direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Centrum Borgele
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P268-VG01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 De Kroon van Deventer

De Kroon van Deventer (2005)

De Kroon van Deventer is een ontwikkelingsvisie voor wijk 4, waar ook Borgele onder valt. In deze visie wordt een ontwikkelingsbeeld voor de wijk geschetst. Voor het centrumgebied is een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden vastgesteld:

  • Aanpassing en vernieuwing van de winkelvoorzieningen voor betere structuur en uitstraling;
  • concentratie van commerciële en maatschappelijke voorzieningen rond een centrale ruimte;
  • opheffen van de barrière die de Dreef nu vormt door wegomlegging en hiermee centraal plein realiseren;
  • sloop en nieuwbouw aan het winkelcentrum grenzende flats;
  • betere oriëntatie van De Bloemendal op het winkelcentrum.

Daarnaast geeft de Kroon van Deventer aan dat het gebied tussen Het Vlier, de Dreef en de Groenewold aangemerkt moet worden als "woonpark". De randvoorwaarden die voor de ontwikkeling van dit gebied worden gesteld, zijn de volgende:

  • Afwijkend woonmilieu t.o.v. de overige woonbebouwing in Borgele;
  • transformatie basisscholen naar wijkvoorzieningencentra;
  • heldere (langzaam verkeer) relatie richting centrum Borgele.

Conclusie

Het vastgestelde stedenbouwkundige plan is een nadere uitwerking van dit beleid. Voor het juridisch planologische kader voor de realisering is dit bestemmingsplan opgesteld.

3.4.2 Structuurplan Deventer 2025 (2004)

In het structuurplan Deventer 2025 (april 2004) zijn de toekomstige ruimtelijke opgaven voor Deventer en de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld gebracht. De ambitie van Deventer voor de ontwikkeling en herstructurering van de stad is hoog. Deventer wil ruimte bieden aan voldoende en kwalitatief goede woningen in de nieuwbouw en de aantrekkelijkheid en gevarieerdheid van de bestaande wijken bevorderen.

In Deventer Stad is stedelijke herstructurering, zowel voor wonen als werken (kantoren en overige bedrijvigheid), één van de belangrijkste opgaven, samen met de ontwikkeling van de verschillende inbreidingslocaties. Inbreiding en stedelijke herstructurering worden zoveel mogelijk gekoppeld aan het versterken van de stedelijke groen- en waterstructuur en het verbeteren van de openbare ruimte. De totale woningbouwcapaciteit op inbreidingslocaties is geschat op circa 100-150 woningen per jaar. Een volwaardig en compleet voorzieningenniveau, passend bij het schaalniveau van buurt, wijk en gemeente is van groot belang bij de geformuleerde ambitie.

Daarnaast is het streven de stedelijke groenstructuur te versterken en te laten aansluiten op de structuur van het landelijk gebied. Om aansluiting te vinden en te houden met het omringende landschap wordt ingezet op het realiseren en versterken van zogenaamde 'groene vingers'. Als tegenhangers van de 'rode vingers', reiken de groene vingers vanuit het omringende landschap tot diep in de stad. Op deze wijze wordt het landschap als het ware de stad ingetrokken.

De kern van het Structuurplan 2025 wordt gevormd door de ontwikkelingsmodellen voor zowel de korte termijn, de middellange als de lange termijn en het integraal ontwikkelingsperspectief voor Deventer Stad.

Het plangebied Centrum Borgele ligt binnen het stedelijk gebied en is aangeduid als grootschalige stedelijke voorziening. In het structuurplan is aangegeven dat de planvorming rond de herstructurering van Borgele mogelijkheden geeft waarbij woon- en werkfuncties optimaal worden gecombineerd. Met betrekking tot het winkelcentrum wordt verder verwezen naar het detailhandelsbeleid. Het versterken van de ruimtelijke randvoorwaarden voor de het centrum Borgele is daarin een aandachtspunt.

Conclusie

Door het vernieuwen van het centrum wordt het voorzieningenniveau in de wijk verbeterd en past hiermee binnen de uitgangspunten van het structuurplan Deventer 2025.

3.4.3 Gemeentelijk waterbeleid (2007)

Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in het Waterplan Deventer (2007-2010) en Gemeentelijk Rioleringsplan (2010-2015).

