direct naar inhoud van 5.2 Waterhuishouding
Plan: Medisch Spectrum Twente 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20090894-0004

5.2 Waterhuishouding

In deze waterparagraaf wordt aangegeven hoe een duurzame waterhuishouding binnen het bestemmingsplangebied en in een groter verband gerealiseerd en gewaarborgd kan worden. Hiertoe is eerst de huidige situatie van het gebied beschreven. Daarnaast is een toelichting opgenomen van de Watervisie Enschede, gericht op het gebied. Aansluitend op de huidige situatie en de watervisie zijn randvoorwaarden en aandachtspunten voor het watersysteem geformuleerd.

5.2.1 Watertoets

In het moderne waterbeheer (waterbeheer 21e eeuw) wordt gestreefd naar duurzame, veerkrachtige watersystemen met minimale risico's op wateroverlast of watertekorten. Door water te laten infiltreren in de bodem, en te bergen op daarvoor aangewezen plekken wordt ongecontroleerde overstroming en droogteschade voorkomen.


Belangrijk instrument hierbij is de watertoets, die wettelijk is verankerd in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening. In bestemmingplannen dient een beschrijving opgenomen te worden van de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het doel van de wettelijk verplichte watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang met hemelwater, lozingen op oppervlaktewater).

5.2.2 Waterbeleid

De Europese Kaderrichtlijn Water is richtinggevend voor de bescherming van de oppervlaktewaterkwaliteit van de landen in de Europese Unie. Aan alle oppervlaktewateren in een stroomgebied worden haalbare doelen gesteld die in 2015 moeten worden bereikt. Ruimtelijk relevant rijksbeleid is verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding, de Nota Ruimte en het Advies Waterbeheer 21e eeuw. In de provincie Overijssel zal de in 2009 vast te stellen Omgevingsvisie richtinggevend zijn voor waterschap en gemeenten.

Het waterschap Regge en Dinkel heeft de beleidskaders van rijk en provincie nader uitgewerkt in het vigerende waterbeheerplan. Diverse aspecten van het waterbeleid zijn verder uitgediept in afzonderlijke beleidsnota's. Voor het ruimtelijk relevante aandachtsgebied vasthouden en bergen van water is de "Beleidsnota Retentie" opgesteld. De uitgangspunten en wensen voor de inrichting en het beheer van beken en overige waterlopen zijn verwoord in de "Stroomgebied Actie Plannen (STAP)". Daarnaast is de Keur van het waterschap Regge en Dinkel een belangrijk kaderstellend instrument, waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden.


Op gemeentelijk niveau zijn de Watervisie (2002), het Gemeentelijk Rioleringsplan (2009) en het Gemeentelijk Waterplan van belang voor het afwegen van waterbelangen in ruimtelijke plannen. Alle plannen zijn in overleg met het waterschap Regge en Dinkel opgesteld.

Watervisie

De “Watervisie Enschede- de blauwe aders terug in de stad” is door de gemeenteraad van Enschede vastgesteld in oktober 2002. De principes vormen de basis voor de aanpak en benadering van de waterhuishouding van Enschede en zijn afgeleid uit de richtlijnen die de rijksoverheid heeft vastgesteld voor het waterbeheer in Nederland. De missie van de watervisie is het aanzetten tot het aanpakken van problemen en het grijpen van de kansen in het stedelijk waterbeheer. Ter ondersteuning van de missie zijn in de watervisie drie doelstellingen opgenomen:

  • 1. Water moet een leidende rol vervullen bij de ruimtelijke inrichting,
  • 2. Samenwerking tussen de verschillende 'waterpartners' (bijvoorbeeld het waterschap), de gemeentelijke organisatie en samenwerking tussen de gemeente en de bewoners moet bevorderd worden,
  • 3. Water moet weer in de belevingswereld van de bewoners komen.

