direct naar inhoud van Artikel 23 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Glanerbrug 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101314-0003

Artikel 23 Verkeer - Verblijfsgebied

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Verkeer-Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebiedsontsluitingswegen;
  • b. erftoegangswegen;
  • c. pleinen;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. tunnels, bruggen en viaducten;
  • f. erf- en perceelsafscheidingen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. overige verkeersvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. waterpartijen, -lopen, -bergingen, wadi's, infiltratiestroken en andere voorzieningen in het kader van de waterhuishouding en waterbeheersing;
  • l. speelvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. bij deze doeleinden behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, straatmeubilair en andere werken.

23.2 Bouwregels

23.2.1 Algemeen

Op de voor “Verkeer” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 23.1.

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en straatmeubilair

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en straatmeubilair gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken voor bewegwijzering, beveiliging en regeling van het verkeer mag maximaal 10 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overig straatmeubilairmag maximaal 5 meter bedragen.

23.2.3 Speelvoorzieningen

Voor het bouwen van speelvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 4 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte van speelvoorzieningen mag per bouwwerk maximaal 20 m² bedragen.

23.2.4 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

23.2.5 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 23.2.1, 23.2.2, 23.2.3 en/of 23.2.4mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

23.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 23.2.2, onder b voor een bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen tot maximaal 3 meter.
  • b. lid 23.2.2, onder d voor een bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 7 meter.

De in dit lid genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.