Het Waterplan is een gezamenlijk plan van de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Er staat in welke knelpunten deze organisaties zien in de waterhuishouding en hoe ze die denken op te lossen. In het Waterplan staan de belangrijkste maatregelen die de waterorganisaties de komende jaren samen willen treffen. Ieder jaar wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer (GRP) 2010-2015 wordt het gemeentelijk beleid voor de inzameling en het transport van het huishoudelijke en bedrijfsmatige afvalwater en het overtollige hemelwater en grondwater, de uit te voeren programma's in de planperiode en de investeringen beschreven.De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu.Vanaf 2008 heeft de gemeente er zorgplichten bijgekregen voor hemelwater en grondwater. Dit is een uitbreiding van de oude zorgplicht voor het stedelijk afvalwater, Naast deze verbrede zorgplicht vraagt ook de klimaatverandering aandacht.

Conclusie

Bij de planontwikkeling wordt rekening gehouden met de bepalingen uit het Waterplan en het Rioleringsplan.

3.4.4 Milieu- en duurzaamheidsbeleid Deventer

In juni 2009 is de Visie Duurzaam Deventer bestuurlijk vastgesteld. Het vraagstuk rond de klimaatverandering en de eindigheid van de fossiele energievoorraad raakt ons allemaal. De gemeentelijke ambitie is dat Deventer in 2030 klimaatneutraal is. De belangrijkste consequenties voor de komende jaren zijn als volgt:

  • Nieuwe woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen worden vrijwel CO2 neutraal gebouwd;
  • Bestaande woningen zijn in 2018 50% energiezuiniger;
  • Gemeentelijke gebouwen zijn in 2015 50% energiezuiniger;
  • Openbare verlichting en openbaar vervoer worden CO2neutraal;
  • Fietsverkeer wordt gefaciliteerd;
  • Bedrijven streven naar een 4% hogere energie-efficiëntie per jaar.

Vanuit ecologisch perspectief profiteert de mens van de natuurlijk omgeving met al zijn variaties. Het behouden en verbeteren van deze omgeving is een ambitie van de gemeente, waarvoor verschillende ecologieprojecten zijn ontwikkeld voor de komende jaren. Zo worden ecologische waarden in nieuwe en gewijzigde bestemmingsplannen gerespecteerd en eventueel gecompenseerd. Veel afval dat vrijkomt is eigenlijk geen afval, maar grondstof voor nieuwe producten. In het nieuwe milieubeleid worden voorstellen gedaan om de hoeveelheid restafval terug te brengen en hergebruik van afvalstromen te bevorderen. Van bedrijven en organisaties wordt verwacht dat zij de wijze van produceren, hun producten en diensten meer en meer baseren op het cradle-to-cradle principe. Voor zover van toepassing zullen ook gebiedsontwikkelingen volgens dit principe plaatsvinden.

In het voorjaar van 2011 is de Uitvoeringsagenda Duurzaamheid opgesteld. Hierin zijn de speerpunten van beleid voor 2011-2014 vastgesteld, zijn projecten in uitvoering bepaald en is een kansenkaart voor Duurzaam Deventer gemaakt. In het beleidskader duurzaamheid zijn op basis van lopende initiatieven duurzaamheidsthema's en maatregelen bepaald, om te komen tot de gemeentelijke klimaatdoelstelling, klimaatneutraal in 2030.

Conclusie

Met voorgaand beleid moet met name bij nieuwe ontwikkelingen in het onderhavige plangebied rekening worden gehouden. Hiertoe onderzoekt de initiatiefnemer de verschillende mogelijkheden. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de boringsvrije zone drinkwater, waarbij de systemen niet dieper dan 50 meter mogen worden aangebracht.

3.4.5 Speelbeleidsplan 'Samen spelen kun je overal'

Spelen, bewegen en verblijven in de buitenruimte is voor de gemeente Deventer erg belangrijk. De openbare ruimte biedt mensen deze mogelijkheid ongeacht leeftijd, geloof of afkomst. Om zowel de kwaliteit als de kwantiteit van speelmogelijkheden te garanderen levert de gemeente maatwerk. Naast keurig ingerichte speelgelegenheden is speelaanleiding ook steeds meer in opkomst en worden de komende tien jaar drie grote natuurspeelplekken gerealiseerd. De visie van de gemeente is verwoord in de in oktober 2010 vastgestelde visie 'samen spelen kun je overal'.

