema ingegaan op de doorwerking van de visie in de regels.

In het bestemmingsplan zijn afwijkingsmogelijkheden van bouwregels en gebruiksregels opgenomen om voldoende flexibel te kunnen zijn. Bijvoorbeeld voor het verhogen van de goot- of bouwhoogte of het te bebouwen oppervlak.

Ontwikkelingsregelingen maken een wijziging van een bestemming mogelijk. De bevoegdheid om gebruik te maken van deze wijziging ligt bij het college van burgemeester en wethouders.

Bij een aantal bestemmingen is een "omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" (voorheen: aanlegvergunning) opgenomen, teneinde bepaalde natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden veilig te stellen. Door middel van het opnemen van de genoemde omgevingsvergunning kan de uitvoering van bepaalde activiteiten, die niet op elke plaats, in elke omvang en op elk moment in strijd met de onderkende waarden hoeven te zijn, aan bepaalde voorwaarden gebonden worden.

Daarnaast is een "omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" opgenomen om met het oog op het recreatief medegebruik van het landelijk gebied een fiets-, voet- en/of ruiterpad aan te leggen. Dit geldt voor verharde paden en wegen en dus niet voor onverharde boerenlandpaden. De genoemde omgevingsvergunning biedt het gemeentebestuur de mogelijkheid om de toelaatbaarheid van bepaalde activiteiten en gebruiksvormen per situatie na te gaan en eventueel aan de uitvoering daarvan nadere eisen te stellen.

De Wet ruimtelijke ordening bevat een aantal procedurebepalingen welke bij een aanvraag om een "omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" in acht genomen moeten worden. Een aspect hierbij is dat normale onderhoudswerkzaamheden te allen tijde zonder vergunning uitgevoerd moeten kunnen worden. Daarom is bij de regels omtrent de vergunning aangegeven, dat normale onderhoudswerkzaamheden niet onder de vergunningplicht vallen. Bij "normale onderhoudswerkzaamheden" gaat het om werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen. Incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie kunnen niet onder dit soort werkzaamheden worden geschaard. Ook werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde, zullen per definitie niet als "normale werkzaamheden" worden beschouwd.

De planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels;
  • 2. Bestemmingsregels;
  • 3. Algemene regels;
  • 4. Overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 worden diverse begrippen uit de planregels nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven wat de wijze van meten is.

Het tweede hoofdstuk bevat de specifieke planregels voor de op de verbeelding weergegeven bestemmingen en aanduidingen. De artikelen bestaan in elk geval uit een bestemmingsomschrijving en bouwregels. In principe is de bestemmingsomschrijving bepalend voor het gebruik van de grond (zowel in enge zin als in ruime zin).

Hoofdstuk 3 bevat bepalingen die van toepassing zijn op meerdere bestemmingen, zodat het uit praktische overwegingen de voorkeur heeft deze bepalingen in een afzonderlijk hoofdstuk onder te brengen.

In hoofdstuk 4 zijn de overgangsbepalingen en de slotbepaling opgenomen.