direct naar inhoud van 3.2 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit
Plan: Hoekweg, Rood voor Rood
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P221-OH01

3.2 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit

In de vorige paragraaf is aangegeven dat zowel op nationaal, provinciaal als gemeentelijke niveau de nadruk wordt gelegd op ruimtelijke kwaliteit. Het beleid kent geen strikte voorschriften meer met betrekking tot welke functie op welke plek moet plaatsvinden. Het beleid biedt ruimte aan economische dynamiek, zolang deze de ruimtelijke kwaliteit bevordert.

Om deze sturingsfilosofie te waarborgen heeft de provincie in de Omgevingsverordening opgenomen dat in het bestemmingsplan dient te worden onderbouwd op welke wijze de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 2.1.5). Aan deze onderbouwing wordt de eis gesteld dat inzichtelijk moet worden gemaakt hoe is omgegaan met de provinciale vier-lagenbenadering, de bijbehorende Catalogus Gebiedskenmerken 2009 en welk ontwikkelingsperspectief van toepassing is. In deze paragraaf zal daar nader op in worden gegaan. Naast het provinciaal beleid zal ook worden ingegaan op de inpasbaarheid van de beoogde ontwikkeling in het gemeentelijke Landschapsontwikkelingsplan (LOP), voor zover deze afwijkt van het provinciale kader. Allereerst zal worden ingegaan op de principe zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik

Bij de keuze om medewerking te verlenen aan de Rood voor Rood met verplaatsing op landgoed De Hoek is rekening gehouden met het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. In de toekomstige situatie is sprake van een afname van bebouwing en een versterking van de natuurlijke en landschappelijke waarden. Ook is weloverwogen omgegaan met de plaatsing van de nieuwe bebouwing op het perceel. Hiertoe is een stedenbouwkundige visie opgesteld die als basis dient voor de nieuwe inrichting van het landgoed. Deze visie dient als basis voor de planologische regeling van dit bestemmingsplan. De ontwikkeling draagt bij aan de duurzame instandhouding van de kernwaarden van het landgoed De Hoek.

Landschappelijke inpassing - ontwikkelingsperspectief

Naast het principe 'zuinig en zorgvuldig ruimte gebruik' speelt ook landschappelijke inpassing een belangrijke rol als het gaat om behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Indien aan de gewenste ontwikkeling behoefte bestaat, is de vraag waar deze ontwikkeling het beste kan plaatsvinden.

In het provinciaal beleid is het grondgebied van de provincie opgedeeld op basis van zes ontwikkelingsperspectieven. Drie ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en drie voor de stedelijke omgeving. Deze ontwikkelingsperspectieven geven aan in welke richting het gebied zich dient te ontwikkelen en biedt een (ruimtelijk) kader voor ontwikkelingen binnen het gebied.

Het plangebied ligt gedeeltelijk in het ontwikkelperspectief 'realisatie groene hoofdstructuur' (EHS concreet begrensd) en gedeeltelijk in het ontwikkelperspectief 'buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte' (mixlandschap). 'Realisatie groene hoofdstructuur' heeft als doelstelling het behouden en ontwikkelen van de natuur- en landschapskwaliteiten. 'Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte' heeft als doelstelling om in deze gebieden de gespecialiseerde landbouw, mengvormen van landbouw-recreatie-zorg, landbouw-natuur en landbouw-water, bijzondere woon-, werk- en recreatiemilieus, die de karakteristieke gevarieerde opbouw van het cultuurlandschappen benadrukken, te versterken.

De ontwikkeling op landgoed De Hoek in het kader van de Rood voor Rood met verplaatsing is passend binnen deze doelstellingen. Landgoederen maken deel uit van de groene hoofdstructuur en combineren natuurwaarden en cultuurhistorische waarden. De verplaatsing van het (intensieve) agrarische bedrijf is een verbetering voor de natuurwaarden. Deze verbetering bestaat hoofdzakelijk uit de vermindering van de uitstoot van ammoniak en het minimaliseren van verstoring. Ook wordt de ruimtelijke kwaliteit extra versterkt. De investering bestaat uit de aanleg van een extra vijver/poel, herstel van het historisch parklandschap, herstel van de boomgaard, herstel van de laanbeplantigen en het beheer van het bosplantsoen op de voormalige spoordijk. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van natuurlijk voorkomende beplantingssoorten.

