direct naar inhoud van 4.4 Natuur en ecologie
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

4.4 Natuur en ecologie

Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000-gebieden)

Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. De richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. Als concrete richtlijnen worden genoemd de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn. De uitwerking van de Europese richtlijnen is voor de Nederlandse situatie ingebed in de Natuurbeschermingswet 1998.

Beschermd Natuurmonument

De Hengforderwaarden vallen binnen het Beschermd Natuurmonument IJssel Uiterwaarden. Omdat het gebied binnen het Natura 2000-gebied ligt, wordt het Beschermd Natuurmonument daarin opgenomen. De redenen tot aanwijzing als Beschermd Natuurmonument worden overgenomen in het aanwijzingsbesluit. Deze redenen zijn: de wetenschappelijke betekenis en het natuurschoon van het gebied. Het beschermde natuurmonument is van grote botanische betekenis. Er komt een aantal op grond van artikel 22 van de Natuurbeschermingswet beschermde plantensoorten voor. Ook herbergt het gebied een grote diversiteit aan broedvogels, met name zeldzame moeras- en rietvogels en kritische weidevogels.

Flora- en faunawet

De wettelijke bescherming van plant- en diersoorten is sinds 1 april 2002 geregeld in de Flora- en Faunawet. Daarin is onder meer vastgelegd dat het verboden is beschermde soorten te verstoren, te verontrusten, te verjagen of te doden en vaste rust- en verblijfplaatsen te vernietigen. Bij Algemene maatregel van bestuur is voor iedere soortgroep een lijst met beschermde soorten vastgesteld. '

Indien in een gebied beschermde soorten voorkomen, is toetsing aan de Flora- en Faunawet en mogelijk een ontheffing voor het overtreden van de verbodsbepalingen ex artikel 75 vereist. Hierin kan bevoegd gezag eisen stellen aan de uitvoering in de zin van mitigatie en compensatie.

In maart 2005 is een wijzigings-AMvB in werking getreden waarin de soorten van de Flora- en faunawet onderverdeeld worden in drie beschermingscategorieën:

  • streng beschermde soorten;
  • overige soorten;
  • algemene soorten.

Voor de algemene soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling van de ontheffingsaanvraag voor de Flora- en faunawet. Dit betekent echter niet dat de zorgplicht voor deze soorten niet meer geldt.

Natuur voor mensen, mensen voor natuur

De Nota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" uit 2000 vervangt het Natuurbeleidsplan, Nota Landschap, Bosbeleidsplan en Strategisch Plan van Aanpak Biodiversiteit. In deze nota wordt duidelijk gemaakt dat de zorg voor biodiversiteit en ecologie zich uitbetaalt in het welzijn van de mens. De natuur dient daarvoor toegankelijk te zijn maar ook beschermd te worden.

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Het gehele plangebied ligt binnen de grenzen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) (zie figuur 4.2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D130-VG01_0013.png"

Spelregels EHS

Het document spelregels voor de EHS is in juni 2007 door de Tweede Kamer vastgesteld. In juli 2007 hebben het ministerie van LNV en VROM en de provincies de 'Spelregels EHS' overgenomen. Hierin is opgenomen dat ontwikkelingen in de EHS onder voorwaarden zijn toegestaan. Het rijk en de provincies hebben, in overleg met gemeenten en maatschappelijke organisaties 'spelregels' ontwikkeld voor ontwikkelingen in de EHS. Deze afspraken zijn vastgelegd in de 'Spelregels EHS'.

Of een ingreep mag plaatsvinden, hangt af van twee voorwaarden:

  • de ingreep is 'van groot openbaar belang' en;
  • er zijn geen alternatieven mogelijk.

Alleen dan kan de ingreep doorgaan, maar niet zonder meer.

Een initiatiefnemer moet mitigerende maatregelen toepassen. Als dit niet mogelijk is, is compensatie aan de orde.

Voor 'Natura 2000' gebieden gelden aanvullende eisen. Zo moet er sprake zijn van 'dwingende' redenen van groot openbaar belang, en moet het ministerie van LNV goedkeuring geven.