Om de watervisie in 2030 werkelijkheid te kunnen laten zijn, moet de visie een samenhangend geheel vormen en moeten betrokken partijen intensief met elkaar samenwerken. Het geraamte van de visie bestaat uit een viertal leidende principes, die zijn afgeleid uit de richtlijnen die de rijksoverheid heeft vastgesteld voor het waterbeheer in Nederland:

  • a. Vasthouden (infiltreren), bergen en afvoeren: regenwater dient zo min mogelijk uit het stedelijk gebied afgevoerd te worden. De achtergrond van dit principe is dat door versnelde afvoer van hemelwater stroomafwaarts problemen in de waterhuishouding ontstaan.
  • b. Herstellen van de nierwerking: het zoveel mogelijk scheiden van schone en vuile waterstromen, waarbij het schone water mogelijkheden biedt tot (her)gebruik en het vuile water afgevoerd moet worden naar de zuivering.
  • c. Een doelmatige waterketen: minimaliseren van de kosten van de keten, het minimaliseren van de negatieve effecten op het milieu en het vergroten van de dienstverlening naar de gebruiker van de waterketen.
  • d. Beleving van water: door water een expliciete rol te geven in de leefomgeving van mensen, kan de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting worden vergroot.

De principes zijn vertaald naar een beeld voor het waterbeheer in 2030. De zogenaamde 'blauwe aders' (waterlopen) vormen de hoofdstructuur van het beeld. De rode lijn in nevenstaande figuur stelt de waterscheiding voor. De ader ten oosten van de waterscheiding (pijl 1), zorgt voor afvoer van hemelwater in het Dinkelsysteem. De aders ten westen zorgen voor afvoer van hemelwater in het Reggesysteem en het Twentekanaal. De zoekgebieden voor deze aders zijn voor een deel al ingevuld zoals de blauwe ader parallel aan de spoorlijn (pijl 3). Daarnaast is de planvorming voor de reconstructie van de Roombeek (deel van pijl 2) al in een vergevorderd stadium. De blauwe ader moet afwateren op het universiteitsterrein. Ook zijn evenwijdig aan de A35 voorzieningen getroffen voor het transport van oppervlaktewater. Hier kunnen zowel een ader uit Enschede-Zuid (pijl 6), als een ader uit het centrum (pijl 5) op aangesloten worden. De slagader vanuit het centrum naar de haven in het Twentekanaal (pijl 4) moet nog volledig gerealiseerd worden.   afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0027.jpg"
Figuur 22: Blauwe Aders Enschede  

Op het niveau van de wijken en percelen dient het regenwater afgekoppeld te worden. Aanvullend dient het regenwater zoveel mogelijk binnen de wijk (stedelijk gebied) geïnfiltreerd, geborgen en zichtbaar gemaakt te worden.

Gemeentelijk Riolerings Plan

In het Gemeentelijk Riolerings Plan zijn de watertaken van de gemeente vastgelegd voor de periode 2009 tot 2013. het GRP is door de gemeenteraad vastgesteld in maart 2009.


De gemeentelijke watertaken zijn:

1. Inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater;

2. Inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater, als dit redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht;

3. Voorkomen van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand, voor zover dit niet tot de zorg van het waterschap, de provincie of particulieren behoort;

met als randvoorwaarden:

4. Doelmatigheid;

5. Zo min mogelijk overlast voor de omgeving;

6. Zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu.


Zoals al blijkt uit de doelomschrijvingen zijn de taken van de gemeente begrensd. Zij zijn beperkt tot doelmatige zorg en een deel van de taken behoort toe aan het waterschap, de provincie en particulieren. Voor particulieren is het belangrijk om te weten wat zij van de gemeente kunnen verwachten en waar zij zelf verantwoordelijk voor zijn. Hieronder is aangegeven wat de taakopvatting van de gemeente is voor het afval-, hemel- en grondwater.


Taakopvatting afvalwater

De gemeente draagt zorg voor het inzamelen en transporteren van al het stedelijk afvalwater dat vrijkomt binnen het grondgebied van Enschede. Dit omvat al het huishoudelijk afvalwater, of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater. Hierbij is wel vereist dat het afvalwater wordt aangeboden volgens de daaraan gestelde regels.