Landschappelijke inpassing - gebiedskenmerken

In het landschapsontwikkelingsplan Salland (LOP) is het gebied rond landgoed De Hoek aangewezen als 'dekzandrug'. Kenmerkend voor dit landschap is de sterke verwevenheid van diverse ruimtelijke elementen zoals bosjes, bebouwing, houtwallen en singels. Samen met reliëfverschillen (essen) en open ruimtes ontstaat hierdoor een gevarieerd landschapsbeeld van een besloten tot half open landschap. De historische ensembles die in het gebied voorkomen zijn van grote waarde. Monumentale bomen en oude gebouwen hebben een grote museale kwaliteit. Plaatselijk is de aanwezigheid van landgoederen dominant in het landschap van de dekzandruggen. Het landschapsbeleid is gericht op het versterken van de karakteristiek door de hoger gelegen ruggen ruimtelijk te verdichten. Nieuwe rode functies in het buitengebied (passend binnen bestaand beleid) zijn landschappelijke gezien het meest wenselijk op de ruggen onder de voorwaarde dat landschapselementen worden aangelegd.

Enkele landschappelijke karakteristieken zijn:

  • verdichting van de rug met landschapselementen zoals bosjes, landgoederen, houtwallen, hagen, singels en solitaire bomen;
  • afwisseling van verdichte en open ruimtes, met verrassende doorkijkjes;
  • onbeplante essen, maar beplante wegen;
  • wegen, die zich voegen naar de erven en daar deels ook over heen lopen;
  • knooperven;
  • erven die vloeiend overgaan in het landschap;
  • zandwegen; en
  • reliëf door essen en kampen.

Deze gebiedskenmerken worden in de Provinciale Omgevingsvisie eveneens benoemd. Op basis van de Provinciale gebiedskenmerken is het perceel gelegen op een 'dekzandvlakte en ruggen' (natuurlijke laag) en is er sprake van een 'oud hoevenlandschap' (agrarisch cultuurlandschap). Landgoederen kenmerken zich door een 'persoonlijk' landschapskarakter.

De landgoederen vertegenwoordigen een grote landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve waarde. Landgoederen bieden ruimte voor nieuwe functionele toevoegingen, zoals woningen, als deze de kwaliteit versterken. Ruimte voor functieveranderingen op landgoederen moet gebaseerd zijn op een samenhangende ontwikkelingsvisie gericht op:

  • behoud en duurzame versterking van de bestaande kwaliteiten van het landgoed;
  • behoud en verdere versterking van de natuurwaarden op het landgoed;
  • goede afstemming van recreatief medegebruik;
  • behoud van de kernwaarden van het landgoed.

Bij de ontwikkeling in het kader van Rood voor Rood met verplaatsing op landgoed De Hoek vormt het 'persoonlijke' landschapskarakter de basis voor ontwikkelingsvisie voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Het agrarische bedrijf wordt verplaatst en de landschapsontsierende bebouwing wordt verwijderd. Daarvoor in de plaats komen twee bouwkavels. De hoeveelheid bebouwing in de nieuwe situatie vermindert. Het landhuis komt weer vrij te liggen in het landschap. Het monumentale en historische karakter van de bebouwing wordt daardoor versterkt en is weer zichtbaar vanuit de omgeving. De nieuwbouw voegt qua architectuur iets toe op het landgoed. Door de aanplant van bos en herstel van historische landschappelijk elementen wordt de ruimtelijke kwaliteit verder versterkt.

De verplaatsing van het agrarische bedrijf leidt ook tot een verbetering voor de natuurwaarden en een verbetering van de leefomgeving op het landgoed. De verbetering voor de natuurwaarden bestaat uit de vermindering van de uitstoot van ammoniak en het minimaliseren van de verstoring. Daarnaast worden de natuurwaarden versterkt door aanplant van natuurlijke soorten, onder meer in het bosperceel rond de noordelijke bouwkavel. De extra vijver wordt zodanig aangelegd dat deze geschikt is als leefomgeving voor de kamsalamander. De leefomgeving rond het landhuis verbetert doordat de verplaatsing van het agrarische bedrijf leidt tot een vermindering van de stank- en geluidproductie.