Om in de komende jaren (2010-2019) verantwoorde keuzes te kunnen maken biedt het visie op spelen een handleiding voor het ontwerpen, realiseren en beheren van speelgelegenheden. Hierdoor ontstaat op termijn eenheid in kwaliteit en een diversiteit aan speelgelegenheden.

Gemeente Deventer streeft de volgende visie na op spelen op openbare speelgelegenheden: Integraal spelen waarbij iedere leeftijdscategorie de mogelijkheid wordt geboden actief en participerend gebruik te maken van de openbare ruimte, met een inrichting afgestemd op de behoefte van de gebruikers, aansluitend bij de maatschappelijke en sociale ontwikkelingen in Deventer.

De visie op spelen is geschreven vanuit de wens om spelen breder te trekken dan alleen voor kinderen waarbij participatie een zeer belangrijke rol speelt. Hierbij maakt Deventer gebruik van de kracht van de samenleving. Niet altijd wordt een intensief participatietraject op touw gezet. Bij het vervangen van een enkel toestel zal de participatie minimaal zijn.

Als onderdeel van het integraal spelen streeft de gemeente naar natuurlijke speelgelegenheden. Spelen en bewegen in de natuur is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van mensen. De visie op spelen gaat uit van een vernieuwde denkrichting waarbij eerder opgestelde ambities waar mogelijk zijn meegenomen.

Conclusie 

De in dit bestemmingsplan opgenomen bestemmingsregeling voor de openbare ruimte, vervat in de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', biedt voldoende ruimte om de uitvoering van de plannen uit de bovengenoemde adviesnota mogelijk te maken. In paragraaf 2.2.7 Groen en speelvoorzieningen wordt dit nader beschreven.

3.4.6 Woonvisie 2008+

Op 25 maart 2009 is de Woonvisie 2008+ vastgesteld door de gemeenteraad. De visie op wonen bestaat uit vier uitgangspunten:

  • 1. Voldoende woningen, van goede kwaliteit
  • 2. Een ongedeelde samenleving, op wijkniveau
  • 3. Keuzevrijheid voor alle inwoners
  • 4. Aanjagen van de doorstroming, beperken van de scheefheid


Deze vier uitgangspunten vormen de basis voor verdere uitwerking van het woonbeleid.

Conclusie

De wijk Borgele bestaat vooral uit naoorlogse woningbouw met veel etageflats, tot maximaal 11 etages hoog. Het is een buitencentrum milieu met rondom het winkelcentrum een centrumstedelijk milieu. Een geliefde wijk met kwalitatief goed woningbezit, maar een overaanbod aan portieketageflats.

Borgele is een mix van hoog-, gestapelde en laagbouwwoningen, vooral in de sociale huursector, met "gouden rand (luxe woningen)". Voor het centrumgebied bestaat een vernieuwingsplan. Het centrumplan Borgele sluit in hoofdlijn aan op de ambities. Het plan gaat uit van meer differentiatie in woonmilieus, met name middeldure huur- en koopappartementen en versterken van het voorzieningenniveau, herstructureren van bestaande zorginfrastructuur richting woonservicezone en er is een belangrijke rol voor gemeente in de aanpak openbare ruimte.

3.4.7 Structuurvisie Detailhandel

In februari 2010 is de structuurvisie Detailhandel vastgesteld. Met deze visie zet Deventer in op het kwalitatief verbeteren van bestaande winkelgebieden. Deventer zal de komende jaren geen nieuwe gebieden aanwijzen voor de ontwikkeling van detailhandel. De toekomst wordt gezocht in het kwalitatief verbeteren van de bestaande gebieden. Belangrijkste uitgangspunt is dat de grote winkelgebieden (Binnenstad en Runshopping Centre De Snippeling) en de wijkwinkelcentra Keizerslanden en Colmschate de eerder toegezegde uitbreidingsmogelijkheid behouden. Daarop kunnen de kleinere buurtwinkelcentra zich kwalitatief ontwikkelen.