Concreet betekent dit dat de gemeente zorgt voor (vuilwater)riolering vanaf de erfgrens. Het afvalwater wordt door de gemeente naar de rioolwaterzuivering (r.w.z.i) getransporteerd. Het zuiveren van dit water is een taak van het Waterschap Regge en Dinkel.


Bij de zorg voor het afvalwater kan voor een alternatief worden gekozen, zoals een IBA (individuele behandeling afvalwater). Verder zijn er enkele gebieden waar de gemeente is vrijgesteld van de rioleringszorg. Hier hebben bewoners zelf hun afvalwaterlozing gesaneerd, meestal met een IBA.


Taakopvatting hemelwater

De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater, als dit doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht dat zij het hemelwater zelf verwerken. De doelmatigheid en redelijkheid is afhankelijk van:

  • het soort gebied (stedelijk versus landelijk);
  • de bestaande situatie (bestaande wijken versus in-/uitbreidingen en herinrichtingen);
  • de grootte van de percelen;
  • de mogelijkheden voor infiltratie (bodemgesteldheid);
  • de mogelijkheden voor afvoer naar oppervlaktewater;
  • het stelseltype van de bestaande riolering (vuilwater-, gemengde of gescheiden

riolering);

  • de bestaande situatie en de termijn waarbinnen de afvoersituatie kan worden

aangepast.


Afkoppelen

De gemeente ziet het tevens als haar taak om het inzamelen en verwerken van hemelwater los te koppelen van het afvalwater. Dit wordt aangeduid met de term afkoppelen, ofwel: de hemelwateraansluitingen van de (vuilwater)riolering afhalen.


Taken voor particulieren

Waar de gemeente niet voor het hemelwater zorgt, moeten particulieren dit zelf doen. Dit zal worden vastgelegd in een gemeentelijke "hemelwaterverordening" (op grond van Wm artikel 10.32a). Daarin wordt ook aangegeven wanneer en hoe particulieren verplicht zijn om af te koppelen of het hemelwater op een bepaalde manier aan te sluiten.


Taakopvatting grondwater

De zorgtaak voor grondwater is in de wet omschreven als: "zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort".

5.2.3 Huidige waterhuishoudkundige situatie

Plangebied

Het MST-terrein wordt ingesloten door de Haaksbergerstraat (westen), Koningstraat (noorden), de Beltstraat en de Borneostraat (oosten) en door de Getfertweg en de Wooldriksweg (zuiden), zie afbeelding. Het bruto oppervlak bedraagt ca. 6,2 ha.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0028.png"

Figuur 23a, 23b: Ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0029.jpg"

Maaiveldhoogte

Het maaiveld loopt globaal af in westelijke richting van ca. 40.1 m NAP (hoek Beltstraat/Borneostraat) naar 37,4 m NAP hoek Haaksbergerstraat/Wooldriksweg.

Geohydrologie en bodem

Bodem

Verkennend bodemonderzoek geeft aan dat de bodem tot 2 m – maaiveld bestaat uit matig siltig zand [ MOS, verkennend bodemonderzoek, 20 juni 2008 met kenmerk R829307-RY_3]

Grondwater

Grondwaterstanden zijn ontleend aan het grondwatermeetnet van de gemeente Enschede en zijn weergegeven in onderstaande figuur en tabel.

De hoge grondwaterstanden liggen ruim 1,7 m onder maaiveld. Er is voldoende ontwateringsdiepte voor wegen en gebouwen. De hoogte van de grondwaterstanden wordt mede bepaald door de onttrekkingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0030.png"


Figuur 24: Situering peilbuizen en hoogteligging

Peilbuis   maaiveld   GHG1   GLG2   Aantal jaren  
915A   38,34   36,71   36,19   4  
675A   36,93   35,1   34,39   16  
596A   40,74   39,00   38,33   17  
284A   41,06   37,53   36,98   8  
  • gemiddeld hoge grondwaterstand
  • gemiddeld lage grondwaterstand

