direct naar inhoud van 4.4 Zomerhuizenproblematiek
Plan: Buitengebied Haaksbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1036-0011

4.4 Zomerhuizenproblematiek

De gemeente Haaksbergen heeft op 29 november 2000 het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld. In dit bestemmingsplan hebben 81 recreatieobjecten van de ongeveer 300 die in totaal voorkomen in de gemeente Haaksbergen een woonbestemming gekregen. Op 19 juni 2001, op 22 juni 2004 en op 16 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Overijssel deels goedkeuring onthouden aan deze bestemming. De Raad van State heeft op 11 juni 2003, op 2 november 2005 en op 2 mei 2007 de besluiten van de provincie Overijssel deels vernietigd. Dit houdt in dat het bestemmingsplan "Buitengebied" niet geheel is goedgekeurd en het plan dus niet geheel in werking is getreden. Als gevolg hiervan is voor bepaalde gedeelten van het plangebied, het bestemmingsplan "Buitengebied 1981" vigerend. Voor de recreatieobjecten betekent dit dat zij niet zijn omgezet naar een woonbestemming en dat het onrechtmatige gebruik van bewoning voortduurt.

Van de 81 recreatieobjecten die aanvankelijk in het nieuwe bestemmingsplan een woonbestemming zouden krijgen, is bij 51 recreatieobjecten de gedachte woonbestemming vervallen. Voor 30 woningen is de woonbestemming wel overeind gebleven.

Voor de situatie van de 51 recreatieobjecten heeft de gemeente op 7 december 2006 voor 40 recreatieobjecten een gedoogbeschikking afgegeven, om zekerheid te bieden richting de bewoners dat zij de recreatieobjecten mogen blijven gebruiken voor bewoning. In de beschikking is aangegeven dat de bewoners die sinds de peildatum vanaf 12 juni 2003 woonachtig zijn in een recreatieobject, het recreatieobject mogen blijven bewonen. De persoonsgebonden gedoogbeschikking vervalt als de persoon, aan wie de beschikking is verleend, overlijdt of verhuist. Bij het indienen van eventuele bouwaanvragen voor het recreatieobject wordt momenteel niet getoetst aan het gebruik.

Voor de 40 gedoogsituaties is de juridische regeling opnieuw bekeken en heeft de gemeente Haaksbergen een keuze gemaakt welke betreffende panden nog in aanmerking komen voor een woonbestemming.

De 11 overgebleven woningen bleken nieuwe gevallen van permanente bewoning te zijn die zijn ontstaan na de peildatum van 11 juni 2003. Deze 11 recreatieobjecten vallen buiten de regeling voor het verkrijgen van een woonbestemming. Permanente bewoning van deze objecten is niet toegestaan. Van de 11 onrechtmatig bewoonde recreatieobjecten is de recreatieve bestemming in ieder geval ongewijzigd gebleven.

Daarnaast is in het besluit van Gedeputeerde Staten aangeven dat, naast het aantal woonbestemmingen waaraan goedkeuring onthouden is, 75 (recreatie)woningen onvoldoende gefixeerd zijn op de verbeelding. Dit is nu in het voorliggend bestemmingsplan hersteld.

Tevens zijn, naast de onthouding van goedkeuring aan de woonbestemmingen en de fixatie op de plankaart, 41 (recreatie)woningen op een onjuiste locatie aangegeven. Hierdoor zijn bestemmingen toegekend aan delen in het gebied waar geen recreatieobjecten staan en recreatieobjecten die reeds aanwezig zijn, zijn niet bestemd. Ook dit is gecorrigeerd in het voorliggend bestemmingsplan.

Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel 2009

Het bestemmingsplan is op dit onderdeel beoordeeld in het licht van het Omgevingsbeleid, zoals vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie Overijssel 2009 en de Omgevingsverordening Overijssel 2009. In het provinciaal Omgevingsbeleid zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor verblijfsrecreatie aangemerkt als relevante provinciale belangen. Dit beleid gaat ervan uit dat (onrechtmatige bewoonde) recreatiewoningen in principe beschikbaar moeten blijven voor recreatief gebruik. In de Omgevingsvisie Overijssel 2009 (Toerisme en vrije tijd, hoofdstuk 4.2.3) is aangegeven dat permanente (onrechtmatige) bewoning van recreatiewoningen/-verblijven niet is toegestaan en dat deze vorm van bewoning in een bestemmingsplan dient te worden uitgesloten. Aan het toekennen van een woonbestemming (legaliseren) aan permanent bewoonde recreatiewoningen zal alleen medewerking worden verleend als wordt voldaan aan de rijkscriteria in de Nota ruimte èn als het gaat om een locatie aansluitend aan bestaand stads- of dorpsgebied. Dit laatste criterium is bedoeld om verdergaande versnippering en verstening van de Groene ruimte en het landschap tegen te gaan.

In de Omgevingsverordening Overijssel 2009 is voor het onderdeel Verblijfsrecreatie (artikel 2.12) opgenomen dat de regels van bestemmingsplannen permanente bewoning van recreatiewoningen dienen uit te sluiten en dat bestemmingsplannen niet voorzien in toekenning van een woonbestemming aan recreatiewoningen die op enig moment als zodanig zijn gebouwd.