Conclusie

Om het functioneren van de hiërarchische detailhandelsstructuur in de stad te waarborgen zijn de ontwikkelingen gericht op het behouden en versterken van deze structuur. Dit betekent onder meer dat verspreide bewinkeling, zoals solitaire supermarkten en perifere detailhandelsvestigingen, wordt tegengegaan. Winkelcentrum Borgele is een buurtcentrum die zich primair richten op het boodschappen doen (dagelijkse artikelen). Consolideren met een beperkte schaalvergroting van de supermarkt en verbeteren van de presentatie is de strategie voor de toekomst.

3.4.8 Horecabeleid 'Ruimte voor kwaliteit' (2009)

Het Horecabeleid is op 1 juli 2009 vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer.

Er wordt daarbij gestreefd naar de bestaande structuur van horecavoorzieningen in Borgele te bestendigen. Hieraan is in het bestemmingsplan voldaan. De direct voor- en naoorlogse wijken in Deventer kenmerken zich door de aanwezigheid van (geplande) niet woonfuncties in de woonwijken. In de woonwijken/buurten bevinden zich (vaak op de hoekpanden) cafetaria's, kantoortjes en andere functies. Deze gemêleerdheid heeft een belangrijke invloed op de identiteit van deze wijken/buurten, zoals Voorstad en Zandweerd, maar ook De Hoven en is dan ook behoudenswaardig.

De gemeente streeft ernaar de bestaande structuur van horecavoorzieningen in deze wijken te bestendigen en geen verdere uitbreiding toe te staan. De bestaande horecafuncties kunnen behouden blijven of vervangen worden door andere bij de woonomgeving passende horecafuncties (op de begane grond). Net als iedere andere functie in deze gebieden worden eventuele uitbreidingsvragen van de bestaande vestigingen beoordeeld op hun aanvaardbaarheid. Hierbij is een stedenbouwkundige afweging en toets aan milieuwetgeving in belangrijke mate richtinggevend.

Conclusie

In het winkelcentrum is alleen sprake van een lichte horecaactiviteit. De huidige horecaactiviteiten worden in dit plan bestendigd, waarbij een verplaasting is voorzien.

3.4.9 Nota Prostitutiebeleid (2000)

Het integrale prostitutiebeleid, dat in verband met de opheffing van het bordeelverbod op 1 oktober 2000, is ontwikkeld, is verwoord in de Nota Prostitutiebeleid (juli 2000). De nota bevat een omschrijving van de doelstellingen van het beleid en er wordt ingegaan op een aantal aspecten zoals: bestrijding van de criminaliteit, het vestigingsbeleid met betrekking tot seksinrichtingen en gezondheidszorg.

Ten aanzien van het vestigingsbeleid behoren onder andere de volgende punten tot het ruimtelijk kader:

  • de bestaande seksinrichtingen kunnen in principe gehandhaafd blijven voor zover zij op een geschikte locatie zijn gesitueerd en voor de omgeving geen onevenredige overlast tot gevolg hebben;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in woonwijken is uitgesloten;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in het buitengebied (met uitzondering van stadsrandzones) is uitgesloten;
  • sekswinkels met uitsluitend een detailhandelsfunctie kunnen worden toegelaten op percelen met een winkelbestemming;
  • de nieuwvestiging van prostitutiebedrijven zal uitsluitend gerealiseerd kunnen worden via een ruimtelijke ordeningsprocedure.

Het prostitutiebeleid is er op gericht dat seksinrichtingen in overwegende mate in het stadscentrum zijn gesitueerd.

Conclusie

In het plangebied zijn geen bestaande seksinrichtingen of prostitutiebedrijven aanwezig. Dit bestemmingsplan sluit de vestiging van seksinrichtingen specifiek uit. Hiermee wordt met onderhavig bestemmingsplan uitvoering gegeven aan het prostitutiebeleid.

3.4.10 Groenbeleidsplan (2007)

Het groenbeleidsplan (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken is in het groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

De groenvisie is: "De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerpbewust beheren".

De ambities uit het Groenbeleidsplan zijn:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor de toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • inspringen op nieuwe stedelijke ontwikkelingen;
  • een handleiding bieden voor de praktische invoering van de groenvisie in de praktijk.