Afwatering

Dakvlakken

Van het bestaand dakvlak met een oppervlak van ca. 3,5 ha wordt in de huidige situatie ca. 0,8 ha regenwater afgevoerd via een verzamelleiding naar een ondergrondse bergingsvoorziening. Deze voorziening ligt ten westen van de inrit van de ambulance bij de Wooldriksweg. De inhoud van de berging bedraagt ca. 1050 m³ in de voorziening en 250 m³ in de verzamelleiding, totaal derhalve ca. 1300 m³. Uit de voorziening wordt het regenwater, gezamenlijk met het gezuiverde water van een grondwateronttrekking, via een pomp en persleiding afgevoerd naar de Broekheurnevijver langs de A35. De pomp heeft een capaciteit van 56 m3/u. Overige gegevens van de bergingsvoorziening staan in onderstaande tabel. Indien de berging vol is, zal het regenwater afstromen naar het gemengd riool in de Wooldriksweg.

Tabel 1: Gegevens bergingsvoorziening regenwater daken

  Hoeveelheid   Opmerkingen  
Dakvlak   3,2 ha (*)   Op dit moment is ca. 0,8 ha op de berging aangesloten.  
Bergingseis   24,5 mm   Op basis van een T=5 bui van 27,5 mm met 3mm bergingsverlies.  
Benodigde berging   784 m3   De inhoud van de berging is uiteindelijk 1050 m³.  
Geïnstalleerde pompcapaciteit   56 m3/uur   De pomp werkt meestal gelijktijdig met de pomp van het bassin voor de woonbuurt de Groene Boog. De persleiding is maximaal benut.  

(*): Op dit oppervlak is de voorziening ontworpen.

Terreinverharding

Een deel van de terreinverharding en het parkeerdek wateren af naar het gemengd riool in de Wooldriksweg. Bij hevige regenval blijft water op straat staan. Het riool in de Haaksbergerstraat is gevoelig voor wateroverlast.

Afvalwater

Het huidige aanbod van afvalwater is niet bekend.

Grondwateronttrekkingen

In de omgeving van het MST-terrein zijn een aantal grondwateronttrekkingen gesitueerd. Bij de sanering in de Waldeckstraat wordt sinds 2005 17 m³ per uur grondwater onttrokken. Op de locatie Ariënsplein zijn een drietal onttrekkingen om kelders droog te houden met een debiet van 14 m³/uur. Het is niet bekend sinds wanneer deze onttrekkingen plaatsvinden. Vanuit de Van Heek parkeergarage wordt 1 m³ per uur lekwater onttrokken aan het grondwater. Van de onttrekkingen wordt 23 m³ per uur gezuiverd op het zuidelijke gedeelte van het MST-terrein. Van het gezuiverde water gebruikt MST 5 m³ per uur als koelwater, de overige 18 m³ per uur wordt gezamenlijk met het water uit de bergingsvoorziening verpompt naar de Broekhuurne-vijver bij de A35.

Oppervlaktewater

Er is geen oppervlaktewater op of in de directe nabijheid van de locatie aanwezig.

Dakvlakken

Het dakvlak met een oppervlak van ca. 2,7 ha voert regenwater af via een verzamelleiding naar een ondergrondse bergingsvoorziening. Deze voorziening ligt ten westen van de inrit van de ambulance bij de Wooldriksweg. De inwendige afmetingen bedragen 37 bij 6 meter met een diepte van ruim 2,7 m. De berging bedraagt ca. 600 m3 in de voorziening en 250 m3 in de verzamelleiding, totaal dus ca. 850 m3. Uit de voorziening wordt het regenwater, gezamenlijk met het gezuiverde water van een grondwateronttrekking, via een pomp en persleiding afgevoerd naar de Broekheurnevijver langs de A35. De pomp heeft een capaciteit van 56 m3/u. Overige gegevens van de bergingsvoorziening staan in onderstaande tabel. Indien de berging vol is, zal het regenwater afstromen naar het gemengd riool in de Wooldriksweg.

