direct naar inhoud van Artikel 22 Verkeer - Railverkeer
Plan: Glanerbrug 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20101314-0003

Artikel 22 Verkeer - Railverkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Verkeer-Railverkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeers- en vervoersdoeleinden per rail;
  • b. spoorwegvoorzieningen;
  • c. stationsvoorzieningen;
  • d. (on)gelijkvloerse kruisingen ten behoeve van weg- en waterverkeer;
  • e. overige verkeersvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterlopen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterberheersing;
  • i. geluidwerende voorzieningen;
  • j. voorzieningen ten behoeve van de ecologische verbindingszone, zoals ecotunnels, faunapassages en uittreeplaatsen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. bij deze doeleinden behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, straatmeubilair en andere werken.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Op de voor “Verkeer-Railverkeer” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 22.1.

22.2.2 Gebouwen en stationsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen en stationsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en stationsvoorzieningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” mag de bouwhoogte niet worden overschreden.

22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen stationsvoorzieningen zijnde en straatmeubilair

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen stationsvoorzieningen zijnde en straatmeubilair gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken voor bewegwijzering en beveiliging van het verkeer, kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen stationsvoorzieningenzijnde, mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. de bouw van ecotunnels, faunapassages, uittreeplaatsen en andere bouwwerken ten behoeve van de ecologische verbindingszone alsmede andere bouwwerken ten behoeve van de waterhuishouding en waterbeheersing is toegestaan.

22.2.4 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

22.2.5 Bestaande bebouwing

Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 22.2.1, 22.2.2, 22.2.3 en/of 22.2.4mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

De in dit lid genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de woonsituatie;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de milieusituatie;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en/of horeca, anders dan als onderdeel van een gebouwde stationsvoorziening.