Conclusie

In het voorliggende plan is uitdrukkelijk aandacht voor de groenstructuur waar zo veel mogelijk aangesloten is bij de ambities uit het groenbeleidsplan. In paragraaf 2.2.7 Groen en speelvoorzieningen wordt dit nader beschreven.

3.4.11 Bomenbeleidsplan 2007 – 2017

Het speerpunt van het bomenbeleid is het inzetten op een duurzame bomenstructuur. Dit door het uitvoeren van kwaliteitsbeheer van de bestaande bomenstructuur en het inrichten van optimale groeiplaatsen voor nieuwe bomenstructuren. De juiste boom op de juiste plaats is hierbij van groot belang. Voor het in stand houden van de karakteristieke lanen wordt laanboomverjonging toegepast.

De ruimtelijke kwaliteiten van de bomenstructuur zijn in het groenbeleidsplan op hoofdlijnen aangegeven. In het bomenbeleidsplan is deze ruimtelijke ambitie concreet uitgewerkt en toegespitst op bomen in de hoofdstructuur, woon- en werkgebieden, op bijzondere plaatsen in de stad en in het buitengebied.

Het tweede belangrijke speerpunt van het bomenbeleid is het behouden, beschermen en zorgvuldig beheren van Monumentale bomen. Deze bomen zijn geïnventariseerd zowel gemeentelijke als particuliere bomen. De bomen zijn vastgelegd op de lijst Bijzonder Beschermwaardige Bomen.

De nieuwe bomenverordening moet nog formeel worden vastgesteld. Met het vaststellen van deze verordening wordt ook de lijst Bijzonder Beschermwaardige Bomen en de subsidieregeling voor particulieren voor onderhoud aan Bijzonder Beschermwaardige Bomen vastgesteld.

Conclusie

De bescherming van de bomen verloopt niet via dit bestemmingsplan, maar is apart geregeld. In onderhavig bestemmingsplan zijn de bestaande groenstructuren zo veel mogelijk als Groen bestemd.

3.4.12 Beleidsnota Beroep en bedrijf aan huis (2007)

De beleidsnota 'Beroep en Bedrijf' aan huis biedt duidelijkheid over wanneer het wel en wanneer het niet mogelijk is een bedrijf of beroep aan huis te hebben. Het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten thuis kan een positieve uitstraling hebben op de woonomgeving; het kan de wijk of buurt verlevendigen. In sommige gevallen kan het echter ook ongewenste situaties met zich meebrengen. Zo kan een bepaalde activiteit bijvoorbeeld een ongewenste verkeersaantrekkende werking hebben of voor anderen overlast met zich mee brengen. Onderstaande criteria zijn ter voorkoming van deze ongewenste situaties.

Een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan indien:

  • het ondergeschikt is aan de woonfunctie: max. 35 % van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt tot een maximum van 50 m2;
  • er mag geen onevenredige hinder en overlast worden veroorzaakt;
  • de persoon die de activiteit uitoefent moet tevens bewoner van het huis zijn;
  • er mag geen horeca, detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  • uitsluitend categorie 1 bedrijven (volgens VNG-brochure "bedrijf en milieuzonering") zijn toegestaan;
  • er mag geen duidelijk waarneembare nadelige invloed zijn op de verkeerssituatie.

In afwijking van het verbod op horeca mag binnen de woonbestemming onder bepaalde voorwaarden wel een Bed & Breakfast voorziening worden gerealiseerd. In de regels van dit bestemmingsplan is hier een specifieke regeling voor opgenomen.

Conclusie

In het plangebied is een aantal woonbestemmingen die gebruik kunnen maken van de regeling om een beroep of bedrijf aan huis te hebben.

3.4.13 Welstandsnota gemeente Deventer (2012)

Conform de regeling in de welstandsnota voor grotere stedenbouwkundige ontwikkelingen is voor het centrumgebied een beeldkwaliteitplan opgesteld. Dit beeldkwaliteitplan wordt gelijktijdig met het ontwerp bestemmingsplan in procedure gebracht en zal uiteindelijk onderdeel worden van de welstandsnota. Kortheidshalve wordt naar dit beeldkwaliteitsplan verwezen.