direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Veenoordkolk en Teugse kolk
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.PB007-OH01

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie en Omgevingsverordening

Het ruimtelijke beleid van de provincie is vastgelegd in de Omgevingsvisie. Deze visie is er op gericht om uitvoer te geven aan de provinciale ambities. Het document is sterk sturend gericht op ruimtelijke kwaliteit en geeft minder kaders. De kaders die gesteld zijn, zijn vastgelegd in de Omgevingsverordening.

De Veenoordkolk en Teugse kolk zijn gelegen binnen het ontwikkelingsperspectief 'realisatie van groene en blauwe infrastructuur' (EHS).

  • i. natuurlijke laag: rivierengebied - rivier en uiterwaarden.
    een ambitie die hoort bij dit ontwikkelingsperspectief is ruimte geven aan abiotische en natuurlijke processen en de oeverwallen natuurlijk(er) in te richten. Het inrichtingsplan voorziet in een herinirchting die aansluit bij de genoemde ambities.
  • ii. agrarisch cultuurlandschap: rivierenlandschap - rivier en uiterwaarden.
    de ambitie voor het winterbed is handhaven van de grens tussen 'de rivier' en de omliggende gebieden. Ontwikkelingen in het winterbed moeten bijdragen aan recreatieve toegankelijkheid. Het plangebied ligt in het winterbed, grenzend aan de hoofdvaargeul. De grens tussen het winterbed en het achterliggende bedrijventerrein blijft gehandhaafd. Ook blijft het gebied toegankelijk voor recreatieve doeleinden. De belevingswaarde van het gebied neemt in positieve zin, waardoor het aantrekkelijker wordt om bijvoorbeeld een wandeling te maken in het gebied.
  • iii. stedelijke laag: het plangebied wordt niet aangeduid in de stedelijke laag.
    vanuit dit ontwikkelingsperspectief zijn geen ambities die het plan in de weg staan.
  • iv. lust- en leisure laag: het plangebied wordt niet aangeduid in de lust- en leisure laag.
    vanuit dit ontwikkelingsperspectief zijn geen ambities die het plan in de weg staan.


In de Omgevingsverordening wordt aandacht besteedt aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Een eis die gesteld wordt, is dat het projectbesluit uitsluitend aanstuurt op het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS gebieden. Het inrichtingsplan voor de Veenoordkolk en Teugse kolk past binnen deze eis. Het plan voorziet in de verbetering van natuurlijke en ecologische waarde op de planlocatie.

3.2.2 Waterhuishouding

Het waterbeleid is in de Omgevingsvisie beschreven vanuit diverse thema's. Deze worden hierna per thema besproken.

Veiligheid

Bij veiligheid worden onderscheiden: bescherming tegen overstroming en tegen wateroverlast.

Bij de bescherming tegen overstroming gaat het om het geven van ruimte aan het hoofdafvoersysteem, om het in stand houden van veilige waterkeringen en om inrichtingsmaatregelen in laaggelegen gebieden. Concreet is dit naar gebieden uitgewerkt:

  • Periodiek toetsen of de waterkeringen voldoen aan de gestelde normen en zonodig          verbeteringsmaatregelen laten nemen. De veiligheid tegen overstroming is voor de primaire en regionale keringen normstellend bij ruimtelijke ontwikkeling.
  • Ruimte gegeven aan de grote rivieren IJssel, Vecht en Zwarte Water. De afvoerfunctie van het winterbed van de rivieren is normstellend voor de ruimtelijke ontwikkeling.

Wateroverlast

Voor wat betreft bescherming tegen wateroverlast geldt voor de regionale watersystemen concreet op gebiedsniveau:

  • de primaire watergebieden, die bij stedelijke gebieden zijn aangewezen als ruimte voor natuurlijke waterberging in extreme situaties worden vrijgehouden van ontwikkelingen, die de wateropvangfunctie belemmeren. Het belang van het water is normstellend.
  • bij ruimtelijke ontwikkeling langs “essentiële waterlopen” wordt rekening gehouden met behoud van de afvoerfunctie en mogelijkheden voor vergroten van de afvoercapaciteit. Alle ontwikkelingen dienen beoordeeld te worden in het licht van het water.

Watercondities voor mens, landbouw, natuur en landschap

In de hieronder aangegeven gebieden wordt het waterbeheer afgestemd op het grondgebruik. Meer specifiek geldt voor watercondities het volgende:

  • Groen-blauwe hoofdstructuur (EHS en ecologische verbindingszones)

In grote delen van de EHS spelen goede watercondities een belangrijke rol. In samenhang met de realisatie van de EHS worden hiervoor ook de nodige maatregelen genomen binnen de grenzen van de EHS.

  • Oppervlaktewaterlichamen KRW

De ecologische doelen die gesteld zijn voor de oppervlaktewaterlichamen (KRW) mogen door ruimtelijke ontwikkelingen of nieuwe functies niet onmogelijk worden gemaakt en de aanwezige situatie mag niet zodanig verslechteren dat het betreffende water in een lagere beoordelingklasse terecht komt (stand still vereiste).

Betrouwbare en continue drinkwatervoorziening en bescherming industriële winningen

  • Grondwaterbeschermingsgebieden en intrekgebieden

Op 26 locaties in Overijssel  wordt grondwater voor drinkwatervoorziening aan de bodem onttrokken. Deze moeten afdoende worden beschermd. Er worden beperkingen gesteld aan activiteiten en ruimtelijke functies in het zgn. grondwaterbeschermingsgebied en in mindere mate in het zgn. intrekgebied. Activiteiten en functies die de kwaliteit van het grondwater negatief beïnvloeden worden geweerd of er moeten voorzieningen worden getroffen. Het belang van het water is hier normstellend.

  • Het diepe watervoerende pakket in Salland

Het diepe waterhoudende pakket in Salland bevat water van een uitstekende kwaliteit. Teveel water uit dit pakket onttrekken leidt echter tot het optrekken van de zoet/zout grens in de ondergrond. Onttrekkingen uit dit pakket worden alleen toegestaan voor drinkwater en voor industriële toepassingen met hoogwaardige doelen. Met het oog op deze kenmerken kan er geen sprake zijn van Koude-Warmte-Opslag (KWO) in dit diepe pakket.

Concluderend past het inrichtingsplan dat ten grondslag ligt aan dit projectbesluit binnen het provinciaal beleid.