direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd - 2
Plan: Spijkvoorderenk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D126-VG01

Artikel 5 Gemengd - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf conform het gestelde in artikel 16.2;
  • b. zorgwoningen;
  • c. maatschappelijke doeleinden;
  • d. kantoor;
  • e. een grond- en bouwdepot;

met de daarbij behorende:

  • f. groenvoorzieningen in de vorm van gemeenschappelijke tuinen, plantsoenen, groenstroken en speelvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. verkeersvoorzieningen in de vorm van voet- en of rijwielpaden, in- en uitritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de tot 'Gemengd - 2' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. er zijn niet meer dan 14 zorgwoningen of niet meer dan 7 woningen in de bouwwijzen 'gestapeld', 'aaneengebouwd', 'twee-aaneen' en/of 'vrijstaand' toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. in aanvulling en in afwijking van het bepaalde onder a en c, mogen aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en op een afstand van 3 m van de voorgevel-rooilijn, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aanbouwen , uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 4,5 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    • 3. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen , uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
      • op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2bedragen;
      • op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2 bedragen.
    • 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
    • 6. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag op een afstand van 1 meter achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 1 m bedragen.