Op grond van artikel 2.12.4.2 van de Verordening is, in afwijking van lid 1, een woonbestemming alleen mogelijk voor zover de recreatiewoningen al vóór of op 31 oktober 2003 permanent bewoond werden en deze permanente bewoning sindsdien onafgebroken is voortgezet. Tevens moet worden voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit en aan de geldende milieuwet- en regelgeving. Verder moet het betreffen recreatiewoningen die staan in stads- en dorpsrandgebieden waarbij het niet mag gaan om gebieden die zijn aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur en Nationaal Landschap.

Tegen onrechtmatige bewoningssituaties waarbij legalisatie niet mogelijk is, zal een gemeente óf handhavend moeten optreden óf gebruik kunnen maken van de beschikbare (wettelijke) mogelijkheden (hét afgeven van een gedoogbeschikking, het verlenen van een ontheffing op grond van het Besluit ruimtelijke ordening of er kan een overgangsrechtelijke regeling in het bestemmingsplan worden opgenomen).

Toets aan Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Overijssel 2009

Het merendeel van de in het buitengebied gelegen recreatiewoningen in het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen" heeft een recreatieve bestemming gekregen.

Voor 9 permanent bewoonde recreatiewoningen is de geldende recreatiebestemming omgezet in woonbestemming.

De volgende recreatieobjecten voldoen aan het beleid zoals verwoord in het geldende beleid van het Rijk en de provincie:

  • Bosweg 3a -Z
  • Vloedsteegweg 1 -Z
  • Porikweg 13 -Z
  • Porikweg 13a -Z

Het recreatieobject Bosweg 3a -Z ligt buiten de Ecologische Hoofdstructuur en aansluitend aan het kerkdorp Buurse.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1036-0011_0017.jpg"

Afbeelding: Ligging Bosweg 3a -Z (in blauw)

Voor het recreatieobject Vloedsteegweg 1 -Z geldt ook dat het buiten de Ecologische Hoofdstructuur ligt en dat het aansluitend aan de lintbebouwing (bebouwingsconcentratie) van de Needseweg ligt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1036-0011_0018.jpg"

Afbeelding: Ligging Vloedsteegweg 1 -Z (in blauw)

De recreatieobjecten Porikweg 13 -Z en 13a -Z liggen buiten de Ecologische Hoofdstructuur in buurtschap Porik in Buurse. Aan de Porikweg staat een behoorlijke bebouwingsconcentratie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0158.BP1036-0011_0019.jpg"

Afbeelding: Ligging Porikweg 13 -Z en Porikweg 13a -Z

De gemeente is van oordeel dat deze 4 recreatieobjecten gelegen zijn in de nabijheid van een concentratie van woonbebouwing. Er is sprake van "nabij dorp, stad, buurtschap/concentratie van woongebouwen" en daarmee wordt voldaan van ligging in een stads- en dorpsrandgebied.

In de volgende gevallen wordt niet voldaan aan het bovengenoemde beleid. Er is echter sprake is van een bijzondere situatie of omstandigheid waardoor een woonbestemming toch gerechtvaardigd is:

  • Broekheurnerweg 27a -Z
  • Broekheurnerweg 29 -Z
  • Broekheurnerweg 96 -Z
  • Meijersgaardenweg 23 -Z
  • Stendermolenweg 3 -Z

De bijzondere situaties of omstandigheid is in Bijlage 15 Bijzondere situaties per geval nader uitgelegd.

Voor deze 5 objecten gold in een tussenliggende periode de woonbestemming op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied". Het bestemmingsplan "Buitengebied" had op dat moment rechtskracht. In deze periode hebben de bewoners van bovenstaande 5 recreatiewoningen een akkoordverklaring of bouwvergunning gekregen voor het uitbreiden van de woning. In de redactie van de akkoordverklaring of bouwvergunning was echter niet het woord "woning" opgenomen. In de onderliggende toets van de aanvraag aan het bestemmingsplan blijkt wel dat er op dat moment de bestemming "Woonhuizen" gold.

Voor de eerdere 26 recreatiewoningen die een woonbestemming hebben gekregen is onder andere een voorwaarde gesteld dat er sprake moest zijn van een vergunning voor de realisering van een woning of het uitbreiding van de woning. In de redactie van die vergunningen is het woord "woning" expliciet opgenomen.

De gemeente acht dit verschil in beoordeling niet redelijk en vindt dat bij deze 5 recreatieobjecten sprake is van een uitzonderlijke situatie.

Voor de provincie is het mogelijk om in bijzondere situaties gebruik te maken van de zogenaamde inherente afwijkingsmogelijkheid om is specifieke situaties af te wijken van de Omgevingsvisie Overijssel 2009 en de Omgevingsverordening Overijssel 2009. De gemeente gaat ervan uit dat de provincie hiervan gebruik zal maken. Voorts is de gemeente er van uitgegaan dat er over twee recreatieobjecten, Porikweg 13 -Z en Porikweg 13a -Z consensus bestond. Hierover heeft in het verleden overleg met de provincie Overijssel plaatsgevonden.

Zie voor deze problematiek verder in: