direct naar inhoud van 5.3 Archeologie
Plan: Medisch Spectrum Twente 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20090894-0004

5.3 Archeologie

In 1992 ondertekenden 20 Europese staten, waaronder Nederland, het Verdrag van Malta of - zoals het officieel heet - het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed. Het verdrag werd in 1998 door een goedkeuringswet bekrachtigd maar is pas recentelijk in nieuwe wetgeving vertaald (Wet op de archeologische monumentenzorg). Het verdrag kent de volgende uitgangspunten:

  • Archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren;
  • Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie;
  • Bodemverstoorders betalen archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen.

Dat er veelal al voor de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg (nu integraal opgenomen in de Monumentenwet) gewerkt wordt in de geest van het Verdrag van Malta komt mede doordat veel provincies hieromtrent beleid hebben geformuleerd. Met betrekking tot het nieuwe archeologische bestel heeft de provincie een toetsende en kaderstellende rol. De provincie Overijssel heeft in de nota "Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen" hierover aangegeven dat vanaf het begin van de planvorming rekening moet worden gehouden met cultuurhistorische waarden, waar de archeologische waarden nadrukkelijk deel van uit maken. Archeologische en cultuurhistorische elementen worden in een vroeg stadium van de ruimtelijke planvorming meegenomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met aardkundige waarden. De nieuwe archeologische wetgeving, zoals vastgelegd in de Wet op de archeologische monumentenzorg, legt de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed bij gemeenten en bepaalt dat archeologie voortaan binnen het instrumentarium van de ruimtelijke ordening dient te worden meegewogen. De kern van de nieuwe wetgeving is als volgt:

  • De inbedding van de archeologie in ruimtelijke plannen.
  • Het behouden en beschermen van waardevolle archeologie in de bodem.
  • Verplicht archeologisch onderzoek bij bodemverstoring.
  • De bodemverstoorder betaalt de kosten van archeologisch onderzoek.
  • Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de afgifte van monumentenvergunningen en voor de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten;
  • De provincie kan archeologische attentiegebieden aanwijzen die moeten worden opgenomen in een bestemmingsplan van een gemeente en kan verplichtingen opleggen bij ontgrondingen;
  • De gemeente kan archeologische verplichtingen verbinden aan bouw-, sloop- en aanlegvergunningen;
  • De nieuwe regels gelden alleen bij nieuwe bestemmingsplannen alsmede bij wijzigingen en ontheffingen van bestaande bestemmingsplannen.

De gemeente heeft ten aanzien van het omgaan met archeologie een substantiële inhoudelijke beleidsruimte toegewezen gekregen om belangenafwegingen te maken. De nieuwe wet impliceert voor gemeenten het volgende:

  • Voor alle bodemverstoringen binnen de archeologische contouren op de bestemmingsplankaarten geldt een vergunningstelsel;
  • De vergunningaanvrager is financieel en operationeel verantwoordelijk;
  • De gemeente stelt de eisen en handhaaft ze.

Archeologiebeleid gemeente Enschede

Op 28 januari 2008 heeft de gemeenteraad van Enschede het gemeentelijk archeologiebeleid vastgesteld. Hierin is opgenomen op welke wijze binnen de gemeente Enschede invulling wordt gegeven aan de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed. Op basis van het beleid dient archeologie op een dusdanig vroeg tijdstip te worden betrokken bij planontwikkelingen en/of aanvragen voor bouw-, sloop- of aanlegvergunningen dat de risico's van bodemverstoringen voor de archeologie voorafgaand aan de werkzaamheden in kaart kunnen worden gebracht. Hierbij is het van belang dat inzicht bestaat in de archeologische verwachtingswaarde en de trefkans dat waardevolle archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn. Daarbij geldt dat de geologie, de geomorfologie en de aard van de bodem zeer bepalend zijn voor de archeologische verwachtingswaarde. Gesteld kan worden dat tot de Middeleeuwen nederzettingen meestal gelegen waren op hooggelegen gronden (stroomruggen en oeverwallen). In de Middeleeuwen en daarna heeft zich op een deel van deze gronden een esdek gevormd. In deze hoger gelegen gebieden zijn resten van nederzettingen uit diverse periodes te verwachten. Op basis van kennis over het hiervoor genoemde kan een indicatie worden gegeven over hoe groot de kans is dat ergens waardevolle archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn. Deze indicaties ten aanzien van gebiedsspecifieke verwachtingen zijn op een archeologische verwachtingenkaart van de gemeente Enschede aangegeven. Voor gebieden met een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde en waardevolle terreinen geldt een archeologische onderzoeksplicht.

In de beleidsnota is een handleiding voor het archeologisch werkproces opgenomen, met daarin te onderscheiden processtappen van inventarisatie, waardering, selectie en specifieke beheersmaatregelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0032.png"

Figuur 26: fragment Archeologische Verwachtingenkaart, locatie "MST Haaksbergerstraat"

Archeologie en het plangebied "Medisch Spectrum Twente 2009"

Op de Archeologische Verwachtingskaart van Enschede heeft het bestemmingsplangebied ter plaatse van de geplande nieuwbouw en een substantieel deel van het terrein een hoge en voor het overige een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Voor het bestemmingsplangebied geldt de archeologische onderzoeksplicht bij ontwikkelingen en vergunningen (bouw, sloop, aanleg).

Het gebied met middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarden valt op de Archeologische Beleidskaart bij bestemmingsplannen onder archeologisch gebiedstype " Onderzoeksgebied B". Bij een  bodemverstoring > 500 m2 met een diepte > 50cm is archeologisch onderzoek verplicht.

In het kader van het bestemmingsplan "Medisch Spectrum Twente 2009” is door bureauonderzoek van de gemeente Enschede gebleken dat de bodem in het gebied van de uitbreiding MST zodanig is verstoord dat de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarden naar beneden dienen te worden bijgesteld tot lage archeologische verwachtingswaarde. Geraadpleegd zijn het historisch bodemonderzoek en de bodemrapporten van Boluwa & Partners BV okt 2005 en van MOS 28 mei 2008 en 20 juni 2008. Gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde is vrijgesteld van verplicht archeologisch onderzoek. Het gebied is vrijgegeven. Dit betekent niet dat er geen archeologie kan worden aangetroffen. Voor toevalsvondsten geldt de meldplicht bij het bevoegd gezag, zijnde de gemeente Enschede.