Tabel: gegevens bergingsvoorziening regenwater daken

  Hoeveelheid   Opmerkingen  
Dakvlak   3,2 ha1    
Bergingseis   24,5 mm   Op basis van een T=5 bui van 27,5 mm met 3mm bergingsverlies  
Benodigde berging   784 m3    
Geïnstalleerde pompcapaciteit   56 m3/uur   De pomp werkt meestal gelijktijdig met de pomp van het bassin voor de woonbuurt de Groene Boog. De persleiding is maximaal benut.  

1 Op dit oppervlak is de voorziening ontworpen. In de huidige situatie is het dakvlak echter 2,7 ha

Terreinverharding

De terreinverharding en het parkeerdek watert af naar het gemengd riool in de Wooldriksweg. Bij hevige regenval blijft water op straat staan. Het riool in de Haaksbergerstraat is gevoelig voor wateroverlast.

Afvalwater

Het huidige aanbod van afvalwater is niet bekend.

Grondwateronttrekkingen

In de omgeving van het MST-terrein zijn een aantal grondwateronttrekkingen gesitueerd. Bij de sanering in de Waldeckstraat wordt sinds 2005 17 m3 per uur grondwater onttrokken. Op de locatie Ariensplein zijn een drietal onttrekkingen om kelders droog te houden met een debiet van 14 m3/uur. Het is niet bekend sinds wanneer deze onttrekkingen plaatsvinden. Vanuit de Van Heek parkeergarage wordt 1 m3 per uur lekwater onttrokken aan het grondwater. Van de onttrekkingen wordt 23 m3 per uur gezuiverd op het zuidelijke gedeelte van het MST-terrein. Van het gezuiverde water gebruikt MST 5 m3 per uur als koelwater, de overige 18 m3 per uur wordt gezamenlijk met het water uit de bergingsvoorziening verpompt naar de Broekhuurne-vijver bij de A35.

Oppervlaktewater

Er is geen oppervlaktewater op of in de directe nabijheid van de locatie aanwezig.

5.2.4 Waterhuishoudkundige randvoorwaarden en uitgangspunten

De inrichting van de waterhuishouding is gebaseerd op een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten, deze zijn hieronder benoemd.

Afwatering

Algemeen

Hemelwater en afvalwater moet gescheiden aangeleverd worden aan de perceelgrens.

Oppervlakken

Regenwater van dakvlakken mag niet afvoeren naar het gemengd riool. Regenwater van verontreinigde verharding mag afgekoppeld worden via een zuiverende voorziening of afvoeren naar het gemengde riool.

Waterberging

In het plangebied moet een berging met een oppervlak van minimaal 20 mm gerealiseerd worden.

Bestaande riolering

Op het bestaande riool van de gemeente in de Wooldriksweg aan de zuidkant van het plangebied mag in de geprojecteerde situatie niet meer water afgevoerd worden dan in de huidige situatie in een neerslagsituatie van een T=5 bui. Als gevolg van de verplaatsing van de verpleegafdelingen naar de nieuwbouw zal een gedeelte van het vuilwater dat nu op de Haaksbergerstraat/Wooldriksweg wordt geloosd, op de Koningstraat worden geloosd en worden afgevoerd via de Emmastraat. Dit riool heeft nog overcapaciteit en kan dit water makkelijk verwerken.

(Regen)waterkwaliteit

Bronmaatregelen

Voorkomen dat water verontreinigd raakt door materialisering en bouwen volgens richtlijnen Duurzaam bouwen (DuBo-vereisten).

Grondwater

Grondwaterneutraal bouwen

Voor het bereiken van voldoende ontwatering, dient het grondwater duurzaam beheerst te worden. Dit houdt in dat de grondwaterstand niet permanent verlaagd mag worden. Daarom gaat de voorkeur uit naar ophogen (in combinatie met kruipruimteloos bouwen) in plaats van drainage. Wanneer toch voor drainage wordt gekozen, dient het gemiddelde grondwaterpeil op jaarbasis niet lager te liggen dan in de huidige situatie. Op basis hiervan is het toegestaan de GHG tijdens winterperioden (hoge grondwaterstanden) door middel van de drainage af te toppen.