Ingrepen in de EHS die niet 'van groot openbaar belang' zijn, zijn onder voorwaarden mogelijk door toepassing van twee nieuwe spelregels:

  • 1. EHS-saldobenadering;
  • 2. herbegrenzen EHS.

Saldobenadering is daarbij gericht op een combinatie van meerdere projecten. Het herbegrenzen is bedoeld voor kleinere ingrepen. In dit plan is saldobenadering niet aan de orde inzake de Natuurderij vanwege de relatief geringe omvang van de ontwikkeling en de positieve bijdrage ervan aan de instandhoudingsdoelstellingen van de natuur.

Herbegrenzen EHS

Bij herbegrenzen van de EHS kan de provincie de huidige begrenzing van de EHS aanpassen. Het gaat hier om kleine aanpassingen. Dit kan om twee redenen:

  • 1. herbegrenzing om ecologische redenen;
  • 2. herbegrenzing om andere dan ecologische redenen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden waaronder:
      • schade aan de natuur is beperkt;
      • de grenzen van de EHS worden zo aangepast dat dit leidt tot versterking van de EHS.

In paragraaf 6.4 wordt hierop nader ingegaan.

Natuurgebiedsplan Overijssel

In het Natuurgebiedsplan Overijssel (2006) wordt nader uitwerking gegeven aan de begrenzing van de beheersgebieden en de nieuw te ontwikkelen natuurgebieden in Overijssel ter realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de natuurdoelen buiten de EHS. De EHS in Overijssel is vastgelegd in de Omgevingsverordening Overijssel. Landelijk wordt er naar gestreefd om de te ontwikkelen natuurgebieden (nieuwe natuur) in 2018 gerealiseerd te hebben.

In het Natuurgebiedsplan staan de belangrijkste natuurwaarden voor de IJsseluiterwaarden beschreven:

  • de grote betekenis voor veel bedreigde vogelsoorten, zoals kwak, zomertaling, kwartelkoning, etc;
  • de internationale betekenis voor doortrekkende en overwinterende vogelsoorten, zoals kleine zwaan en kolgans;
  • de betekenis voor stroomdalflora, die voorkomt op oeverwallen, rivierduinen en dijken;
  • het voorkomen van bijzondere bostypen zoals zachthoutooibos;
  • het voorkomen van bijzondere geomorfologische verschijnselen, zoals rivierduinen en kronkelwaarden.

Het uitgangspunt voor het streefbeeld van de IJsseluiterwaarden is het bevorderen van de hydrologische en morfologische dynamiek waar mogelijk. Daarbij krijgt de IJssel een belangrijke functie als verbindingszone tussen de grote moerassen van de IJsseldelta en die van de Gelderse poort. Dit betekent dat er op regelmatige afstand moerassen behouden c.q. ontwikkeld moeten worden. Het streefbeeld voor de Ossenwaard is 100% grootschalige natuur met begrazing. Het streefbeeld voor de Keizers- en Stobbenwaarden is natuur met begrazing. In hoofdlijnen wordt gedacht aan de ontwikkeling van hardhoutooibos op de hogere gronden en het graven van een meestromende geul in de lage delen. gezien het grote verval op dit riviertraject is permanente stroom in de geul zeer goed haalbaar. Op het hogere deel is een Natuurderij voorzien, hier wordt perceelsgewijs eindbeheer nagestreefd.

De provincie Overijssel heeft op verzoek van het ministerie van LNV in 2004 3011 ha ganzenfoerageergebied aangewezen in Overijssel. Ganzenfoerageergebieden zijn gebieden waar de betrokken ganzen met rust worden gelaten. Erbuiten is ter voorkoming van landbouwschade, verjaging met eventueel ondersteunend afschot toegestaan. Beschermde natuurgebieden (Vogelrichtlijn, Ramsar en beschermde natuurmonumenten) die zich hebben gekwalificeerd op grond van overwinterende ganzen en/of smienten maken onderdeel uit van de foerageergebieden. In of in de directe omgeving van het plangebied liggen geen ganzenfoerageergebied.