Grondwateronttrekking

Er mag niet permanent grondwater worden onttrokken om voldoende ontwateringsdiepte te halen. (Parkeer)kelders waterdicht bouwen. In de aanlegfase mag het grondwater wel tijdelijk verlaagd worden (melding of vergunningaanvraag bij provincie).

Ontwatering

De ontwateringsdiepte, gerelateerd aan de GHG bedraagt 0,7 m ten opzichte van wegpeil. De vloerpeilen van de woningen liggen 0,2 m boven wegpeil wat resulteert in een ontwateringsdiepte van 0,9 m ten opzichte van bovenkant vloer.

Overlast

Grondwaterstromen in de omgeving van het plangebied mogen niet aantoonbaar negatief worden beïnvloed. Het gaat hier met name om de gevolgen van ondergronds bouwen op de grondwaterstand.

5.2.5 Toekomstige waterhuishoudkundige situatie

Maaiveldhoogte

De maaiveldhoogtes zullen niet noemenswaardig wijzigen.

Afwatering

Daken

Het dakoppervlak zal toenemen van 3,48 ha tot 4,15 ha. Van de huidige daken wordt een klein deel via de bergingskelder afgevoerd. Afvoer van het hemelwater van de nieuwbouw vindt plaats naar de bergingsvoorziening. De beschikbare berging van 1300 m³ voldoet aan de uitgangspunten (zie ook tabel 2).

Terreinverharding (inclusief parkeerdak en toegangsweg)

Deze terreinen zullen, vanwege de vervuilingsgraad, niet geborgen worden en net als in de huidige situatie afwateren op het gemengd riool in de Wooldriksweg in combinatie met infiltratie ter plekke. Het totaal verhard oppervlak zal in de nieuwbouwsituatie niet toenemen (zie tabel 2).

Afvalwater

Het aantal bedden neemt toe van 450 tot 600 als gevolg van de verplaatsing van de locatie Ariënsplein naar de Haaksbergerstraat. De lozing van vuilwater die met deze bedden- verplaatsing samenhangt, heeft geen invloed op de huidige lozingen. De afvalwaterstroom neemt niet toe. Getallen zijn beschikbaar en zullen worden meegenomen bij de verdere planvorming. Een groot gedeelte van de vuilwaterstroom, die nu op de Haaksbergerstraat en Wooldriksweg geloosd wordt (ongeveer 25.000 m³) zal in de toekomst op het riool van de Koningstraat geloosd worden en richting Emmastraat worden afgevoerd. Dit is voor de belasting van het riool Haaksbergerstraat/ Wooldriksweg een gunstige ontwikkeling.

Grondwater(onttrekking)

Er is geen reden aan te nemen dat de grondwaterstanden na de nieuwbouw afwijken van de huidige grondwaterstanden.

Aandachtspunten bij verdere uitwerking

  • Effect eventueel stopzetten onttrekkingen Ariënsplein op grondwaterstanden MST-terrein en omgeving;
  • Effect ondergronds bouwen op grondwaterstanden in de omgeving van het MST;
  • Bepalen afvalwaterstroom in de huidige en geprojecteerde situatie;
  • Infiltratie van regenwater van de terreinverharding combineren met de groenfunctie, door verharding af te laten wateren op de groenvakken.

Figuur 25: Overzicht oppervlaktes MST huidige en toekomstige situatie

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20090894-0004_0031.jpg"

Tabel 2: Overzicht oppervlaktes verhard, dak en groen, inclusief nog te verwerven gronden aan de Beltstraat.

 
Totaal oppervlak  

Verharding  

Dak  

Groen  
Bestaande situatie   6,92 ha   2,25 ha   3,48 ha   1,19 ha  
Nieuwe situatie   6,92 ha   1,51 ha   4,15 ha   1,26 ha